Nieuwsbrief DUET-SALON
nr. 15 (febr. 2008)
HET OPERA-DUET
Het eerste gedeelte van deze Nieuwsbrief is een
enigszins aangepaste versie van brief nr. 11 (febr. 2007) .Eenieder gelieve
zelf de voor haar/hem interessante wetenswaardigheden er uit te
destilleren!
De term ‘Opera’ is een afkorting van ‘Opera in Musica’,
een meervoudsvorm die iets enkelvoudigs aanduidt. In theorie zou deze
benaming op ieder muziekwerk van toepassing kunnen zijn. Met de
enkelvoudige terminologie ‘Opera’ wordt een toneelstuk bedoeld waarin de
tekst wordt gezongen in plaats van gesproken, met begeleiding door een
orkest. Het toneel-element is fundamenteel; indien dat ontbreekt, is het
een Oratorium.
Een heel gedetailleerde geschiedenis van de Opera is in
zo`n kort bestek als deze Nieuwsbrief eigenlijk niet mogelijk. De
ontwikkelingen worden zeer globaal geschetst en dieper wordt slechts
ingegaan op die componisten wier duetten in de DUET-SALON ter sprake komen.
Voor meer informatie wordt verwezen naar de literatuurlijst. Soms wordt bij
een stroming of componist verwezen naar eerdere Nieuwsbrieven (Nws.br.nr…).
Zie hiervoor ook de Index daarop.
Tijdbalk met enige essentiële begrippen en data:
1600
1800 1900
(Franse revolutie)
Renaissance-Barok Classicisme Romantiek/groei Verismo
Nationalisme
Intermedii/Masque-Opera
Seria-Intermezzi(Buffa) Reddingsopera
Belcanto
De Opera ontstond aan het begin van de 17de eeuw tijdens
de Renaissance. De liturgische (=kerk) drama`s die muziek en theater in
zich verenigden hebben daarin een belangrijk aandeel gehad evenals de
Intermedii. Dat waren in de 16de eeuw muzikale tussenspelen al dan niet met
ballet met scenische vaak mythologische taferelen, tussen de bedrijven bij
toneelvoorstellingen. In Florence groeiden deze uit tot grootste
gebeurtenissen m.n. bij de Medici-huwelijken. De Camerata (Nws.br. 6) kwam
met haar monodische opvatting en van Monteverdi (1567-1643) is de eerste
opera afkomstig die bewaard bleef en die regelmatig werd opgevoerd (La
Favola d`Orfeo). Hij koos voor menselijke personages en situaties in plaats
van de mythische allegorieën uit de intriges van de eerste opera`s.
Passie vormde steeds meer het onderwerp van de operacomponisten
en opera werd ontspanning voor het grote publiek. Er was een onverzadigbare
vraag naar nieuw werk en het werd het uitgevoerd en meestal snel weer
vergeten. Alleen de libretti (teksten) bleven bewaard en deze werden
opnieuw gebruikt. De muziek verdween of werd bewerkt in andere partituren.
De Italiaanse opera kende aanvankelijk declamatorische
vocale muziek, waarvan de lange teksten afgewisseld werden met koren en
dansen. Later werden de lange teksten ingedeeld in: Recitatief (soort
gezongen tekst met eenvoudige begeleiding bedoeld om in korte tijd veel
informatie te verschaffen) en Aria (liedachtige melodie die gezongen wordt
als de actie stilvalt en er tijd is voor de zanger voor reflectie op het
gebeurde, zijn gevoelens en zijn prachtige stem!). Castraten zongen de hoge
zangpartijen.
In Frankrijk ontstond aan het hof van Lodewijk de XIV
een versmelting tussen de Italiaanse stijlen en de Franse traditie van
groots opgezette, op dans gebaseerde evenementen (Lully en Rameau; zie ook
de DVD: Le Roi danse). Als reactie op de extravagante
klank-en-lichtspektakels in Versailles ontwikkelde zich echter ook een
nieuw genre, de opéra comique, dat lichter, korter en eenvoudiger was en
gesproken tekst en aria`s aan elkaar verbond zonder gezongen recitatief .
In Engeland bleef het hoofse maskerspel (Masque), hoewel
onder Karel II, die tijdens zijn ballingschap
kennis had gemaakt met Versailles, een eerste stap werd
gedaan richting opera (Blow: Venus en Adonis -1682 ). Purcell
(1659-1695)zie nwsbr.1,4,6,7en vooral 8 schreef zijn door Frankrijk
beïnvloede Dido en Aeneas in 1689
met veel dans, maar…keerde daarna terug naar de semi-opera, een
gesproken drama met veel muzikale interludia (tussenspelen).
In Duitsland bleef de basis van de autochtone muziek in
de 17de eeuw religieus en instrumentaal, hoewel er wel Italiaanse
operahuizen waren. Rond 1700 ontstond er het Singspiel, een populair,
bewust eenvoudig, mengsel van komische tekst en zang.
G. F. Händel (1685-1759) vertrok als jongen vanuit
Duitsland naar Italië om theatercomponist te worden, maar hij vestigde zich
hierna in Londen (Rinaldo-1711) en Purcell heeft veel invloed op hem gehad.
Omdat de meeste ‘ster’-zangers Italianen waren werd opera vaak nog
geschreven in hun taal, ook al traden ze op in Engeland, Duitsland of
Oostenrijk. Dit veranderde wel onder Händel.
In de Barok van de 18de eeuw zongen nog steeds de
castraten de grote helden- of fantastische minnaarrollen, hoewel vrouwen nu
ook belangrijke rollen en zelfs mannenrollen, konden krijgen.
De ultieme bedoeling van de opera was de zangers te
vleien met stukken die hun alle mogelijkheden boden hun vocale talenten te
demonstreren. De soloaria`s werden achter elkaar geplaatst om van het hele
spektakel een gekostumeerd concert te maken. Elke aria illustreerde een
bepaalde stemming (woede, spijt jaloezie etc.)en bestond uit deel A, deel B
en een opgesierde herhaling (da capo) van deel A. Na de aria verliet de
zanger het toneel, zijn miniconcert was afgelopen en men mocht heel hard
applaudisseren. De absurditeit en lengte van de plots van een opera seria
zijn grotendeels toe te schrijven aan deze vereiste eindeloze
monologen-met-exit.
In Italië ontwikkelde zich een nieuw soort komisch
theater: de intermezzi( cf. intermedii).
Dit werd uiteindelijk de commedia dell’ arte, waarin stereotype
platvloerse personen en situaties voorkwamen (Pergolesi verfijnde dit
genre). Wegens de grove humor kreeg het genre de naam opera buffa.
De excessen van de opera seria riepen in allerlei landen
reacties op. De grootste hervormer in de Duitstalige gebieden was Christoph
Willibald von Gluck (1714-1787). Hij publiceerde een manifest tegen m.n. Metastasio
in Wenen waarin hij wilde afrekenen met de wantoestanden binnen de opera en
hij streefde naar het ideaal van ‘bekoorlijke ongekunsteldheid’.
(Metastasio, eigenlijk geheten: Antonio Domenico Bonaventura Trapassi,
1698-1782, schreef veel libretti waarin hij het absolutistische koningschap
verheerlijkte; zijn werken zijn wel 800 keer bewerkt tot opera`s; en enige
populaire stukken wel 70 keer). Gluck wilde geen overversierde da capo
aria`s meer. Elegantie en soberheid telden alleen nog en zijn latere
opera`s zitten vol menselijke wezens die in hun doen en laten ook als
zodanig herkenbaar zijn. Toen Gluck in Parijs woonde, stond hij onder
bescherming van Marie Antoinette en versloeg hij de pro-Italiaanse stijl,
maar toen hij terugkeerde naar Wenen, kwam Parijs weer onder Italiaanse
(sentimentele)betovering.
J. Christian Bach
(1735 -1782) was het 18de kind van J.S. Bach en hij staat bekend als
de Engelse Bach. Hij studeerde aanvankelijk in Italië, werd Rooms
Katholiek, schreef o.a. in Londen veel opera`s (als laatste: La Clemenza di
Tito) en hij heeft behalve op Haydn en Beethoven veel invloed gehad op het
werk van Mozart (Nws.br.2 en vooral 10 ) Deze schreef op 12-jarige leeftijd
zijn eerste opera en schikte zich toen nog naar alle voorschriften van de
opera seria, maar snel daarna brak hij hiermee. Hij schiep mensen van vlees
en bloed wier acties niet geleid werden door kunstmatige regels maar op een
natuurlijke manier voorkwamen uit de situaties waarin ze verkeerden. Zijn
personen gaan gewoon met elkaar om en hoewel het nog steeds
‘nummer’-opera`s waren (aria`s, recitatieven, koren enz.) gaan de nummers
vaak naadloos in elkaar over. Mozart heeft veel ontleend aan de opera buffa.
In het Frankrijk t.t.v. de Revolutie moest de opera die
van de ‘oude orde’ was, radicale en politiek zeer correcte termen bevatten,
als ze nog een rol van betekenis wilde spelen. Reddingsopera`s waarin het
kwade werd gewroken en vrijheidsgezinde onderwerpen werden de mode in
Parijs.
Italië keerde weer terug tot de top van de 19de eeuwse
opera dankzij Rossini. Zijn beste opera`s zijn komedies en zij worden
gezongen in de belcantostijl. (grote
decoratieve virtuositeit waarbij de spontane emotie vaak wijkt voor
technische bravoure). Zijn navolgers waren Donizetti en Bellini. Deze
laatste schreef een groot oeuvre, vond een middenweg tussen virtuositeit en
expressie en beïnvloedde op zijn beurt Verdi en Puccini.
Rossini was een bewonderaar en vriend van Maria Malibran
(1808-1836) die te Parijs werd
geboren als María Felicia García Sitches in de beroemde Spaanse muziek
familie García. Haar vader Manuel
was naast tenor ook componist en zangdocent. Hij dwong haar zo hard te studeren dat
ze, hoewel ze een altstem had, ook alle sopraannoten kon zingen. Om haar
tirannieke vader te ontvluchten, trouwde ze met de bankier Eugène Malibran,
die erg veel schulden bleek te hebben, die hij met haar gage hoopte af te
betalen. Ze probeerde tevergeefs van hem te scheiden. Uiteindelijk kon ze
in 1836 eindelijk trouwen met haar geliefde, Charles de Bériot, maar ze
overleed kort daarna na een val van een paard.
Maria M. zong veel muziek van Rossini, maar vooral van
Bellini en Donizetti. Daarnaast
heeft ze ook een aantal composities op haar naam staan.
De Parijse trends bleven in de 19de eeuw nog steeds zeer
belangrijk. Berlioz bracht de ‘grand opéra’ (opera met balletscènes) op een
hoger niveau, maar Bizet werd de meest vooraanstaande Franse
operacomponist. In zijn ‘Carmen’ zit al dát realisme (verismo) dat de
Italianen pas vijftien jaar later uitvinden.
In Duitsland richtte Wagner zijn pijlen op de Franse
opera (m.n. Meyerbeer) omdat hij vond dat daar de opera was gedegradeerd
van hoge kunstvorm tot populair entertainment. Hij gaf de opera zijn
‘nobele, zuivere’ status weer terug, rekende af met de ‘nummer’-opera en
schreef ‘doorlopend gecomponeerde’ partituren. De vocale delen werden
gedeclameerd op een manier die een kruising was tussen de aria en het
recitatief. De zangers moesten vaak inzingen tegen een groot orkest dat
soms belangrijker was dan de stemmen op het toneel. Dankzij Wagner werd het
Duits voor het eerst een belangrijke operataal. Zijn operawerk heet ook Gesamtkunstwerk,
omdat alles erin samenwerkte.
Verdere belangrijke nationalistische activiteiten waren
het werk van Smetana en Dvorák (Nws.br.4) in Bohemen (het latere Tsjechië).
Zij hadden een schrijfstijl voortkomend uit de volksmuziek.
Het voornaamste nationalistische centrum in de 19de eeuw
was Rusland dat een eigen muzikale cultuur begon te ontwikkelen, los van de
Franse en Italiaanse invloeden. Glinka schiep een verheven soort opera
waarin geschiedenis en sprookjes met elkaar vermengd werden, maar hij en
Moessorgski vonden dat compositie meer iets was voor semi-amateurs. Peter
Iljitsj Tsjaikovski (Nws.br. 6) (1840-1893) verfijnde de Russische opera
naar een West-Europese stijl.
In de 20ste eeuw was in Italië vooral belangrijk G.
Puccini (1858-1925) vanwege zijn krachtige melodieën (Madame Butterfly).
Richard Strauss (1848-1949) was in Duitsland de opvolger van Wagner. Als
reactie op de grote dure producties van Wagner en Strauss gingen Kurt Weil
en Bertolt Brecht experimenteren met een nieuw soort muziektheater dat
populair wilde zijn en met cabaretachtige nummers, bevrijd van de hoge C`s
en glamour van de operahuizen waar de sterren vooral zongen maar zeer
slecht konden acteren.
Hitler, de grootste bewonderaar van Wagner, zorgde
ervoor dat Duitsland zijn leidinggevende wagneriaanse overwicht in de
operawereld verloor: De meeste belangrijke Duits-Oostenrijkse componisten
gingen in ballingschap vooral in de Verenigde Staten en zij leverden daar
hun eigen bijdrage aan de muzikale ‘melting-pot’. Belangrijke autochtone
componisten in de VS waren Gershwin, Menotti, Barber, Bernstein (zie ook
Musical: Nws.br. 6) en Glass.
Verder dient bij de ontwikkeling van de opera de
verdienste van Maria Callas vermeld te worden: Zij was na de 2de
Wereldoorlog de eerste die behalve zingen vooral ook kon acteren en zij
verdreef daarmee Renata Tebaldi van wie men wel eens boosaardig zegt dat de
decors beter waren –meer bewogen-
dan zij)
De duetten van de workshop (zie voor tekst en
vertaling de bijlage):
Purcell`s enige echte opera Dido & Aeneas (ca.
1689) heeft een tekst van Nahun Tate, naar het Vierde Boek uit Vergilius
Aeneis. Dido & Aeneas behoort tot de oudste werken van het
operarepertoire, des te opmerkelijker omdat het Engelse opera is op Engelse
tekst en geschreven voor een schooluitvoering op een kostschool voor
jongedames. Vermoedelijk heeft de eigenaar van de school, de dansmeester
Josias Priest , de rol van Aeneas gezongen; de verdere rollen zijn bijna
allemaal vrouwelijke. De opera werd nooit in het publieke theater
opgevoerd, maar was erg populair in privé kringen. Hij is enorm veel
gekopieerd maar slechts één lied eruit is door Purcells weduwe afgedrukt in
Orpheus Britannicus, en het hele werk bleef een manuscript tot 1840. De
opera bezingt (eerste akte) de
liefde tussen Aeneas die uit Troje is gevlucht en bij Dido in Carthago landt. De tovenares en haar heksen willen
echter dat Aeneas Carthago direct verlaat (hij moet Rome gaan stichten). In
de tweede akte zitten Dido en Aeneas tijdens de jacht met hun gezelschap in
een woud, een storm steekt op en de vrouwen gaan schuilen in een grot. De
tovenares, als Mercurius verkleed, beveelt Aeneas te vertrekken en hij doet
dat vol droefenis en de heksen vieren hun overwinning met een woeste dans (Heksenduet).
De muziek van deze dans is verloren gegaan, maar de woorden kent men uit
een oud tekstboek. Later heeft men hiervoor twee passages uit andere werken
van Purcell aangepast.
Uiteindelijk pleegt Dido in de derde akte zelfmoord,
na het beroemde lied: When I am laid
in earth.
Händels Radamisto (HWV 12b) is een opera
in drie aktes op een Italiaans libretto van Nicola Francesco Haym,,
gebaseerd op L'amor tirranico, o Zenobia van Domenico Lalli and Zenobia van
Matteo Noris dat weer (vrijelijk) gebaseerd is op Tacitus` Annalen over
Keizerlijk Rome. Het was Händel' s eerste opera voor de Royal Academy of
Music en deze werd voor het eerst opgevoerd in het King’ s Theatre te
Londen op 27 april 1720. Het was een succes en er waren 10 uitvoeringen.
Een herziene versie met andere zangers werd geschreven voor een uitvoering
op 28 december 1720. Ook daarna is
Radamisto nog vele keren herschreven.
De opera bevat een groot aantal recitatieven en speelt zich af in Armenië in het jaar 53
na Chr. Het vertelt een deel van het verhaal over Septimia Zenobia (ca.
241-?) die koningin was van Palmyra
(267-270/1) en keizerin in Rome
(270/1-272).
De 1ste acte beschrijft de verdediging
van de Thracische`hoofdstad door zijn koning Radamisto tegen Tiridates ,
koning van Armenië. De bedoeling van deze oorlog is vooral Zenobia (de
vrouw van Radamisto) in handen te krijgen.
Ondanks heldhaftig verzet van Zenobia en Radamisto wordt de stad
veroverd. Z. pleegt zelfmoord door in een riviertje te springen en R. laat
zich gevangennemen om zijn vrouws
dood te wreken.
Acte 2: Z. is uit de rivier gered en Tiridates biedt
haar aan koningin te worden. Tigrane (veldheer van Tiridates) zegt tegen
Tiridates dat Radamisto is omgekomen en vervolgens verschijnt R. –verkleed-
voor de Armeense koning om zijn (eigen) dood te melden. Tiridates belooft
hem van alles als hij Zenobia kan bewegen zijn voorstel aan te nemen.
Zenobia heeft haar man echter direct herkend en als ze toevallig even samen
alleen zijn, beloven ze elkaar eeuwig trouw (Se teco vive –scène
XII-25). In acte 3 blijft Tiridates achter Zenobia aanzitten. Zij werpt
T.`s scepter op de grond, waarop T.
haar aanvalt. Radamisto - nog steeds vermomd- komt tussenbeide, maar wordt
herkend en gevangengezet. Vlak voor Radamisto ter dood wordt gebracht komt
er een opstand tegen T., waarbij hij schuld moet bekennen en afstand moet
doen van de troon.
Rodelinda regina de' Longobardi (HWV 19) is een
opera seria uit 1725,
in drie akten, gebaseerd op een libretto van Haym,
op zijn beurt weer gebaseerd op een eerder libretto van Antonio Salvi, dat
weer ontleend is aan Pierre Corneille’ s toneelstuk Pertharite, roi des
Lombards, waarvan de gegevens afkomstig zijn uit Paulus Diaconus Gesta Langobardorum. (Paulus Diaconus was
een 8de eeuwse Benedictijner monnik wiens geschriften de aandacht trokken
van Karel de Grote. G.L. is een
geschiedenis van het 7de eeuwse Lombardije. ) In de 1ste acte treurt Rodelinda, de
koningin van L., over de dood van haar echtgenoot Bertarido. Zij weet niet
dat hij nog in leven is en wacht op de gelegenheid zich te wreken op zijn
verrader Grimoaldo, die hem heeft afgezet. Gr. doet Rodelinda een
huwelijksaanzoek, maar zij weigert. Intussen probeert Gr. zich te ontdoen
van zijn verloofde Eduige, die een zus is van Bertarido. Bertarido bekijkt –vermomd- zijn door Gr. (voor hem) opgerichte
graftombe, waarbij Rodelinda bloemen komt leggen. Omdat Grimoaldo haar zoon
dreigt te doden, belooft ze met hem te trouwen. Acte 2 bevat o.a. de weigering van
Rodelinda in het huwelijk te treden met Gr. zolang hij haar zoon nog niet
heeft gedood, waarmee zij hoopt te bereiken dat hij in ieders ogen een
monster zal worden. Bertarido
verwoordt zijn smart inmiddels, want hij is ervan overtuigd dat Rodelinda
hem verraden heeft. Eduige verschijnt en zij vertelt hem dat Rodelinda hem absoluut
trouw is. Rodelinda verneemt dat Bertarido nog in leven is en vindt hem.
Grimoaldo echter beveelt Bertarido afscheid van Rodelinda te nemen want hij
gaat het gevang in, te volgen door de dood. Einen Kuss nur/ Io t`abbraccio,
e più che morte (scène nr. 15) is
hun tedere afscheidsduet. In de 3de
acte beraamt Eduige een plan om Bertarido te redden. Zijn vriend Unulfo
geeft hem een zwaard en in de duisternis kunnen zij vluchten, hoewel er in
de verwarring wat bloed vloeit. Rodelinda en Eduige vinden de
bloedbesmeurde mantel en denken dat Bertarido vermoord is. Rodelinda is
wanhopig. Grimoaldo wordt
achtervolgd door wroeging en kan zich alleen troosten met de gedachte dat
hij een eenvoudige herder zal worden. Bij deze dromerij slaapt hij in en
als iemand hem wil vermoorden, wordt deze neergeslagen door Bertarido. Uit
dankbaarheid doet Grimoaldo afstand van de troon.
Uit Gluck`s Orfeo ed Euridice worden de duetten uit de 3de
acte gezongen Het libretto is van
R. de Calzabigi . Samenvatting:
1e acte: Orfeo rouwt om de dood van zijn vrouw
Euridice. Zeus heeft medelijden
gekregen en stuurt
Amor naar Orfeo met de mededeling dat hij naar de onderwereld mag
afdalen en Orfeo doet dat.
2de acte: Bij de ingang van de onderwereld ontmoet O
furiën en demonen die door hem gekalmeerd, de aftocht blazen. O. betreedt
de Elyseese velden en Euridice wordt bij hem gebracht. 3de acte: Vieni appaga il tuo consorte,
o cara; maar Euridice snapt niet waarom O. haar niet wil aankijken en
denkt dat hij niet meer van haar houdt. Zij verzekert dan niet meer te
willen leven: ‘Che fiero momento, che barbara sorte’. Uiteindelijk neemt O. zijn vrouw in zijn
armen en dan zakt ze dood in elkaar. O. wil zichzelf doden, maar Amor komt
tussenbeide, zegt dat de liefde heeft gewonnen en E. wordt weer tot leven
gewekt.
In zijn Italiaanse vorm lijkt Orfeo helemaal niet op
een Italiaanse opera uit die tijd,
het is bijna een kameropera, maar het is Frans door het koorgebruik, de
balletmuziek en de instrumentele tussenspelen. Het publiek vond Orfeo erg
saai, het begon met een begrafenis en er kwamen geen zwierige liederen in
voor. In Londen werden in 1770 verschillende voorstellingen gegeven met
toevoegingen van J. Chr. Bach. Uiteindelijk heeft Gluck in 1774 in Parijs een
nieuwe bewerking gemaakt. Deze ‘Franse versie’ (tragédie-ballet) ‘Orphée et
Euridyce’ bevat vele veranderingen, extra nummers en werd niet meer door
een castraat gezongen.
Bijna gelijktijdig met de Zauberflőte (1791)
schreef Mozart zijn laatste opera La Clemenza di Tito (De
goedheid van Tito) (KV 621) op bestelling voor de kroning van keizer
Leopold II tot koning van Bohemen. Het libretto van C. Mazzolà was
gebaseerd op een toneelstuk van Metastasio met dezelfde titel en het
verhaal speelt zich af in Rome tijdens de regering van Titus (79-81).
1e acte: Vitellia, de dochter van de vorige keizer
Vitellio, is razend op Titus omdat hij niet met haar maar met een
buitenlandse prinses wil trouwen, waardoor zij geen keizerin va Rome kan
worden. Ze stookt Sesto (die haar bemint) op om Titus te doden.
Annio vraagt Sesto te helpen keizerlijke toestemming te
krijgen voor een huwelijk met Servilia de zus van Sesto. Sesto belooft
Annio direct de hand van zijn zus ‘Deh
prendi un dolce amplesso’.
Tito verandert intussen van mening en wil toch met een
Romeinse trouwen, nl. Servilia en Annio, haar geliefde, moet haar die
boodschap brengen. Servilia schrikt enorm (Ah, perdona al primo affetto)
en zegt tegen Titus verliefd te zijn op Annio, maar dat ze, als Titus dat
wil, haar liefde op zal geven. Titus besluit haar geluk niet in de weg te
staan. Vitellia belooft Sesto te trouwen als hij Titus heeft vermoord. Iets
later hoort ze dat Titus toch met haar (=V) zal huwen. Sesto is inmiddels
al onderweg om de moord te
plegen, vol innerlijke tweestrijd omdat T. een goede vriend van hem is.
Maar: het Capitool staat al in brand, hij is te laat!
2e acte: Annio vertelt Sesto dat Titus de aanslag
heeft overleefd en raadt hem aan
alles op te biechten, terwijl Vitellia hem de raad geeft te vluchten, maar
Sesto wordt gearresteerd en bekent, maar vertelt niets over het aandeel van
Vitellia. V. weet dat ze met een schuldig geweten nooit keizerin kan worden
en biecht alles op. Titus vergeeft iedereen want beseft dat wraak nergens
toe leidt.
Le Nozze di Figaro is gebaseerd op een reeds
bestaand Frans toneelstuk van Beaumarchais (1732-1799). Het gaat over een
graaf die de strijd aangaat met zijn bediende. Napoleon zei later : ‘C`était la révolution en
action’. Het stuk bleef tot de eerste publieke uitvoering op 27 april 1784
controversiële reacties oproepen in Franse theaterkringen. Het succes was
echter overweldigend. In 1785 werden zelfs drie Franse versies van het stuk
opgevoerd!
Samenvatting:
Figaro, de vroegere barbier van Sevilla, is in dienst
van graaf Almaviva. Voor zijn huwelijk met Susanna, het kamermeisje van de
gravin, heeft hij toestemming nodig van de graaf. Deze heeft juist in een
grootmoedige bui afstand gedaan van zijn ‘recht om de eerste nacht (ius
primae noctis) met de bruiden van zijn personeel te slapen’ (n.b. het Groot
Operaboek ontkent dat dat recht ooit bestaan zou hebben!), maar hij heeft
er alweer spijt van want hij is in de ban van Susanna`s schoonheid. De
handeling speelt zich af in de achttiende eeuw in het paleis en de tuinen
van Aguas Frescas bij Sevilla.
Bij het opgaan van het doek ziet men de kamer van
Figaro, die vandaag gaat trouwen. Figaro meet het vertrek op en Susanna is
haar trouwhoedje aan het passen (duet: Cinque..dieci…venti). Susanna
is niet helemaal tevreden met de ligging van de kamer tussen die van de
graaf en de gravin. Ze is bang dat de graaf te dicht in de buurt komt als
F. weg is. F. hoort van haar dat de graaf zich in de praktijk niet aan zijn
belofte houdt en hij zingt een aria dat hij hem wel lik op stuk zal geven.
Dr. Bartolo, de vroegere voogd van de gravin,
verschijnt, vergezeld van zijn vroegere huishoudster, Marcellina, ooit de
gouvernante van de gravin. Ze hebben nog een appeltje te schillen met
Figaro omdat deze indertijd de graaf heeft geholpen om Rosina (de
tegenwoordige gravin) te onteren, juist toen Bartolo zelf van plan was met
haar te trouwen. Hij zweert dat hij zich op hem zal wreken. Susanna komt
binnen en ziet haar vijandin Marcellina, die ooit een oogje had op Figaro.
Een jonge page, Cherubino, komt bedroefd binnen want hij is door de graaf
gesnapt toen hij Susanna`s nichtje Barbarina wilde bezoeken, net toen de
graaf zelf ook zo`n zin had.
Men hoort de graaf aankomen, Cherubino verstopt zich
achter een leunstoel, de graaf wil Susanna het hof maken maar wordt
gestoord door de muziekleraar Don Basilio een superroddelaar De graaf verstopt zich ook. Don Basilio
roddelt ditmaal over Cherubino die alle vrouwen in het kasteel
achternaloopt, zelfs de gravin. De graaf springt tevoorschijn, jaagt
Cherubino weg en stuurt hem uiteindelijk het leger in. Er ontstaan allerlei pijnlijke situaties,
maar gelukkig komt er net een groep landlieden, aangevoerd door Figaro, de
graaf hulde brengen voor zijn grootmoedige afstanddoen van het Droit du
seigneur.
In de volgende aktes willen de gravin en Susanna de
graaf straffen voor zijn overspelige gedrag en ervoor zorgen dat het
grafelijk paar in liefde wordt herenigd.
Op de trouwdag van Figaro en Susanna speelt S. de graaf een briefje
in handen: een uitnodiging voor een rendez-vous. Toch zal zij niet degene
zijn die hij daar treft, maar de als Susanna verklede gravin. Graaf
Almaviva tuint erin, leert zijn lesje, smeekt zijn vrouw om vergeving en belooft haar eeuwige
trouw.
De tekst van Le Prisonnier van M. Malibran, is
geschreven door Pierre-Jean de Béranger, die veel satires schreef die de
spot dreven met de Franse koningen en de reactionaire geestelijkheid. Om
deze reden werd hij drie maanden gevangen gezet. Hier verwijst de tekst dus
naar.
Le Prisonnier moest gezongen worden op een melodie uit
een opera van Beauplan, maar Malibran heeft de woorden omgeschreven naar
een duet voor twee vrouwenstemmen.
De opera Pikovaja Dama/Pique Dame (Schoppenvrouw)
(1890) van Tsjaikovski speelt zich af in St. Petersburg eind 18de
eeuw. In de 1e acte vertelt Hermann aan zijn vrienden dat hij wordt gekweld
door zijn liefde voor Lisa, een meisje dat hij nog nooit sprak omdat hun
sociale achtergrond zo verschillend is. Lisa is al verloofd met prins
Jeletski maar is diep geraakt door Hermanns smachtende blik. H. hoort dat
de grootmoeder(gravin) van Lisa bekend staat als ‘Schoppenvrouw’ omdat ze
in ruil voor seksuele gunsten het geheim kreeg om het kaartspel te winnen.
H. is vastbesloten Lisa te veroveren en als hij wint bij het kaartspel kan
hij rijk worden en haar ten huwelijk vragen. Het duet Uzh vecher speelt
zich af in Lisa`s kamer en wordt gezongen door Lisa en haar vriendin
Pauline. H. verschijnt op het balkon en dreigt zelfmoord te plegen en
uiteindelijk bekent L. dan haar liefde aan H. In de 2e acte zijn L. en H. aanwezig op
een gemaskerd bal en H. krijgt een briefje van L. dat hij morgenavond mag
binnenkomen bij haar via de kamer van de gravin. Maar hij wil meteen,
verbergt zich in de kamer van de gravin om het geheim te ontdekken, komt te
voorschijn als de gravin alleen is en probeert haar over te halen. Hij
bedreigt haar met een pistool en zij sterft van schrik. L. komt binnen,
beschuldigt hem van moord en stuurt hem weg. In de 3de acte beseft Lisa dat
ze Hermann misschien ten onrechte heeft beschuldigd, maar ondertussen
verschijnt de geest van de gravin aan H. die hem het geheim meedeelt. Hij
wil onmiddellijk naar de speelzaal, zet al zijn geld op de laatste kaart,
maar dat is niet de aas, zoals beloofd, maar de schoppenvrouw. De gravin
verschijnt voor H. die gek wordt en zichzelf neersteekt.
Pique Dame is nooit een groot succes geworden en
misschien komt dat omdat de hoofdrol door een tenor moet worden gezongen
die ook nog zeer goed toneel moet kunnen spelen. De aria`s (en voornoemd
duet) worden wel veel los uitgevoerd.
Literatuur:
Oxford Concise Dictionary
of Music; L. Riemens: Groot Opera Boek; M.White & E. Henderson, Opera
& Operette; E. Vreuls, Muziekgeschiedenis 1400-heden; Sesam atlas van
de Muziek; CD boekje/La Clemenza di Tito, inleiding Songs and Duets of
Garciá, Malibran and Viardot, New
Grove en Internet
Teksten/vertalingen:
Het Hesenduet
luidt : But ere we this perform, we`ll conjure for a storm, to mar
their hunting sport and drive `em back to court.
Gluck :
Vieni appaga il tuo consorte
(N.B. deze tekst wijkt iets af van
de gebruikte uitgave)
ORFEO
Vieni,
appaga il tuo consorte!
|
Come,
do your husband's bidding!
|
EURIDICE
No,
più cara è a me la morte,
Che di vivere con te!
|
No,
death is dearer to me
than life with you!
|
O.
Ah, crudel!
|
Cruel one!
|
E.
Lasciami in pace!
|
Leave me in peace!
|
O.
No,
mia vita, ombra seguace
Verrò
sempre intorno a te !
|
No,
my life, I will always come after you
like a haunting shadow.
|
E.
Ma perché sei sì tiranno?
|
Then
why are you so harsh?
|
O.
Ben
potrò morir d'affanno,
Ma giammai dirò perché!
|
I
well could die of sorrow,
but I
will never tell you why.
|
E. ed
O.
Grande,
o Numi è il dono vostro!
Lo
conosco e grata/grato io sono!
Ma il
dolor, che unite al dono,
È
insoffribile per me!
|
Great
is your gift, ye gods!
I
recognise it and am grateful!
But
the grief which accompanies
your
gift is past all bearing!
|
Che
fiero momento!
Che barbara sorte! What a
terrible moment
Passar dalla morte What a harsh
fate it is
A tanto dolor! To pass
from death into such
suffering.
Avvezza al contento
Imbued with the bliss of a
D'un placido oblio, calm oblivion,
among these
Fra queste tempeste storms my heart
is lost
Si parade li mio cor. I reel, I quake.
Mozart:
Deh prendi un dolce amplesso: Neem (haar) in zoete omarming
amico mio fede! E ognor per
me mijn trouwe vriend! En moge
lo
stesso,ti serbi amico il ciel
de hemel jou altijd en voor
eeuwig voor mij
als vriend bewaren
Annio:
Ah perdona al primo affetto Ah forgive,my former love
Questo accento sconsigliato: that thoughtless word
Colpa fu del labbro usato it was the fault of lips
A così chiamarti ognor accustomed always to call you so
Servilia :
Ah, tu fosti il primo oggetto Ah you were the first person
Che finor fedel amai whom I ever truly
loved
E tu l`ultimo sarai and you will be
the last
Ch`abbia nido in questo cor. to be sheltered in my heart.
Annio:
Cari accenti del mio bene Dear words of my beloved
Servilia:
Oh mia dolce, cara speme O my sweat, dear hope!
Servilia, Annio:
Più che ascolto i sensi tuoi The more I hear your words
In me cresce più l àrdor the greater grows my
passion
Quando un`alma è all`altra unita when one soul unites with another
qual piacere un cor risente! what joy a heart
feels !
Ah, si tronchi dalla vita Ah eliminate from life
Tutto quel che non è amor all that is not love!
Cinque..dieci..venti….
Figaro:Cinque..dieci..venti..trenta..
Trentasei….
Quarantatré
Susanna:Ora
sì ch`io son contenta;
Sembra
fatto inver per me.
Guarda
un po`, mio caro Figaro
Guarda
adesso il mio cappello.
Figaro:sì
mio core, or è più bello:
Sembra
fatto inver per te.
Susanna
e Figaro:
Ah,
il mattino alle nozze vicino
Quanto
è dolce al mio (tuo) tenero sposo
Questo
bel cappellino vezzoso
Che
Susanna ella stessa si fé
|
Fig:
Five..ten..twenty..thirty..
Thirty-six..forty-three
Sus:
Oh yes, now I `am pleased with it; it seems just made for me.
Take
a look, my darling Figaro
Look
at my hat now.
Fig:
Yes, my love, it`s prettier now;
It
seems just made for you.
Ah,
upon this wedding morning,
How
the loving bridegroom
Takes
pleasure in this pretty bonnet
Which
Susanna made herself
|
Händel: 1. Se teco (uit Radamisto)
Uit
opera-partituur:
Duetto
di Zenobia e Radamisto
Zenobia
Se
teco vive il cor,
Caro!per
la tua fe’,
Non
ho più affanni al sen.
Sarà
ognor quest'alma amante,
Più
fedel a te, mio ben.
Radamisto
Se
teco vive il cor,
Cara!
per la tua fe’,
Non
ho più affanni al sen.
Il
mio cor sarà costante,
Più fedel a te, mio ben
|
|
(Versie
R.Franck)
Duetto
di Zenobia e Radamisto
Zenobia
Se
teco vive il cor,
Caro
che la tua fe’,
Non
m`abbandoni almen.
Può
mancar la luce al sole,
Vacillar
non può il mio piè,
Se
teco vive etc..
Radamisto
Se
teco vive il cor,
Cara!
che la tua fe’,
Non
m`abanndoni almen
Può
cader l `eterna mole
Vacillar
non può il mio piè,
Se teco vive etc.
|
(Peters editie:)
Tekst op workshop:
Zenobia
Wenn mit dir lebt mein Herz
Teurer, wenn deine Treu
Mir nur nichts rauben kann.
Mag ohn Licht die Sonne wallen, unerschüttert bleib,
ja bleib ich dann
Wenn
mit dir lebt etc.
Radamisto
Wenn mit dir lebt mein Herz
Teure, wenn deine Treu
Mir nur nichts rauben kann.
Mag die Welt zusammen fallen
unerschüttert
bleib ich dann.
Wenn
mit dir lebt etc.
|
2. Einen Kuss nur (uit Rodelinda)
Rodelinda
Non
ti bastò, Consorte, trafiggermi da lungi
Con
l’avviso crudel della tua morte;
se
per dar al mio sen pena maggiore
non
ti guidava amore a morir su’miei lumi?
Bertarido
Ah!
Sposa, e pur son trà mie sventur e or sì contento,
che
dal destin tradito mi giunge anche gradito il tradimento.
Duetto
di Rodelinda e Bertarido
Io
t’abbraccio
E più
che morte, aspro e forte, è pel cor mio questo addio, che il tuo sen dal
mio divide.
Ah
mia vita, ah mio tesoro, se non moro,
è più
tiranno quell’affanno,
che
dà morte, e non uccide.
Io t’abbraccio… etc.
|
Rodelinda (tekst Peters-op workshop)= bew. Oskar Hagen
So sollt es nicht genug sein mit der grausamen
Botschaft, ferne von mir seist du gestorben.
Mir wieder geschenkt, soll ich`s erdulden dich, einzig
Geliebten sterben zu sehen.
Bertarido
Unsre Liebe bleibt bestehen,
Sie macht das Sterben leicht.
Duet:
Einen Kuss nur, Ach härter als das bittre Sterben
trifft mein
Herz dieser Abschied, der mich ewig von dir scheidet.
Ach mein Liebster (Ach mein Leben)! Wär`s nur Sterben
.
Doch ach wie bitter der
Gedanke, der uns Tod gibt, tötet nicht! Einen Kuss nur
etc.
|
Le Prisonnier
Reine
des flots, sur ta barque rapide
vogue en chantant, au bruit des longs échos.
Les
vents sont doux, l`onde
est
calme et limpide,
Le
ciel sourit: vogue, reine
des
flots.
Moi
captive à la fleur de
l `age dans ce vieux fort inhabité,
j`attends chaque
jour
ton passage come
j
attends la liberté.
De
quel espoir mon coeur
S
`enivre! Tu veux m ` arra-
cher
de ce fort. Libre par toi
je vais te suivre; Le bonheur est
sur l`autre bord.
Tu
t`arrêtes, et ma souffrance
Semble
mouiller tes yeux de
Pleurs.
Hélas! Sembable à
L `espérance tu passes, tu
fuis et je meurs.
|
Queen
of the sea, on your
boat
rapid, sail in singing to
the
sound of long echoes.
The
winds are sweet, the
Water
is calm and clear;
The
sky smiles; sail queen
of
the sea;
Myself,
captive in the flower
of my
youth in this old fort
deserted,
I wait every day
your
coming just as I await
liberty.
From
that hope my heart is enraptured? You want to me
remove
from this fort. Freed
by
you, I am going you to
follow;
happiness is on the
other
shore. You stop, and
my
suffering seems to
dampen
your eyes with tears.
Alas,
comparable to hope
you
pass by, you flee, and I
die.
|
Pique Dame/Uz
vecher
Uzh vecher oblako pomerknuli kraya Het is avond, wolkenkleur
posledni luch zari na bashnyakh van de avond, de laatste straal
umiraet van de schemering
Poslednyaya v reke blestyaschaya verlicht de torens
struya
s potuknshim nebom ugasaet de laatste glanzende golven
van de rivier worden steeds
donkerder
Vsio tiho roshi spiat vokrug zarit alles wordt stil
pokoy ik lig in het gras
onder de
prastiorshis na
tra ve pad ivoy boom;
ik luister naar het water;
na
klanionnoy samen met de
waterstroom
vnimaiu kak zhurchit, slivaiasia rondom de planten
srekoy, patok kustami asenionyy
Kak slit s porokhladoyu rastenii Alles is koel en alles ruikt
aromat
Kak sladko v tishine u brega strui hoe heerlijk de rust, de stilte
pleskanye van het water
Kak tiho veyanye efira po vodam hoe heerlijk de rust, de adem
van de nacht
boven het water
I gibkoi ivy trepetanye het trillen van de
blaadjes in het water
|