Nieuwsbrief DUET-SALON nr. 15 (febr. 2008)

 

                                                                        HET OPERA-DUET

 

Het eerste gedeelte van deze Nieuwsbrief is een enigszins aangepaste versie van brief nr. 11 (febr. 2007) .Eenieder gelieve zelf de voor haar/hem interessante wetenswaardigheden er uit te destilleren!

 

De term ‘Opera’ is een afkorting van ‘Opera in Musica’, een meervoudsvorm die iets enkelvoudigs aanduidt. In theorie zou deze benaming op ieder muziekwerk van toepassing kunnen zijn. Met de enkelvoudige terminologie ‘Opera’ wordt een toneelstuk bedoeld waarin de tekst wordt gezongen in plaats van gesproken, met begeleiding door een orkest. Het toneel-element is fundamenteel; indien dat ontbreekt, is het een Oratorium.

 

Een heel gedetailleerde geschiedenis van de Opera is in zo`n kort bestek als deze Nieuwsbrief eigenlijk niet mogelijk. De ontwikkelingen worden zeer globaal geschetst en dieper wordt slechts ingegaan op die componisten wier duetten in de DUET-SALON ter sprake komen. Voor meer informatie wordt verwezen naar de literatuurlijst. Soms wordt bij een stroming of componist verwezen naar eerdere Nieuwsbrieven (Nws.br.nr…). Zie hiervoor ook de Index daarop.

 

Tijdbalk met enige essentiële begrippen en data:

 

1600                                                             1800                                                     1900

                                                          (Franse revolutie)

        Renaissance-Barok                 Classicisme                           Romantiek/groei  Verismo

                                                                                                                    Nationalisme

 Intermedii/Masque-Opera Seria-Intermezzi(Buffa)                   Reddingsopera

                                                                                                               Belcanto

 

De Opera ontstond aan het begin van de 17de eeuw tijdens de Renaissance. De liturgische (=kerk) drama`s die muziek en theater in zich verenigden hebben daarin een belangrijk aandeel gehad evenals de Intermedii. Dat waren in de 16de eeuw muzikale tussenspelen al dan niet met ballet met scenische vaak mythologische taferelen, tussen de bedrijven bij toneelvoorstellingen. In Florence groeiden deze uit tot grootste gebeurtenissen m.n. bij de Medici-huwelijken. De Camerata (Nws.br. 6) kwam met haar monodische opvatting en van Monteverdi (1567-1643) is de eerste opera afkomstig die bewaard bleef en die regelmatig werd opgevoerd (La Favola d`Orfeo). Hij koos voor menselijke personages en situaties in plaats van de mythische allegorieën uit de intriges van de eerste opera`s.

 

Passie vormde steeds meer het onderwerp van de operacomponisten en opera werd ontspanning voor het grote publiek. Er was een onverzadigbare vraag naar nieuw werk en het werd het uitgevoerd en meestal snel weer vergeten. Alleen de libretti (teksten) bleven bewaard en deze werden opnieuw gebruikt. De muziek verdween of werd bewerkt in andere partituren.

De Italiaanse opera kende aanvankelijk declamatorische vocale muziek, waarvan de lange teksten afgewisseld werden met koren en dansen. Later werden de lange teksten ingedeeld in: Recitatief (soort gezongen tekst met eenvoudige begeleiding bedoeld om in korte tijd veel informatie te verschaffen) en Aria (liedachtige melodie die gezongen wordt als de actie stilvalt en er tijd is voor de zanger voor reflectie op het gebeurde, zijn gevoelens en zijn prachtige stem!). Castraten zongen de hoge zangpartijen.

 

In Frankrijk ontstond aan het hof van Lodewijk de XIV een versmelting tussen de Italiaanse stijlen en de Franse traditie van groots opgezette, op dans gebaseerde evenementen (Lully en Rameau; zie ook de DVD: Le Roi danse). Als reactie op de extravagante klank-en-lichtspektakels in Versailles ontwikkelde zich echter ook een nieuw genre, de opéra comique, dat lichter, korter en eenvoudiger was en gesproken tekst en aria`s aan elkaar verbond zonder gezongen recitatief .

In Engeland bleef het hoofse maskerspel (Masque), hoewel onder Karel II, die tijdens zijn ballingschap

kennis had gemaakt met Versailles, een eerste stap werd gedaan richting opera (Blow: Venus en Adonis -1682 ). Purcell (1659-1695)zie nwsbr.1,4,6,7en vooral 8 schreef zijn door Frankrijk beïnvloede Dido en Aeneas in 1689  met veel dans, maar…keerde daarna terug naar de semi-opera, een gesproken drama met veel muzikale interludia (tussenspelen).

In Duitsland bleef de basis van de autochtone muziek in de 17de eeuw religieus en instrumentaal, hoewel er wel Italiaanse operahuizen waren. Rond 1700 ontstond er het Singspiel, een populair, bewust eenvoudig, mengsel van komische tekst en zang.

G. F. Händel (1685-1759) vertrok als jongen vanuit Duitsland naar Italië om theatercomponist te worden, maar hij vestigde zich hierna in Londen (Rinaldo-1711) en Purcell heeft veel invloed op hem gehad. Omdat de meeste ‘ster’-zangers Italianen waren werd opera vaak nog geschreven in hun taal, ook al traden ze op in Engeland, Duitsland of Oostenrijk. Dit veranderde wel onder Händel.

 

In de Barok van de 18de eeuw zongen nog steeds de castraten de grote helden- of fantastische minnaarrollen, hoewel vrouwen nu ook belangrijke rollen en zelfs mannenrollen, konden krijgen.

De ultieme bedoeling van de opera was de zangers te vleien met stukken die hun alle mogelijkheden boden hun vocale talenten te demonstreren. De soloaria`s werden achter elkaar geplaatst om van het hele spektakel een gekostumeerd concert te maken. Elke aria illustreerde een bepaalde stemming (woede, spijt jaloezie etc.)en bestond uit deel A, deel B en een opgesierde herhaling (da capo) van deel A. Na de aria verliet de zanger het toneel, zijn miniconcert was afgelopen en men mocht heel hard applaudisseren. De absurditeit en lengte van de plots van een opera seria zijn grotendeels toe te schrijven aan deze vereiste eindeloze monologen-met-exit.

In Italië ontwikkelde zich een nieuw soort komisch theater: de intermezzi( cf. intermedii).  Dit werd uiteindelijk de commedia dell’ arte, waarin stereotype platvloerse personen en situaties voorkwamen (Pergolesi verfijnde dit genre). Wegens de grove humor kreeg het genre de naam opera buffa.

 

De excessen van de opera seria riepen in allerlei landen reacties op. De grootste hervormer in de Duitstalige gebieden was Christoph Willibald von Gluck (1714-1787). Hij publiceerde een manifest tegen m.n. Metastasio in Wenen waarin hij wilde afrekenen met de wantoestanden binnen de opera en hij streefde naar het ideaal van ‘bekoorlijke ongekunsteldheid’. (Metastasio, eigenlijk geheten: Antonio Domenico Bonaventura Trapassi, 1698-1782, schreef veel libretti waarin hij het absolutistische koningschap verheerlijkte; zijn werken zijn wel 800 keer bewerkt tot opera`s; en enige populaire stukken wel 70 keer). Gluck wilde geen overversierde da capo aria`s meer. Elegantie en soberheid telden alleen nog en zijn latere opera`s zitten vol menselijke wezens die in hun doen en laten ook als zodanig herkenbaar zijn. Toen Gluck in Parijs woonde, stond hij onder bescherming van Marie Antoinette en versloeg hij de pro-Italiaanse stijl, maar toen hij terugkeerde naar Wenen, kwam Parijs weer onder Italiaanse (sentimentele)betovering.

J. Christian Bach  (1735 -1782) was het 18de kind van J.S. Bach en hij staat bekend als de Engelse Bach. Hij studeerde aanvankelijk in Italië, werd Rooms Katholiek, schreef o.a. in Londen veel opera`s (als laatste: La Clemenza di Tito) en hij heeft behalve op Haydn en Beethoven veel invloed gehad op het werk van Mozart (Nws.br.2 en vooral 10 ) Deze schreef op 12-jarige leeftijd zijn eerste opera en schikte zich toen nog naar alle voorschriften van de opera seria, maar snel daarna brak hij hiermee. Hij schiep mensen van vlees en bloed wier acties niet geleid werden door kunstmatige regels maar op een natuurlijke manier voorkwamen uit de situaties waarin ze verkeerden. Zijn personen gaan gewoon met elkaar om en hoewel het nog steeds ‘nummer’-opera`s waren (aria`s, recitatieven, koren enz.) gaan de nummers vaak naadloos in elkaar over. Mozart heeft veel ontleend aan de opera buffa.

 

In het Frankrijk t.t.v. de Revolutie moest de opera die van de ‘oude orde’ was, radicale en politiek zeer correcte termen bevatten, als ze nog een rol van betekenis wilde spelen. Reddingsopera`s waarin het kwade werd gewroken en vrijheidsgezinde onderwerpen werden de mode in Parijs.

Italië keerde weer terug tot de top van de 19de eeuwse opera dankzij Rossini. Zijn beste opera`s zijn komedies en zij worden gezongen in de belcantostijl.  (grote decoratieve virtuositeit waarbij de spontane emotie vaak wijkt voor technische bravoure). Zijn navolgers waren Donizetti en Bellini. Deze laatste schreef een groot oeuvre, vond een middenweg tussen virtuositeit en expressie en beïnvloedde op zijn beurt Verdi en Puccini.

Rossini was een bewonderaar en vriend van Maria Malibran  (1808-1836) die te Parijs werd geboren als María Felicia García Sitches in de beroemde Spaanse muziek familie García. Haar vader  Manuel was naast tenor ook componist en zangdocent.  Hij dwong haar zo hard te studeren dat ze, hoewel ze een altstem had, ook alle sopraannoten kon zingen. Om haar tirannieke vader te ontvluchten, trouwde ze met de bankier Eugène Malibran, die erg veel schulden bleek te hebben, die hij met haar gage hoopte af te betalen. Ze probeerde tevergeefs van hem te scheiden. Uiteindelijk kon ze in 1836 eindelijk trouwen met haar geliefde, Charles de Bériot, maar ze overleed kort daarna na een val van een paard.

Maria M. zong veel muziek van Rossini, maar vooral van Bellini en  Donizetti. Daarnaast heeft ze ook een aantal composities op haar naam staan.                     

 

De Parijse trends bleven in de 19de eeuw nog steeds zeer belangrijk. Berlioz bracht de ‘grand opéra’ (opera met balletscènes) op een hoger niveau, maar Bizet werd de meest vooraanstaande Franse operacomponist. In zijn ‘Carmen’ zit al dát realisme (verismo) dat de Italianen pas vijftien jaar later uitvinden. 

In Duitsland richtte Wagner zijn pijlen op de Franse opera (m.n. Meyerbeer) omdat hij vond dat daar de opera was gedegradeerd van hoge kunstvorm tot populair entertainment. Hij gaf de opera zijn ‘nobele, zuivere’ status weer terug, rekende af met de ‘nummer’-opera en schreef ‘doorlopend gecomponeerde’ partituren. De vocale delen werden gedeclameerd op een manier die een kruising was tussen de aria en het recitatief. De zangers moesten vaak inzingen tegen een groot orkest dat soms belangrijker was dan de stemmen op het toneel. Dankzij Wagner werd het Duits voor het eerst een belangrijke operataal. Zijn operawerk heet ook Gesamtkunstwerk, omdat alles erin samenwerkte.

Verdere belangrijke nationalistische activiteiten waren het werk van Smetana en Dvorák (Nws.br.4) in Bohemen (het latere Tsjechië). Zij hadden een schrijfstijl voortkomend uit de volksmuziek.

Het voornaamste nationalistische centrum in de 19de eeuw was Rusland dat een eigen muzikale cultuur begon te ontwikkelen, los van de Franse en Italiaanse invloeden. Glinka schiep een verheven soort opera waarin geschiedenis en sprookjes met elkaar vermengd werden, maar hij en Moessorgski vonden dat compositie meer iets was voor semi-amateurs. Peter Iljitsj Tsjaikovski (Nws.br. 6) (1840-1893) verfijnde de Russische opera naar een West-Europese stijl.

 

In de 20ste eeuw was in Italië vooral belangrijk G. Puccini (1858-1925) vanwege zijn krachtige melodieën (Madame Butterfly). Richard Strauss (1848-1949) was in Duitsland de opvolger van Wagner. Als reactie op de grote dure producties van Wagner en Strauss gingen Kurt Weil en Bertolt Brecht experimenteren met een nieuw soort muziektheater dat populair wilde zijn en met cabaretachtige nummers, bevrijd van de hoge C`s en glamour van de operahuizen waar de sterren vooral zongen maar zeer slecht konden acteren.

Hitler, de grootste bewonderaar van Wagner, zorgde ervoor dat Duitsland zijn leidinggevende wagneriaanse overwicht in de operawereld verloor: De meeste belangrijke Duits-Oostenrijkse componisten gingen in ballingschap vooral in de Verenigde Staten en zij leverden daar hun eigen bijdrage aan de muzikale ‘melting-pot’. Belangrijke autochtone componisten in de VS waren Gershwin, Menotti, Barber, Bernstein (zie ook Musical: Nws.br. 6) en Glass.

Verder dient bij de ontwikkeling van de opera de verdienste van Maria Callas vermeld te worden: Zij was na de 2de Wereldoorlog de eerste die behalve zingen vooral ook kon acteren en zij verdreef daarmee Renata Tebaldi van wie men wel eens boosaardig zegt dat de decors beter waren –meer bewogen-  dan zij)

 

 

De duetten van de workshop (zie voor tekst en vertaling de bijlage):

 

Purcell`s enige echte opera Dido & Aeneas (ca. 1689) heeft een tekst van Nahun Tate, naar het Vierde Boek uit Vergilius Aeneis. Dido & Aeneas behoort tot de oudste werken van het operarepertoire, des te opmerkelijker omdat het Engelse opera is op Engelse tekst en geschreven voor een schooluitvoering op een kostschool voor jongedames. Vermoedelijk heeft de eigenaar van de school, de dansmeester Josias Priest , de rol van Aeneas gezongen; de verdere rollen zijn bijna allemaal vrouwelijke. De opera werd nooit in het publieke theater opgevoerd, maar was erg populair in privé kringen. Hij is enorm veel gekopieerd maar slechts één lied eruit is door Purcells weduwe afgedrukt in Orpheus Britannicus, en het hele werk bleef een manuscript tot 1840. De opera bezingt  (eerste akte) de liefde tussen Aeneas die uit Troje is gevlucht en bij Dido in Carthago  landt. De tovenares en haar heksen willen echter dat Aeneas Carthago direct verlaat (hij moet Rome gaan stichten). In de tweede akte zitten Dido en Aeneas tijdens de jacht met hun gezelschap in een woud, een storm steekt op en de vrouwen gaan schuilen in een grot. De tovenares, als Mercurius verkleed, beveelt Aeneas te vertrekken en hij doet dat vol droefenis en de heksen vieren hun overwinning met een woeste dans (Heksenduet). De muziek van deze dans is verloren gegaan, maar de woorden kent men uit een oud tekstboek. Later heeft men hiervoor twee passages uit andere werken van Purcell aangepast.

Uiteindelijk pleegt Dido in de derde akte zelfmoord, na  het beroemde lied: When I am laid in earth.

 

Händels Radamisto (HWV 12b) is een opera in drie aktes op een Italiaans libretto van Nicola Francesco Haym,, gebaseerd op L'amor tirranico, o Zenobia van Domenico Lalli and Zenobia van Matteo Noris dat weer (vrijelijk) gebaseerd is op Tacitus` Annalen over Keizerlijk Rome. Het was Händel' s eerste opera voor de Royal Academy of Music en deze werd voor het eerst opgevoerd in het King’ s Theatre te Londen op 27 april 1720. Het was een succes en er waren 10 uitvoeringen. Een herziene versie met andere zangers werd geschreven voor een uitvoering op 28 december 1720.  Ook daarna is Radamisto nog vele keren herschreven.  De opera bevat een groot aantal recitatieven en  speelt zich af in Armenië in het jaar 53 na Chr. Het vertelt een deel van het verhaal over Septimia Zenobia (ca. 241-?) die  koningin was van Palmyra (267-270/1) en  keizerin in Rome (270/1-272).   

Portret van Zenobia op een Antoninianus.  Foto met toestemming van Classical Numismatic Group, Inc. (CNG).De 1ste acte beschrijft de verdediging van de Thracische`hoofdstad door zijn koning Radamisto tegen Tiridates , koning van Armenië. De bedoeling van deze oorlog is vooral Zenobia (de vrouw van Radamisto) in handen te krijgen.  Ondanks heldhaftig verzet van Zenobia en Radamisto wordt de stad veroverd. Z. pleegt zelfmoord door in een riviertje te springen en R. laat zich gevangennemen om zijn vrouws  dood te wreken.

 

Acte 2: Z. is uit de rivier gered en Tiridates biedt haar aan koningin te worden. Tigrane (veldheer van Tiridates) zegt tegen Tiridates dat Radamisto is omgekomen en vervolgens verschijnt R. –verkleed- voor de Armeense koning om zijn (eigen) dood te melden. Tiridates belooft hem van alles als hij Zenobia kan bewegen zijn voorstel aan te nemen. Zenobia heeft haar man echter direct herkend en als ze toevallig even samen alleen zijn, beloven ze elkaar eeuwig trouw (Se teco vive –scène XII-25). In acte 3 blijft Tiridates achter Zenobia aanzitten. Zij werpt T.`s  scepter op de grond, waarop T. haar aanvalt. Radamisto - nog steeds vermomd- komt tussenbeide, maar wordt herkend en gevangengezet. Vlak voor Radamisto ter dood wordt gebracht komt er een opstand tegen T., waarbij hij schuld moet bekennen en afstand moet doen van de troon.

 

Rodelinda  regina de' Longobardi (HWV 19) is een opera seria uit 1725, in drie akten, gebaseerd op een libretto van Haym, op zijn beurt weer gebaseerd op een eerder libretto van Antonio Salvi, dat weer ontleend is aan Pierre Corneille’ s toneelstuk Pertharite, roi des Lombards, waarvan de gegevens afkomstig zijn uit Paulus Diaconus  Gesta Langobardorum. (Paulus Diaconus was een 8de eeuwse Benedictijner monnik wiens geschriften de aandacht trokken van Karel de Grote. G.L.  is een geschiedenis van het 7de eeuwse Lombardije. )  In de 1ste acte treurt Rodelinda, de koningin van L., over de dood van haar echtgenoot Bertarido. Zij weet niet dat hij nog in leven is en wacht op de gelegenheid zich te wreken op zijn verrader Grimoaldo, die hem heeft afgezet. Gr. doet Rodelinda een huwelijksaanzoek, maar zij weigert. Intussen probeert Gr. zich te ontdoen van zijn verloofde Eduige, die een zus is van Bertarido.  Bertarido bekijkt –vermomd-  zijn door Gr. (voor hem) opgerichte graftombe, waarbij Rodelinda bloemen komt leggen. Omdat Grimoaldo haar zoon dreigt te doden, belooft ze met hem te trouwen.  Acte 2 bevat o.a. de weigering van Rodelinda in het huwelijk te treden met Gr. zolang hij haar zoon nog niet heeft gedood, waarmee zij hoopt te bereiken dat hij in ieders ogen een monster zal worden.  Bertarido verwoordt zijn smart inmiddels, want hij is ervan overtuigd dat Rodelinda hem verraden heeft. Eduige verschijnt en zij vertelt hem dat Rodelinda hem absoluut trouw is. Rodelinda verneemt dat Bertarido nog in leven is en vindt hem. Grimoaldo echter beveelt Bertarido afscheid van Rodelinda te nemen want hij gaat het gevang in, te volgen door de dood. Einen Kuss nur/ Io t`abbraccio, e più che morte (scène nr. 15)  is hun tedere afscheidsduet.  In de 3de acte beraamt Eduige een plan om Bertarido te redden. Zijn vriend Unulfo geeft hem een zwaard en in de duisternis kunnen zij vluchten, hoewel er in de verwarring wat bloed vloeit. Rodelinda en Eduige vinden de bloedbesmeurde mantel en denken dat Bertarido vermoord is. Rodelinda is wanhopig.  Grimoaldo wordt achtervolgd door wroeging en kan zich alleen troosten met de gedachte dat hij een eenvoudige herder zal worden. Bij deze dromerij slaapt hij in en als iemand hem wil vermoorden, wordt deze neergeslagen door Bertarido. Uit dankbaarheid doet Grimoaldo afstand van de troon.

 

Uit Gluck`s Orfeo ed Euridice worden de duetten uit de 3de acte gezongen  Het libretto is van R.  de  Calzabigi .                              Samenvatting:

1e acte: Orfeo rouwt om de dood van zijn vrouw Euridice.  Zeus heeft medelijden gekregen en stuurt                                                                          Amor naar Orfeo met de mededeling dat hij naar de onderwereld mag afdalen en Orfeo doet dat.

2de acte: Bij de ingang van de onderwereld ontmoet O furiën en demonen die door hem gekalmeerd, de aftocht blazen. O. betreedt de Elyseese velden en Euridice wordt bij hem gebracht.  3de acte: Vieni appaga il tuo consorte, o cara; maar Euridice snapt niet waarom O. haar niet wil aankijken en denkt dat hij niet meer van haar houdt. Zij verzekert dan niet meer te willen leven: ‘Che fiero momento, che barbara sorte’.  Uiteindelijk neemt O. zijn vrouw in zijn armen en dan zakt ze dood in elkaar. O. wil zichzelf doden, maar Amor komt tussenbeide, zegt dat de liefde heeft gewonnen en E. wordt weer tot leven gewekt.

 

In zijn Italiaanse vorm lijkt Orfeo helemaal niet op een   Italiaanse opera uit die tijd, het is bijna een kameropera, maar het is Frans door het koorgebruik, de balletmuziek en de instrumentele tussenspelen. Het publiek vond Orfeo erg saai, het begon met een begrafenis en er kwamen geen zwierige liederen in voor. In Londen werden in 1770 verschillende voorstellingen gegeven met toevoegingen van J. Chr. Bach. Uiteindelijk heeft Gluck in 1774 in Parijs een nieuwe bewerking gemaakt. Deze ‘Franse versie’ (tragédie-ballet) ‘Orphée et Euridyce’ bevat vele veranderingen, extra nummers en werd niet meer door een castraat gezongen.

  

Bijna gelijktijdig met de Zauberflőte (1791) schreef Mozart zijn laatste opera La Clemenza di Tito (De goedheid van Tito) (KV 621) op bestelling voor de kroning van keizer Leopold II tot koning van Bohemen. Het libretto van C. Mazzolà was gebaseerd op een toneelstuk van Metastasio met dezelfde titel en het verhaal speelt zich af in Rome tijdens de regering van Titus (79-81).

1e acte: Vitellia, de dochter van de vorige keizer Vitellio, is razend op Titus omdat hij niet met haar maar met een buitenlandse prinses wil trouwen, waardoor zij geen keizerin va Rome kan worden. Ze stookt Sesto (die haar bemint) op om Titus te doden.

Annio vraagt Sesto te helpen keizerlijke toestemming te krijgen voor een huwelijk met Servilia de zus van Sesto. Sesto belooft Annio direct de hand van zijn zus  Deh prendi un dolce amplesso’.

Tito verandert intussen van mening en wil toch met een Romeinse trouwen, nl. Servilia en Annio, haar geliefde, moet haar die boodschap brengen. Servilia schrikt enorm (Ah, perdona al primo affetto) en zegt tegen Titus verliefd te zijn op Annio, maar dat ze, als Titus dat wil, haar liefde op zal geven. Titus besluit haar geluk niet in de weg te staan. Vitellia belooft Sesto te trouwen als hij Titus heeft vermoord. Iets later hoort ze dat Titus toch met haar (=V) zal huwen. Sesto is inmiddels al onderweg     om de moord te plegen, vol innerlijke tweestrijd omdat T. een goede vriend van hem is. Maar: het Capitool staat al in brand, hij is te laat!

2e acte: Annio vertelt Sesto dat Titus de aanslag heeft  overleefd en raadt hem aan alles op te biechten, terwijl Vitellia hem de raad geeft te vluchten, maar Sesto wordt gearresteerd en bekent, maar vertelt niets over het aandeel van Vitellia. V. weet dat ze met een schuldig geweten nooit keizerin kan worden en biecht alles op. Titus vergeeft iedereen want beseft dat wraak nergens toe leidt.

 

Le Nozze di Figaro is gebaseerd op een reeds bestaand Frans toneelstuk van Beaumarchais (1732-1799). Het gaat over een graaf die de strijd aangaat met zijn bediende. Napoleon zei  later : ‘C`était la révolution en action’. Het stuk bleef tot de eerste publieke uitvoering op 27 april 1784 controversiële reacties oproepen in Franse theaterkringen. Het succes was echter overweldigend. In 1785 werden zelfs drie Franse versies van het stuk opgevoerd!                             

 

Samenvatting:

Figaro, de vroegere barbier van Sevilla, is in dienst van graaf Almaviva. Voor zijn huwelijk met Susanna, het kamermeisje van de gravin, heeft hij toestemming nodig van de graaf. Deze heeft juist in een grootmoedige bui afstand gedaan van zijn ‘recht om de eerste nacht (ius primae noctis) met de bruiden van zijn personeel te slapen’ (n.b. het Groot Operaboek ontkent dat dat recht ooit bestaan zou hebben!), maar hij heeft er alweer spijt van want hij is in de ban van Susanna`s schoonheid. De handeling speelt zich af in de achttiende eeuw in het paleis en de tuinen van Aguas Frescas bij Sevilla.

Bij het opgaan van het doek ziet men de kamer van Figaro, die vandaag gaat trouwen. Figaro meet het vertrek op en Susanna is haar trouwhoedje aan het passen (duet: Cinque..dieci…venti). Susanna is niet helemaal tevreden met de ligging van de kamer tussen die van de graaf en de gravin. Ze is bang dat de graaf te dicht in de buurt komt als F. weg is. F. hoort van haar dat de graaf zich in de praktijk niet aan zijn belofte houdt en hij zingt een aria dat hij hem wel lik op stuk zal geven.

Dr. Bartolo, de vroegere voogd van de gravin, verschijnt, vergezeld van zijn vroegere huishoudster, Marcellina, ooit de gouvernante van de gravin. Ze hebben nog een appeltje te schillen met Figaro omdat deze indertijd de graaf heeft geholpen om Rosina (de tegenwoordige gravin) te onteren, juist toen Bartolo zelf van plan was met haar te trouwen. Hij zweert dat hij zich op hem zal wreken. Susanna komt binnen en ziet haar vijandin Marcellina, die ooit een oogje had op Figaro. Een jonge page, Cherubino, komt bedroefd binnen want hij is door de graaf gesnapt toen hij Susanna`s nichtje Barbarina wilde bezoeken, net toen de graaf zelf ook zo`n zin had.

Men hoort de graaf aankomen, Cherubino verstopt zich achter een leunstoel, de graaf wil Susanna het hof maken maar wordt gestoord door de muziekleraar Don Basilio een superroddelaar  De graaf verstopt zich ook. Don Basilio roddelt ditmaal over Cherubino die alle vrouwen in het kasteel achternaloopt, zelfs de gravin. De graaf springt tevoorschijn, jaagt Cherubino weg en stuurt hem uiteindelijk het leger in.  Er ontstaan allerlei pijnlijke situaties, maar gelukkig komt er net een groep landlieden, aangevoerd door Figaro, de graaf hulde brengen voor zijn grootmoedige afstanddoen van het Droit du seigneur.

In de volgende aktes willen de gravin en Susanna de graaf straffen voor zijn overspelige gedrag en ervoor zorgen dat het grafelijk paar in liefde wordt herenigd.  Op de trouwdag van Figaro en Susanna speelt S. de graaf een briefje in handen: een uitnodiging voor een rendez-vous. Toch zal zij niet degene zijn die hij daar treft, maar de als Susanna verklede gravin. Graaf Almaviva tuint erin, leert zijn lesje, smeekt zijn vrouw  om vergeving en belooft haar eeuwige trouw.

 

De tekst van Le Prisonnier van M. Malibran, is geschreven door Pierre-Jean de Béranger, die veel satires schreef die de spot dreven met de Franse koningen en de reactionaire geestelijkheid. Om deze reden werd hij drie maanden gevangen gezet. Hier verwijst de tekst dus naar.

Le Prisonnier moest gezongen worden op een melodie uit een opera van Beauplan, maar Malibran heeft de woorden omgeschreven naar een duet voor twee vrouwenstemmen.

 

De opera Pikovaja Dama/Pique Dame (Schoppenvrouw) (1890) van Tsjaikovski speelt zich af in St. Petersburg eind 18de eeuw. In de 1e acte vertelt Hermann aan zijn vrienden dat hij wordt gekweld door zijn liefde voor Lisa, een meisje dat hij nog nooit sprak omdat hun sociale achtergrond zo verschillend is. Lisa is al verloofd met prins Jeletski maar is diep geraakt door Hermanns smachtende blik. H. hoort dat de grootmoeder(gravin) van Lisa bekend staat als ‘Schoppenvrouw’ omdat ze in ruil voor seksuele gunsten het geheim kreeg om het kaartspel te winnen. H. is vastbesloten Lisa te veroveren en als hij wint bij het kaartspel kan hij rijk worden en haar ten huwelijk vragen. Het duet Uzh vecher speelt zich af in Lisa`s kamer en wordt gezongen door Lisa en haar vriendin Pauline. H. verschijnt op het balkon en dreigt zelfmoord te plegen en uiteindelijk bekent L. dan haar liefde aan H.  In de 2e acte zijn L. en H. aanwezig op een gemaskerd bal en H. krijgt een briefje van L. dat hij morgenavond mag binnenkomen bij haar via de kamer van de gravin. Maar hij wil meteen, verbergt zich in de kamer van de gravin om het geheim te ontdekken, komt te voorschijn als de gravin alleen is en probeert haar over te halen. Hij bedreigt haar met een pistool en zij sterft van schrik. L. komt binnen, beschuldigt hem van moord en stuurt hem weg. In de 3de acte beseft Lisa dat ze Hermann misschien ten onrechte heeft beschuldigd, maar ondertussen verschijnt de geest van de gravin aan H. die hem het geheim meedeelt. Hij wil onmiddellijk naar de speelzaal, zet al zijn geld op de laatste kaart, maar dat is niet de aas, zoals beloofd, maar de schoppenvrouw. De gravin verschijnt voor H. die gek wordt en zichzelf neersteekt.

 

Pique Dame is nooit een groot succes geworden en misschien komt dat omdat de hoofdrol door een tenor moet worden gezongen die ook nog zeer goed toneel moet kunnen spelen. De aria`s (en voornoemd duet) worden wel veel los uitgevoerd.

 

Literatuur:

Oxford Concise Dictionary of Music; L. Riemens: Groot Opera Boek; M.White & E. Henderson, Opera & Operette; E. Vreuls, Muziekgeschiedenis 1400-heden; Sesam atlas van de Muziek; CD boekje/La Clemenza di Tito, inleiding Songs and Duets of Garciá, Malibran and Viardot,  New Grove en Internet                                                                    

 

Teksten/vertalingen:

 

Het Hesenduet luidt : But ere we this perform, we`ll conjure for a storm, to mar their hunting sport and drive `em back to court.

 

     Gluck : Vieni appaga il tuo consorte 

       (N.B. deze tekst wijkt iets af van de gebruikte uitgave)

ORFEO

Vieni, appaga il tuo consorte!

Come, do your husband's bidding!

EURIDICE

No, più cara è a me la morte,

Che di vivere con te!

 

No, death is dearer to me

than life with you!

O.

Ah, crudel!

 

Cruel one!

E.

Lasciami in pace!

 

Leave me in peace!

O.

No, mia vita, ombra seguace

Verrò sempre intorno a te !

 

No, my life, I will always come after you

like a haunting shadow.

E.

Ma perché sei sì tiranno?

 

Then why are you so harsh?

O.

Ben potrò morir d'affanno,

Ma giammai dirò perché!

 

I well could die of sorrow,

but I will never tell you why.

E. ed O.

Grande, o Numi è il dono vostro!

Lo conosco e grata/grato io sono!

Ma il dolor, che unite al dono,

È insoffribile per me!

Great is your gift, ye gods!

I recognise it and am grateful!

But the grief which accompanies

your gift is past all bearing!

 

 

Che fiero momento!
Che barbara sorte!                             What a terrible moment
Passar dalla morte                             What a harsh fate it is
A tanto dolor!                                    To pass from death into such

                                                           suffering.
Avvezza al contento                          Imbued with the bliss of a
D'un placido oblio,                            calm oblivion, among these
Fra queste tempeste                           storms my heart is lost
Si parade li mio cor.                          I reel, I quake.

 

 

 

         Mozart:

        

         Deh prendi un dolce amplesso:      Neem (haar) in zoete omarming

         amico mio fede! E ognor per me    mijn trouwe vriend! En moge

         lo stesso,ti serbi amico il ciel          de hemel jou altijd en voor

                                                                 eeuwig voor mij als vriend bewaren

                                                                   

         Annio:                                

         Ah perdona al primo affetto           Ah forgive,my former love

         Questo accento sconsigliato:           that thoughtless word

         Colpa fu del labbro usato                it was the fault of lips

         A così chiamarti ognor                    accustomed always to call you so

         Servilia :                                                                                       

         Ah, tu fosti il primo oggetto           Ah you were the first person

         Che finor fedel amai                       whom I ever truly loved

         E tu l`ultimo sarai                            and you will be the last

         Ch`abbia nido in questo cor.            to be sheltered in my heart.

         Annio:

         Cari accenti del mio bene                Dear words of my beloved

         Servilia:

         Oh mia dolce, cara speme                O my sweat, dear hope!

         Servilia, Annio:

         Più che ascolto i sensi tuoi               The more I hear your words

         In me cresce più l àrdor                    the greater grows my passion

         Quando un`alma è all`altra unita     when one soul unites with another

         qual piacere un cor risente!              what joy a heart feels !      

         Ah, si tronchi dalla vita                    Ah eliminate from life

         Tutto quel che non è amor                all that is not love!

 

       Cinque..dieci..venti….

Figaro:Cinque..dieci..venti..trenta..

Trentasei…. Quarantatré

Susanna:Ora sì ch`io son contenta;

Sembra fatto inver per me.

Guarda un po`, mio caro Figaro

Guarda adesso il mio cappello.

 

Figaro:sì mio core, or è più bello:

Sembra fatto inver per te.

 

 

 

 

 

 

 

Susanna e Figaro:

Ah, il mattino alle nozze vicino

Quanto è dolce al mio (tuo) tenero sposo

Questo bel cappellino vezzoso

Che Susanna ella stessa si fé

Fig: Five..ten..twenty..thirty..

Thirty-six..forty-three

Sus: Oh yes, now I `am pleased with it; it seems just made for me.

Take a look, my darling Figaro

Look at my hat now.

 

Fig: Yes, my love, it`s prettier now;

It seems just made for you.

 

 

Ah, upon this wedding morning,

How the loving bridegroom

Takes pleasure in this pretty bonnet

Which Susanna made herself

   

     Händel: 1. Se teco   (uit Radamisto)

Uit opera-partituur:

Duetto di Zenobia e Radamisto

Zenobia

Se teco vive il cor,

Caro!per la tua fe’,

Non ho più affanni al sen.

Sarà ognor quest'alma amante,

Più fedel a te, mio ben.

Radamisto

Se teco vive il cor,

Cara! per la tua fe’,

Non ho più affanni al sen.

Il mio cor sarà costante,

Più fedel a te, mio ben

 

 

 

(Versie R.Franck)

Duetto di Zenobia e Radamisto

Zenobia

Se teco vive il cor,

Caro che la tua fe’,

Non m`abbandoni almen.

Può mancar la luce al sole,

Vacillar non può il mio piè,

Se teco vive etc..

 

Radamisto

Se teco vive il cor,

Cara! che la tua fe’,

Non m`abanndoni almen

Può cader l `eterna mole

Vacillar non può il mio piè,

Se teco vive etc.

(Peters editie:)

Tekst op workshop:

Zenobia

Wenn mit dir lebt mein Herz

Teurer, wenn deine Treu

Mir nur nichts rauben kann.

Mag ohn Licht die Sonne wallen, unerschüttert bleib, ja bleib ich dann

Wenn mit dir lebt etc.

 

Radamisto

Wenn mit dir lebt mein Herz

Teure, wenn deine Treu

Mir nur nichts rauben kann.

Mag die Welt zusammen fallen

unerschüttert  bleib ich dann.

Wenn mit dir lebt etc.

 

2. Einen Kuss nur (uit Rodelinda)

Rodelinda

 

Non ti bastò, Consorte, trafiggermi da lungi

Con l’avviso crudel della tua morte;

se per dar al mio sen pena maggiore

non ti guidava amore a morir su’miei lumi?

Bertarido

Ah! Sposa, e pur son trà mie sventur e or sì contento,

che dal destin tradito mi giunge anche gradito il tradimento.

Duetto di Rodelinda e Bertarido

Io t’abbraccio

E più che morte, aspro e forte, è pel cor mio questo addio, che il tuo sen dal mio divide.

Ah mia vita, ah mio tesoro, se non moro,

è più tiranno quell’affanno,

che dà morte, e non uccide.

Io t’abbraccio… etc.

Rodelinda (tekst Peters-op workshop)= bew. Oskar Hagen

So sollt es nicht genug sein mit der grausamen Botschaft, ferne von mir seist du gestorben.

Mir wieder geschenkt, soll ich`s erdulden dich, einzig Geliebten sterben zu sehen.

 

 

Bertarido

Unsre Liebe bleibt bestehen,

Sie macht das Sterben leicht.

 

 

Duet:

Einen Kuss nur, Ach härter als das bittre Sterben trifft mein

Herz dieser Abschied, der mich ewig von dir scheidet.

Ach mein Liebster (Ach mein Leben)! Wär`s nur Sterben .

Doch ach wie bitter der

Gedanke, der uns Tod gibt, tötet nicht! Einen Kuss nur etc.

 

Le Prisonnier

Reine des flots, sur ta barque rapide  vogue en chantant, au bruit des longs échos.

Les vents sont doux, l`onde

est calme et limpide,

Le ciel sourit: vogue, reine

des flots.

Moi captive à la fleur de

 l `age dans ce vieux fort inhabité, j`attends chaque

jour ton passage come

j attends la liberté.

De quel espoir mon coeur

S `enivre! Tu veux m ` arra-

cher de ce fort. Libre par toi

 je vais te suivre; Le bonheur est sur l`autre bord.

Tu t`arrêtes, et ma souffrance

Semble mouiller tes yeux de

Pleurs. Hélas! Sembable à

L `espérance tu passes, tu

fuis et je meurs.

 

Queen of the sea, on your

boat rapid, sail in singing to

the sound of long echoes.

The winds are sweet, the

Water is calm and clear;

The sky smiles; sail queen

of the sea;

Myself, captive in the flower

of my youth in this old fort

deserted, I wait every day

your coming just as I await

liberty.

From that hope my heart is enraptured? You want to me

remove from this fort. Freed

by you, I am going you to

follow; happiness is on the

other shore. You stop, and

my suffering seems to

dampen your eyes with tears.

Alas, comparable to hope

you pass by, you flee, and I

die.

 

 

 Pique Dame/Uz vecher

Uzh vecher oblako pomerknuli kraya  Het is avond, wolkenkleur

posledni luch zari na bashnyakh       van de avond, de laatste straal

                                        umiraet      van de schemering

Poslednyaya v reke blestyaschaya    verlicht de torens

                                        struya

s potuknshim nebom ugasaet            de laatste glanzende golven 

                                                          van de rivier worden steeds

                                                          donkerder

Vsio tiho roshi spiat vokrug zarit     alles wordt stil

                                          pokoy      ik lig in het gras onder  de 

prastiorshis na  tra ve pad ivoy         boom; ik luister naar het water;

                               na klanionnoy    samen met de waterstroom

vnimaiu kak zhurchit, slivaiasia         rondom de planten

srekoy, patok kustami asenionyy

Kak slit s porokhladoyu rastenii       Alles is koel en alles ruikt

                                         aromat     

Kak sladko v tishine u brega strui     hoe heerlijk de rust, de stilte

                                   pleskanye       van het water

Kak tiho veyanye efira po vodam     hoe heerlijk de rust, de adem

                                                          van de nacht boven het water

I gibkoi ivy trepetanye                      het trillen van de blaadjes in het water

                                                                                

 

 

 Terug naar de pagina  Muziek       óf    de        Homepage   van     Charlotte Anna Hansson