Nieuwsbrief 41 (februari 2018)

Thema: allerlei

 

 

De componisten van deze Salon behoren tot allerlei periodes van de muziekgeschiedenis. Het is niet mogelijk een echte rode draad tussen hen aan te geven en daarom worden ze gewoon chronologisch behandeld, maar wel zo veel mogelijk ‘geplaatst in hun tijd’. Alle componisten zijn al in eerdere Salons bezongen en voor enige van hen wordt doorverwezen naar hun componistenportret en de geschiedenis van de Opera.

 

1000            

1450

1600

1700

1750

1820

1910

2000

Middel-

eeuwen

Renaissance

                   Barok

Classicisme

Romantiek

       A-tonaliteit

 

                         C. Monteverdi

           

Henry Purcell                       

W.A.Mozart

Luigi Cherubini

           Felix Mendelssohn

                   Johannes Brahms

 

Salve Regina is de titel van verschillende werken van Claudio Monteverdi (1567- 1643). Vanwege het Monteverdi- jaar 2017 heb ik recent een biografie over hem samengesteld, waarnaar graag wordt verwezen voor alle specifieke info.

Monteverdi publiceerde in 1625 een Salve Regina in een versie voor tenor en continuo. In 1640 verschenen de (37) Selva Morale e Spirituale di Clavdio Monteverde Maestro di Capella della Serenissima Republica Di Venetia, Dedicata alla Sacra Cesarea Maesta dell’ Imperatrice Eleonora Gonzaga (1598- 1655), Con Licenza de Superiori & Priuilegio. In Venetia M DC X X X X  Appresso Bartolomeo Magni (1). Hierin zijn drie –vermoedelijk oudere- meerstemmige Salve Regina`s opgenomen: nr. 32 (SV 283) voor 2 tenoren, 2 violen en b.c.; nr. 33 (SV 284) voor 2 tenoren of sopranen, 2 violen en b.c. en nr. 34 (SV 285) voor alt, tenor of sopraan en bas. ‘Onze ‘Salve Regina’ is nr. 33 (2).  Voor een goede opname wordt verwezen naar noot 3 en voor de vertaling naar de bijlagen.

Het "Salve Regina" is een van de Maria- antifonen, die elk in een andere periode van het jaar worden gezongen. Het Salve Regina wordt gezongen tussen Trinitatis (4) en het feest van ‘Christus Koning van het heelal’ (5). Ook bidt men het wel aan het eind van het rozenkransgebed (6).

 

Voor uitgebreide informatie over Henry Purcell (1659- 1695) en zijn woelige tijd is het zeer aan te bevelen eerst mijn biografie over hem te lezen! Purcell schreef onder andere vijf semi- opera`s. Hierin heeft een aantal liederen niet direct betrekking op het stuk en deze worden niet door hoofdrolspelers gezongen. De belangrijkste karakters zingen trouwens helemaal niet maar reciteren hun dialoog, begeleid door muziek, vandaar de term: semi- opera. Daarnaast schreef hij ook ‘losse’ liederen:

My dearest, my fairest (Z585/2) uit 1695 of 1696, is naast de aria ‘Sweeter than roses’, de enige bijdrage van Purcell aan ‘Pausanias, the Betrayer of His Country’ (7), van Richard Norton. De woorden van deze twee stukken zouden van Anthony Henley zijn. Het is onzeker of Henry dan wel Daniël Purcell het oorspronkelijk Italiaanse duet (8) componeerde.

 

Voor uitgebreide info met betrekking tot het leven van Wolfgang Amadeus Mozart (1756- 1791) gelieve men Nieuwsbrief 10 te lezen; voor zijn plaats in de Operawereld is Nieuwsbrief 15 belangrijk.

Mozart schreef op 12-jarige leeftijd reeds zijn eerste opera en schikte zich toen nog naar alle voorschriften van de opera seria, maar snel daarna brak hij hiermee. Hij begon mensen van vlees en bloed te scheppen wier acties niet geleid werden door kunstmatige regels maar die op een natuurlijke manier voortkwamen uit de situaties waarin ze verkeerden. Zijn personen gingen gewoon met elkaar om en hoewel het nog steeds ‘nummer’-opera`s waren (aria`s, recitatieven, koren enz.) liepen de nummers vaak naadloos in elkaar over.

La ci darem la mano is een duet voor bariton en sopraan uit Don Giovanni (K.527), een opera in twee bedrijven naar een libretto van Lorenzo da Ponte. De opera werd op 14 oktober 1787 voor het eerst opgevoerd in Praag ter gelegenheid van het huwelijk van een nicht van keizer Jozef II, maar de officiële première was op 29 oktober in het Praagse Estates Theater, onder leiding van Mozart zelf. Don Giovanni kwam na een jaar ten tonele in Wenen op uitdrukkelijk verzoek van Jozef II, die hem uiteindelijk nooit te zien kreeg. De opera sloeg niet aan bij het publiek in Wenen (9) en werd maar een paar keer opgevoerd (10). Samen met Così fan tutte en Le Nozze di Figaro behoort Don Giovanni tot de 'grote Italiaanse drie' van Mozart. Voor inhoud en vertaling zie de bijlagen.

 

Monteverdi

Monteverdi motetten

Henry Purcell

Mozart La ci darem

Rolli Canzonette due

Rolli Solitario

Mendelssohn Elias

https://lh3.googleusercontent.com/y8ibONsRWEMfzTURFcwRj0SU6sVzuCj5gbVo0iC6yw_eBH89Gz_yElbH9xlMvgE5-KbR=s85

Claudio

Monteverdi

Monteverdi`s motetten voor 1, 2 en 3 stemmen

Henry Purcell

Mozart: Don Giovanni: La ci darem la mano

Canzonetta II van P.A. Rolli, gedrukt in 1727 met daarin het gedicht Solitario bosco ombroso

 Mendelssohn`s Elias

Johannes Brahms

 

Maria Luigi Carlo Zanobio Salvatore Cherubini (1760- 1842) werd geboren in Florence als zoon van een theatermusicus, van wie hij ook zijn eerste muzieklessen kreeg. Aanvankelijk schreef Luigi vooral religieuze werken. Hij werd hierbij gestimuleerd door de groothertog van Florence, de latere keizer Leopold II. Later maakte Giuseppe Sarti in Venetië hem bekend met de polyfonie. Vanaf 1778 legde hij zich meer toe op de opera. In 1784 ging Cherubini naar Londen, waar hij voor twee jaar aangesteld werd als koninklijk hofcomponist. Daarna vertrok hij naar Parijs en werd in 1786 dirigent aan het kleine theater van koningin Marie Antoinette. In 1789 werd hij directeur van de Italiaanse Opera in Parijs. Zijn getuige- zijn van de Franse Revolutie drukte een stempel op zijn leven, de thema's en de vormgeving van zijn opera's. De Franse opera ontwikkelde zich mede dankzij hem vanaf nu steeds meer zelfstandig, los van zijn Italiaanse oorsprong.

Opdrachten van Europese operahuizen brachten hem weer naar het buitenland, totdat hij in 1816 een professoraat voor compositie aan het Parijse conservatorium kreeg. Van 1821-1842 was hij er ook directeur van. In zijn latere leven richtte hij zich vooral (weer) op de religieuze muziek en componeerde hij missen, motetten en beurtzangen.

Cherubini componeerde de -Art Songs- ‘Quattro Duetto’ voor fortepiano of harp:  Solitario bosco ombroso,  La mia Fille, Dite almeno en Ahi, ch`è il suon del rio in 1801. De teksten hiervan horen –in deze volgorde- bij elkaar en zijn van de dichter en librettist Paolo Antonio Rolli (1687- 1765) (11), die het gehele gedicht ‘Lontananza’ of Solitario bosco ombroso noemde. Dite almeno (andante amoroso) is dus het derde deel van dit gedicht. Zie de bijlagen voor de vertaling.

 

(Jakob Ludwig) Felix Mendelssohn (1809-1847) behoort musicologisch gezien tot de periode van de Romantiek. Voor meer gegevens over deze periode, leze men nieuwsbrief 30.

De joodse familie van Mendelssohn was ten gevolge van de Franse Revolutie reeds gelijkberechtigd geraakt, maar liet zich ook nog tot christen dopen en voegde toen ‘Bartholdy’ achter de familienaam.  Dit aspect van bekeerde christen is zeker van invloed geweest op het werk van Felix, die al heel jong begon met pianospelen en componeren. Toen hij 20 jaar was, dirigeerde hij de Matthaeus Passion waarvan men toen dacht dat die niet uit te voeren was. Mede door Felix M. hebben Bach, Händel en ook Mozart de hun toekomende plaats in de muziekgeschiedenis gekregen. Daarnaast moedigde hij ook eigentijdse componisten zoals Schumann sterk aan. M. heeft geen liederencycli geschreven als Schubert en Schumann en ook geen liedverzamelingen, gebaseerd op het werk van één dichter. Zijn liederen waren vooral bedoeld om thuis bij de piano te zingen.

Ich wollt, meine Lieb ergösse sich  uit 1836, op tekst van Heinrich Heine, is nummer 1 van Op. 63 – 6 Songs/ Lieder for 2 Voices and Piano (1836-45).

Na 1840 liet M. zich uit Leipzig naar Berlijn lokken door de nieuwe koning van Pruisen (Fr. Wilhelm IV), met de belofte dat hij aan de nieuwe Academie voor Kunsten mooie dingen zou kunnen doen, maar ten gevolge van de slechte sociale omstandigheden in Pruisen kwamen alle beloofde hervormingen niet van de grond en M. brak in 1845 definitief met de koning. In zijn oratorium Elias (opus 70) zijn volgens kenners de frustraties hierover duidelijk te horen!

M. kreeg in 1845 van het Birmingham Music Festival de opdracht bovengenoemd werk te componeren, dat hij zelf zou mogen dirigeren. Er was een zeer prominente rol voor het koor, want omdat het Festival door zangverenigingen werd georganiseerd, moesten zij worden tevredengesteld. Weer terug in Duitsland herzag M. het oratorium grondig, m.n. haalde hij alle teksten uit het Nieuwe Testament eruit en vertaalde het ook in het Duits.  

Elias (1 Koningen 17, 18 en 19) verhaalt hoe Israël op een dieptepunt zit en de koningen doen alles wat kwaad lijkt in Gods ogen, zoals goud vergaren en zich omringen met vele vrouwen. Achab trouwt om economische redenen met een Fenicische prinses en dient voortaan de Baäl , gesymboliseerd door een gouden kalf. Elia komt en waarschuwt de koning. Hieronder volgen enige belangrijke episodes uit het verhaal:

-voorspelling van de droogte: Het duet Zion streckt ihre Hände aus’ gaat over de  klacht   van het volk dat de oogst is mislukt, de

 rivieren zijn uitgedroogd: Heer, hoor ons gebed !

-oordeel van God op de Carmel, het regenwonder

-terdoodveroordeling van de profeet Elia door de   koningin , zijn vlucht in de woestijn en  hemelvaart.

Johannes Brahms (1833-1897) begon, hoewel hij al op veertienjarige leeftijd piano speelde in de kroeg om geld te verdienen en ook al wat stukken schreef,  pas in 1853 serieus te componeren. In datzelfde jaar werd hij begeleider van de Hongaarse violist Reményi (Hoffmann), waarmee hij heel Duitsland doorkruiste voor een grote concerttournee, waar hij Schumann en Liszt ontmoette. Hierna werd hij het (conservatieve) kopstuk in de ‘strijd’ tegen Wagner en Liszt (zij vormen de zgn. Neudeutsche Schule- zie deze link en nieuwsbrief 30). Brahms vertrok hierna naar Wenen, waar hij koorleider werd van de Wiener Singakademie. Hij dirigeerde daar muziek van Bach, Beethoven en Schumann. `s Zomers verbleef hij in gezelschap van zijn vriend Anton Rubinstein in Lichtenthal, een plaatsje in het Zwarte Woud bij Baden- Baden, waar in 1866 zijn Ein deutsches Requiem verscheen. Van 1872-1875 was hij artistiek directeur van de Gesellschaft der Musikfreunde. Brahms schreef na die tijd een aantal piano- en vioolconcerten en ook veel (volks)liederen. Tot 1860 componeerde hij strofische liederen, meestal zonder voor- en naspel, net als ‘echte’ volksmuziek; daarna schreef hij vooral doorgecomponeerde liederen.

Op de Salon wordt Phänomen, opus 61 bezongen. Het is het derde van zijn vier duetten uit 1874, op tekst van Johann Wolfgang von Goethe uit zijn West- östlicher Diwan- subgroep Buch des Sängers -- Moganni Nameh. 

 

Bijlagen:

Salve, Regina, Mater misericordiae,

vita, dulcedo, et spes nostra, salve.

Ad te clamamus, exsules filii Evae.

Ad te suspiramus, gementes et flentes

in hac lacrimarum valle.

 

Eia, ergo, advocata nostra, illos tuos

misericordes oculos ad nos converte;

et Iesum, benedictum fructum ventris tui,

nobis post hoc exsilium ostende.

O clemens, O pia, O dulcis Virgo Maria.

Wees gegroet, koningin, moeder van barmhartigheid;

ons leven, onze vreugde en onze hoop, wees gegroet.

Tot u roepen wij, ballingen, kinderen van Eva;

tot u smeken wij, zuchtend en wenend

in dit dal van tranen.

 

Daarom dan, onze voorspreekster,

sla op ons uw barmhartige ogen;

en toon ons, na deze ballingschap,

Jezus, de gezegende vrucht van uw schoot.

O goedertieren, o liefdevolle, o zoete maagd Maria.

 

Korte inhoud: Don Giovanni: Sevilla, in de zeventiende eeuw. Terwijl zijn bediende Leporello de wacht houdt, doet Don Giovanni een poging Donna Anna te verleiden, maar haar vader, de Commendatore, schiet te hulp en wordt in een schermutseling gedood. Donna Anna laat haar verloofde Don Ottavio zweren wraak te nemen. Donna Elvira, een van de vroegere geliefdes van Don Giovanni, is hem vanuit Burgos achterna gereisd en weet nu te verhinderen dat Don Giovanni het boerinnetje Zerlina verleidt op de dag van haar huwelijk met Masetto. Gezamenlijke wraakacties hebben echter geen succes. Pas als Don Giovanni in zijn overmoed het standbeeld van de Commendatore uitdaagt, vindt hij een tegenstander tegen wie hij niet opgewassen is en die hem naar de onderwereld laat verdwijnen.

La ci darem la mano wordt gezongen tijdens de eerste acte: Don Giovanni heeft net Zerlina en haar verloofde Masetto ontmoet. In een poging hem weg te krijgen, biedt Giovanni aan een huwelijksviering voor het paar in zijn kasteel te regelen. Wanneer Masetto is weggegaan probeert Giovanni Zerlina te verleiden hem naar zijn kasteel te begeleiden. Echter op het eind van het duet arriveert Donna Elvira en die dwarsboomt zijn poging en vertrekt met Zerlina.

 

Don Giovanni:
La ci darem la mano,
La mi dirai di sì:
Vedi, non è lontano,
Partiam, ben mio, da qui.
Zerlina:
Vorrei e non vorrei,
Mi trema un poco il cor,
Felice, è ver, sarei,
Ma può burlarmi ancor!
Don Giovanni:
Vieni, mio bel diletto!
Zerlina:
Mi fa pietà Masetto.
Don Giovanni:
Io cangierò tua sorte.
Zerlina:
Presto... non son più forte.
Don Giovanni:
Andiam!
Zerlina:
Andiam!
Duet:
Andiam, andiam, mio bene,
a ristorar le pene
D’un innocente amor.

 

There we will give each other our hands,
There you will say 'yes' to me.
See, it's not far;
Let's go there, my dear.

 

I would like to, and I wouldn't,
My heart is trembling a little.
True, I could be happy,
But it could trick me again.

 

Come, my beautiful delight!

 

I feel sorry for Masetto.

 

I will change your fate

 

Soon...I won't be strong anymore.

 

Let's go! Let's go!

 

Let's go!

 

Let's go, let's go, my dear,
To restore the values
Of an innocent love.

 

Dite almeno amiche fronde,
(Se)'l mio ben più rivedrò?
Ahi che l'Eco mi risponde,
E mi par che dica, No.

Sento un dolce mormorio,
Un sospir forse sarà:
Un sospir dell'Idol mio,
Che mi dice, tornerà!

Zweige, werd`ich, last mich fragen,

wiedersehn mein Mägdelein?

Ach! Es hallt auf meine Klagen

Echo mir ein schmerzlich Nein

Nein! Echo mir ein schmerzlich Nein!

Säuselnd sanfte Lüfte tőnen

hőr’ich einen Seufzer nicht

von meiner Schőnen

die mir Wiedersehn verspricht?

 

Noten:

(1). correcte datum is 1641: zie:  http://imslp.org/wiki/Selva_morale_e_spirituale%2C_SV_252-288_(Monteverdi%2C_Claudio)

(2). https://www.allmusic.com/composition/salve-regina-ii-for-2-voices-from-selva-morale-e-spirituale-sv-284-mc0002364198

(3). https://www.youtube.com/watch?v=pWMFH0mc71Q

(4). De zondag Trinitatis (ook wel Hoogfeest van de Heilige Drie-eenheid (latijn: trinitas) of Drievuldigheidszondag genoemd) is de kerkelijke naam voor de zondag na Pinksteren. De zondagen tussen Trinitatis en Advent (vier weken voor Kerst) hebben als naam de rangorde na Trinitatis (Eerste zondag na Trinitatis, Tweede zondag na Trinitatis enz.). Deze benamingen worden in oude doopregisters weleens gebruikt in plaats van de gewone datum. Het aantal zondagen na Trinitatis is afhankelijk van de Paasdatum.

(5). 34ste en laatste zondag van het liturgische jaar= tussen 20 en 26 november.

(6). https://nl.wikipedia.org/wiki/Rozenkrans

(7). Pausanias was de leider van Sparta in de 5de eeuw v. Chr.

(8). Oorspronkelijk Italiaans duet: Opmerking bij de uitgave van de Purcell duetten bij Stainer & Bell p. 19

(9). Oorzaak lag in het Don Juan verhaal van Don Giovanni, waarin het met de christelijke zeden niet zo nauw werden genomen. Nu had Don Giovanni juist wel een christelijke moraal, maar dat mocht in Wenen niet meer baten (https://musico.nl/bibliotheek-informatie/titel/don-giovanni/)

(10). De oorspronkelijk Praagse versie van de opera werd door Mozart en Da Ponte aangepast om hem meer te doen aanslaan bij het Weense publiek. Hij maakte twee nieuwe aria's met bijbehorend recitatief. Hij verving Don Ottavio’s coloratuur aria “Il mio tesoro” door de lyrische aria “Dalla sua pace”(K.540a). Dit deed Mozart ook vanwege de capaciteiten van de uitvoerende zanger, de tenor Francesco Morella. Daarnaast voegde hij een nieuwe aria voor Elvira toe, “Mi tradì”(K. 540c), speciaal voor de sopraan Caterina Cavalieri. Daarnaast veranderde hij ook de finale, om hem korter en ook positiever te maken, door een stuk toe te voegen waarin de nog levende hoofdpersonen hun plannen voor de toekomst vertellen "Or che tutti, o mio tesoro". De Praagse versie eindigt met de dood van Don Giovanni, de Weense met deze nieuwe finale.

Sommige dirigenten kiezen voor een mengsel van deze twee versies

(11). http://www.treccani.it/magazine/strumenti/una_poesia_al_giorno/10_16_rolli_paolo.html of  https://it.wikisource.org/wiki/Solitario_bosco_ombroso

 

Bronnen:

Gedrukte:

The New Grove of Music and Musicians, London 1980

 

Websites:

Wikipedia en andere sites. Heel specifieke sites staan vermeld in het notenapparaat.

 

Terug naar de pagina ‘muziek