III.Het Hof van Florence

                                                              De familie de` Medici

 

 

I.Marco da Gagliano

Biografie en muziek

II.Het Hof van Mantua

De familie Gonzaga

III.Het Hof van Florence

De familie de` Medici

 

Voor het verhaal over Marco da Gagliano aan het Hof van de` Medici (dei Medici) te Florence is de periode na 1600 het belangrijkst. We zullen echter zien dat de grootste bloeiperiode van Florence toen al voorbij was en dat de familie  - nationaal en internationaal- veel macht en invloed was kwijtgeraakt. Voor een zuiver begrip is dus een overzicht tot 1600 ook belangrijk.

We hebben ons in dit kader beperkt tot enige belangrijke leden van de familie te Florence, wetend dat andere familieleden als Catharina de` Medici (1519- 1589), die koningin van Frankrijk was tijdens de opkomst der Hugenoten, en Maria de` Medici (1573- 1642), die koningin en regentes was van Frankrijk, een zeer belangrijke rol hebben gespeeld in de wereldgeschiedenis.

 

Het Hof van de` Medici in Florence, de Gonzaga`s in Mantua en d`Estes in Ferrara is onderwerp van het CKV- thema ‘Hofcultuur in de 16de en 17de eeuw’. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de bronnenlijst.

1300

1400

1500

1600

1700

De` Medici in Florence: kooplui, gildeleden, prioren

 

 

 

 

 

G. di Bicci

1360 -1429;

bankier van de paus

 

 

Cosimo (de Oude)

1389-1464; bankier

 

 

Piero

LorenzoI

1469-92

 

 

Chaos periode

1494- 1537

Cosimo I

Hertog en

Groothertog

1537-1574

Francesco I

1574-87

 

Ferdin. I

Cos.II

FerdII

CosimoIII

 

Medici pausen

  

L.X

 

CLVII

 

Pius IV

 

LXI

 

Marco da Gagliano

 

                                 Florence: Periode der Republiek

              Florence: Periode van het Absolutisme. Erfelijk groothertogdom Toscane

                                     Renaissance en Humanisme

                     Maniërisme(Laat- Renaissance)                                     Barok

 

Een overzicht van de belangrijkste personen uit de familie de` Medici: de periode ca. 1300 – 1700:

De stad Florence was in de 13de eeuw al zeer welvarend en ergens in die eeuw trok de familie de` Medici vanuit het bergachtige gebied van de Mugello ten zuiden van Florence, naar die stad om het geluk te beproeven. Het is geheel niet zeker of de leden van de familie oorspronkelijk geneesheren waren, zoals de naam doet vermoeden. Ook is het zeer onzeker of de zes ‘rondjes’ in het wapenschild pillen symboliseren (0).

 

In 1282 werd in Florence de republikeinse regering (het prioraat) gevormd en de naam van de` Medici kwam toen al voor op de lijsten van de grote gilden. In de 14de eeuw werd een steeds groter aantal leden van de familie genoemd als koopman en gildelid of als prior (1).

De 14de eeuw was ook de eeuw van de Zwarte Dood waarin een derde tot de helft van de inwoners van Florence stierf. De stad krabbelde echter weer op uit alle crises en in 1378 gaf Silvestro de Medici, die toen Eerste Magistraat was, de aanzet tot een succesvolle staatsgreep tegen de heersers die alle macht aan zich wilden houden. Vooral de leden van de kleinere gilden zagen de familie de` Medici voortaan als vriend van het volk.

 

Giovanni di Bicci (1360 – 1429) kwam door zijn zakentalent in het bezit van een zeer groot fortuin en werd in 1410 tot beheerder van het pauselijk vermogen benoemd.

 

Giovanni di Bicci

cosimo de oude

cosimo de oude. 1jpg

Palazzo Poppi

Brunelleschi Kerk San Lorenzo

kerk San Lorenzo

Mechellozzi

Mechellozzi Medici paleis

G. di Bicci

Cosimo de Oude

Cosimo

Pater Patriae

     Palazzo Poppi

Kerk San Lorenzo

(Brunelleschi )

San Lorenzo met koepel

Mechellozzi en het nieuwe

Medici paleis

 

Zijn zoon Cosimo (de Oude 1389 – 1464) kwam in 1434 aan de regering, in de eeuw die de Italianen later Quattrocento noemden. Hij bouwde zijn vaders bank internationaal uit, met filialen in Venetië, Pisa, Milaan, Avignon, Brugge, Genève en Londen (2). Cosimo bleef tot zijn dood, dertig jaar later, het hoofd van de staat Florence. Dat kwam omdat hij een commissie met tien kiesmannen had ingesteld (3) die erg pro De` Medici was. Hiervan ‘profiteerde’ hij zelf niet openlijk want hij liet zich slechts driemaal tot Eerste Magistraat kiezen (4), om te voorkomen dat men te jaloers werd. Achter de rug van de prioren echter bouwde hij een heel diplomatiek netwerk om de zeer belangrijke buitenlandse politiek goed te managen: Florence was namelijk in een machtsstrijd gewikkeld met Venetië, Milaan, Napels en de paus (5). Maar ten aanzien van deze staten streefde Cosimo zo veel mogelijk een vredespolitiek na omdat hij wist dat een handelsrepubliek niet geschikt was om succesvol oorlog te voeren. Florence lijfde verder de bezittingen van de graaf van Poppi in, waaronder het Palazzo, omdat de graaf zich bij tegenstanders had aangesloten.

Cosimo gaf Filippo Brunelleschi opdracht de kerk van San Lorenzo weer op te bouwen (6). Michelozzo Mechellozzi kreeg het verzoek een nieuw paleis in Florence te ontwerpen, dat verrees in de Via Larga. De beeldhouwers Lorenzo Ghiberti  en Donatello verschafte hij werk en Fra Angelico, Masaccio en Fra Filippo Lippi kregen veel schilderopdrachten. Verder schonk Cosimo geld om oude manuscripten te zoeken in kloosters. Hij liet boeken verzamelen en afschrijven voor het klooster van San Dominico bij Fiesole en voor de bibliotheek in zijn eigen nieuwe paleis. Ook zorgde hij voor de stichting van een academie ter bestudering van Plato. Kortom: Cosimo spendeerde kapitalen aan de kunsten om veel prestige te krijgen -wat uit economisch oogpunt zeer irrationeel was-  maar kunstenaars kregen zo de ruimte om buiten de orthodoxie van de katholieke kerk nieuwe ideeën te ontwikkelen.

 

Cosimo`s zoon Piero (1416 - 1469), bijgenaamd Il Gottoso (de jichtige), volgde zijn vader in 1464 op. Toen hij enkele langlopende leningen wilde invorderen, waaronder die van een paar trouwe familie- aanhangers, gingen een aantal handelaren bankroet en ontstond er verzet. Een tegen hem beraamde coup werd echter verijdeld.

Piero leidde de staatszaken van Florence in goede banen en steunde net als zijn vader veel kunstenaars, waaronder Botticelli en Gozzoli, die de particuliere kapel van zijn paleis versierde. Hij hield daarnaast ook van de Hollandse en Vlaamse meesters en bouwde de Medici bibliotheek verder uit. Hoewel hij in 1465 van koning Lodewijk XI van Frankrijk toestemming kreeg de lelies van het huis Valois in het Medici wapen op te nemen, probeerde hij, net als zijn vader Cosimo, de Franse invloed in het Italiaanse gebied zoveel mogelijk tegen te gaan. Zijn zoon:

 

piero di cosimo de medici

Alessandro Botticelli

  wapen dei medici

Lorenzo I

Leonardo da vinci

Andrea del Verrocchio

Andrea del Verrocchio. Madonna met heiligen 2jpg

Michelangelo

Michelangelo Tombe Lorenzo hertog van Urbino

Piero

Il Gottoso

Botticelli

Wapen Medici

met Valois lelies

Lorenzo I

Il Magnifico

Leonardo

aa Vinci

Andrea del

Verrocchio

Verrocchio:

Madonna met heiligen

Michelangelo

Michelangelo

Tombe Lorenzo hertog van Urbino

 

Lorenzo I (1449 – 1492), bijgenaamd Il Magnifico, zette in 1469 samen met zijn broer Giuliano (1453 – 1478) het beleid van zijn grootvader Cosimo voort. Hij kreeg de steun van de gewone bevolking omdat hij een gunstig belastingstelsel invoerde, maar de adel, en vooral de familie Pazzi, verzette zich tegen zijn tirannieke optreden tegen hen. De aartsbisschop van Pisa deed ook mee aan de samenzwering en paus Sixtus IV steunde hen. In 1478 werden de Medici aangevallen en werd Giuliano gedood. Lorenzo liet als wraak de aartsbisschop en enige andere samenzweerders ophangen vanuit de ramen van het Palazzo Vecchio. Paus Sixtus IV nam maatregelen tegen Florence en deed Lorenzo in de ban. Daarna sloot de paus, met steun van de adel, een militair bondgenootschap met koning Ferdinand I van Napels om Florence aan te vallen. Omdat Lorenzo weinig steun kreeg van zijn bondgenoten Milaan en Bologna, ging hij zelf naar Napels om een vrede te bereiken hetgeen lukte in1480. Hierna bleef hij steeds een machtsevenwicht tussen de staten zoeken om een buitenlandse -m.n. een Franse (7)- invasie te kunnen weerstaan.

Zakelijk gezien was Lorenzo niet zo succesvol: zijn bank leed verliezen (8). Florence had daar last van, want hij kon niet zo goed meer uit eigen zak Florence te hulp komen als dat in spannende tijden nodig was. De vereiste gastvrijheid ten aanzien van belangrijke medeburgers werd ook een zware last voor hem. Lorenzo `s dictatorschap was namelijk niet officieel en daarom kon hij geen aanspraak doen op vergoedingen vanuit de staat.

Cultureel gezien was zijn bewind wel een hoogtepunt: hij was zelf dichter en een groot liefhebber van de kunsten en de filosofie. Hij benadrukte het gebruik van de Italiaanse taal, die in de plaats van het Latijn moest komen. In 1488 richtte hij de eerste kunstacademie uit de geschiedenis op. Zijn financiële positie liet hem niet toe veel opdrachten te geven aan kunstenaars, maar Leonardo da Vinci, Donatello, Botticelli, Ghirlandaio, Verrocchio en Michelangelo ontvingen wel steun. Lorenzo schonk de stad Pisa (in Toscane) ook een universiteit en verdeelde de faculteiten over Florence en Pisa: Florence kreeg de nieuwe humanistische studierichtingen en naar Pisa werden rechten, medicijnen en theologie overgeplaatst.

Na Lorenzo`s dood, raakten de Medici en Florence in verval: zijn zoon Piero (II) joeg zijn erfdeel er doorheen en toen de Fransen onder leiding van koning Karel VIII in 1494 hun invasie in Italië wonnen, werden Piero en zijn broers  verdreven.

 

Florence werd vanaf toen – net als de andere kleine Italiaanse staatjes- zestig jaar lang vermalen in de strijd tussen de twee concurrerende mogendheden Frankrijk en Spanje die allebei de heerschappij over Italië wilden (9).

De prior van San Marco, Girolamo Savonarola, bekritiseerde heftig de decadentie van Lorenzo`s huis en de absolute macht van de Medici. Het verderf in de kerk en de maatschappij schreef hij ook aan hen toe en alleen als Savonarola zelf over Florence zou kunnen heersen zou de kerk hervormd en het moreel verbeterd kunnen worden. Zijn heerschappij duurde echter maar vier jaar: van 1494- 1498.

Paus Julius II koos ondertussen in de Frans- Spaanse strijd de kant van Spanje, terwijl Florence aan de Franse kant bleef. De Fransen moesten echter, ondanks een aanvankelijke overwinning, Italië ontruimen en Florence was daarna dus aan de vijandelijke wraak overgeleverd.

 

Savonarola

Leo X

Clemens VII

hertog Cosimo I

Eleonora van Toledo

Giorgio Vasari

Giorgio Vasari 2

Cellini

Perseus van Cellini

           Savonarola

Giovanni de Medici -

Paus Leo X

Giulio de Medici -

Clemens VII

Hertog

Cosimo I

Eleonora van

Toledo met zoon

Giorgio Vasari en zijn kunst

B. Cellini en ‘zijn’ Perseus

 

De vertegenwoordiger van de paus, kardinaal Giovanni de Medici -een zoon van Lorenzo- , was voorzitter van het congres van overwinnaars te Mantua en daar werd besloten dat de verdreven Medici- heersers weer terug genomen moesten worden. Toen vervolgens een Florentijnse leger (10) werd verslagen door de Spanjaarden, moest Florence het bevel tot terugname wel aanvaarden. Kardinaal Giovanni de Medici nam de regering in Florence over (11), tot hij in 1513 tot paus werd gekozen onder de naam van Leo X. Hij werd een groot vriend van de humanisten en beschermheer van de kunstenaars, maar zou een aangeboren aanleg tot genotzucht hebben gehad. Hij hield er in ieder geval een extravagante levensstijl op na en om die te bekostigen begon hij op grote schaal aflaten te verkopen. In de strijd tussen Frankrijk en Spanje draaide hij van de een naar de ander. Bij zijn vertrek naar Rome stelde hij officieel een vervanger aan, zijn neef Lorenzo, maar Leo bleef in feite vanuit Rome Florence regeren. Omdat hij zijn familie een hogere positie dan  ‘gewoon burger’ wilde geven, schonk hij in 1516 het hertogdom Urbino aan Lorenzo. Deze stierf in 1518 en omdat er geen andere manlijk familielid meer was, zond Leo X zijn neef, kardinaal Giulio de Medici (12) als zijn vertegenwoordiger naar Florence.

 

Giulio raadpleegde regelmatig de burgerij en leefde zeer eenvoudig, waardoor hij in Florence het prestige der Medici verhoogde. Ook werd dankzij hem de nieuwe sacristie van San Lorenzo door Michelangelo ontworpen.

Paus Leo X stierf echter en na een tussenperiode onder Hadrianus VI werd Giulio – net als zijn neef eerder- in 1523 tot paus benoemd, onder de naam Clemens VII.  Omdat hij in Rome moest wonen, zond hij twee bastaarden Medici -waaronder vermoedelijk een zoon van hemzelf- onder voogdij van kardinaal Passerini als toekomstige heersers naar Florence. De burgerij kwam hiertegen in opstand en verdreef hen alle drie in 1527.

Clemens had het intussen zeer moeilijk met (zijn positie in) de Frans- Spaanse strijd rond Italië (13) en de opstand van de protestanten. Toen in 1528 na een felle strijd Frankrijk lange tijd uitgeschakeld werd in de Italiaanse zaken, moest Clemens VII zich wel verzoenen met Karel V. In het vredesverdrag van 1529, te Barcelona getekend, werd gesteld dat Clemens het Spaanse gezag in Italië zou aanvaarden. In ruil daarvoor werd hij hersteld in zijn positie als heersers van de Kerkstaten en kreeg hij de belofte dat Karel V hem (in ruil voor de keizerskroon), desnoods met geweld, weer in bezit zou stellen van het rebelse Florence. Daar hoopten de wat oudere burgers dat Clemens VII net zo mild als vroeger zou zijn. De jongere generatie zag dit hopen echter als verraad en besloot zich te weer te stellen tegen keizer en paus. Karel V bleek te sterk en hij trok op naar Bologna waar hij zijn hof vestigde. Florence moest zich overgeven aan de keizer. Al snel daarna werd een parlamentum bijeengeroepen, met als resultaat: het herstel van de Medici, die namens Clemens VII de controle gingen uitoefenen. Met toestemming van Karel V werd (Clemens`) bastaard Alessandro in 1531 de nieuwe bestuurder van de stad.  In 1532 schafte Clemens de oude staatsregeling af en werd Alessandro benoemd tot erfelijk hertog: hiermee was de Republiek ten einde gekomen. De oorspronkelijk burgerlijke huishouding werd gewijzigd in een hertogelijk hof en Alessandro zocht zijn toevlucht tegen een (mogelijke) volksopstand in een groot fort binnen de stadswallen. Lorenzino de Medici -uit een jongere tak van het huis afkomstig- vermoordde hem echter in 1537, naar hijzelf zegt in zijn Apologie, ‘om Florence van een misdadige tiran te bevrijden’. Hij vluchtte uit angst naar Venetië en omdat de Florentijnen niet snel reageerden op de veranderde situatie, kon Cosimo, een neef van Lorenzino uit de jongere tak, de macht overnemen. Hij regeerde onder de naam:

 

Sharra of Feste nelle nozze. 5jpg

ht_31.34_av2

Sharra of Feste nelle nozze. 3jpg

Sharra of Feste nelle nozze. 2jpg

intermedium 1 harmonie daalt af naar aarde

Sharra 1579: Feste nelle Nozze Francesco I con Bianca Cappello. Platen van het festivalboek van Raffaello Gualterotti. De derde afbeelding is ‘carro’ zes met vrouwen die Europa en Afrika vertegenwoordigen

Intermedio 1 (1589):

De Harmonie daalt af naar de aarde

 

Hertog Cosimo I de` Medici van 1537 tot 1574. Men noemt hem de echte stichter van de Medici monarchie. Hij voerde een absolutistisch regiem in, maar bracht ook een nooit eerder gekende openbare orde en veiligheid tot stand, bevorderde het ontstaan van de Florentijnse marine en bouwde de haven van Livorno. Cosimo I breidde de macht van Florence uit over bijna heel Toscane en werd er in 1569 dankzij paus Pius V de eerste groothertog van. Hij stichtte de kruisridderorde van S. Stefano en degenen die hem hielpen zijn vloot te financieren konden daar lid van worden. Hij voerde de Spaanse etiquette in die een zeer gedetailleerd hofprotocol kende en versterkte zijn macht door zijn familie met leden van belangrijke vorstenhuizen te laten trouwen: zijn zoon en opvolger Francesco I onder andere, met een dochter van keizer Ferdinand I.

Florence (en Toscane) verloor in die tijd wel haar leidende rol op het wereldtoneel omdat de concurrentie uit het buitenland, dat veel inkomsten had uit de Nieuwe Wereld, te groot was. De focus kwam steeds meer op de landbouw te liggen.

Omdat zijn vrouw, Eleonora van Toledo, het Palazzo in de Via Larga niets vond, werd dat omgeruild voor Palazzo della Signoria (nu Palazzo Vecchio). Omdat ook dat niet beviel kocht ze van haar eigen geld Palazzo Pitti. Om een Medici mythologie te creëren, liet Cosimo zijn genealogie op de muren van het Palazzo Vecchio schilderen en grote historische optochten houden, waarin Florentijnse edelen figureerden.

Cosimo I stelde de Nederlander Torrentinus aan als zijn boekdrukker en steunde kunstenaars als Giorgio Vasari, Agnolo Bronzino en Benvenuto Cellini. Ondanks al zijn inspanningen werd Rome echter op cultureel gebied het belangrijkste centrum van Italië.

 

Francesco I regeerde officieel van 1574 tot 1587 maar was al regent vanaf 1564. Hij was despotisch en gedroeg zich meer als een soort vazal van zijn schoonvader de keizer, en zijn onderdanen zuchtten onder zware belastingen. Hij hield zich bezig met porselein en aardewerk fabricage en stichtte daar fabrieken voor, die echter geen lang leven beschoren waren. Uren bracht hij door in zijn privé laboratorium, chemie en alchemie bestuderend. Net als zijn vader was hij beschermheer van de kunsten en hij bouwde het Medici Theater. Daarnaast stichtte hij de Accademia della Crusca, hét genootschap voor de bestudering van de Italiaanse taal.

Hij trouwde in 1579 voor de tweede maal, nu met Bianca Cappello, zijn Venetiaans maitresse. Ter gelegenheid hiervan werd een zeer grootse sharra  (optocht) gehouden ter waarde van 300.00 ducaten. Alessandro Striggio, zijn maestro di cappella, schreef er muziek voor, evenals Piero Strozzi en Giulio Caccini zong deze.

Giovanni de` Bardi, graaf van Vernio, was in die tijd de gast- en beschermheer en drijvende kracht van de Camerata Fiorentina, waar ook Vincenzo Galilei en Caccini deel van uitmaakten. Deze Camerata legde met experimenten de kiem van de ‘opera’.

 

Francesco en Bianca stierven op dezelfde dag, naar men zegt aan malaria, maar veelal wordt meer gedacht aan vergiftiging

door zijn jongere broer Ferdinando I. Deze regeerde van 1587 tot 1609. Ferdinando was in 1562, op 14 jarige leeftijd, tot kardinaal benoemd, maar werd nu groothertog, omdat zijn andere broers ook al waren overleden. Als kardinaal in Rome was hij reeds een goed bestuurder. Hij was in tegenstelling tot zijn broer Francesco heel benaderbaar en genereus. Hij herstelde in Florence het justitiële systeem, bevorderde de handel, verbeterde de haven en zorgde voor irrigatie. Hij was oprecht begaan met het welzijn van zijn onderdanen en vaardigde voor joden en ‘ketters’ een tolerantie- edict uit.

De vele kunstwerken die hij in de Villa Medici in Rome had bijeengebracht, nam hij mee terug naar Florence. Hij bleef kardinaal tot hij in 1589 trouwde met Christine van Lotharingen (Christine van Lorraine). Ter gelegenheid van dat huwelijk kwam een aantal intermedi tot stand. Ferdinando omringde zich, net als Cosimo, met buitenlanders en nieuw gecreëerde adel, die alleen van hem afhankelijk was. Hovelingen als Bardi en Galilei moesten nu het veld ruimen en Bardi werd in 1592 verbannen naar paus Clemens VIII als ‘maestro di camera’ (hoofd protocol).

De zeer rijke Florentijn Jacopo Corsi werd de nieuwe beschermheer van een aantal leden van Bardi`s Camerata. Hij sponsorde een bufolata (stierenrace) in 1586, een sharra voor de bruiloft van Ferdinando en verschillende mascheratas (maskerades) tussen 1590 en 1599.  Jacopo Peri`s opera Dafne werd het eerst in Corsi`s paleis opgevoerd en later herhaald aan het groothertogelijk hof. Hiermee wilde Corsi zich geliefd maken bij Ferdinand, want Dafne was een allegorische geschiedenis van het Toscaanse groothertogdom.

Peri`s Euridice (1600), in stilo recitativo, had een zelfde soort inhoud en had ook een zeer politiek doel: geschreven voor de bruiloft van Ferdinando`s dochter Maria de`Medici en Henri IV van Frankrijk. Ferdinando zocht hiermee een opening richting Frankrijk en de bevrijding van Florence uit de hegemonie van Spanje. Corsi mocht de opvoering ervan als bruiloftsgift presenteren, waarna zijn familie promoveerde tot de hoogste rangen van de adel.

 

Het groothertogelijk beschermheerschap raakte compleet in verval vanwege de economische malaise die samenviel met de dood van Ferdinando`s oudste zoon Cosimo II ‘de Zwakke’. Cosimo was geschoold door Galileo Galilei en trouwde met Maria Magdalena van Oostenrijk. Samen kregen ze acht kinderen waaronder vijf zonen. Cosimo was formeel groothertog van 1609 tot 1621, maar vanwege zijn slechte gezondheid was hij niet actief bij het bestuur van zijn gebied betrokken, hoewel hij wel de vloot vergrootte.

 

Palazzo Medici Riccardi

Palazzo Medici Riccardi 2

Palazzo Vecchio

Palazzo Pitti

Boboli tuinen

Cosimo III

Anna maria Luisa met haar echtgenoot

Palazzo Medici Riccardi  aan de Via Larga

     Palazzo Vecchio

         Palazzo Pitti

         Bobuli tuinen

Cosimo III

Anna Maria

 

 

Zijn oudste zoon, Ferdinando II, was bij zijn vaders dood in 1621 pas elf jaar. De weduwen Maria Magdalena en Christine van Lorraine die voor hem regeerden tot hij 21 jaar werd, lieten muzikale historische optochten houden om hun bewind te legitimeren. Deze hadden als thema de heldendom, waardigheid en politieke rechten van vrouwen: bij het bezoek van prins Wladislaw van Polen in 1625 was er een commedia sacra over de religieuze heldin La regina Sant`Orsola met muziek van kapelmeester Marco da Gagliano en La liberazione di Ruggiero dall`isola d`Alcina van Francesca Caccini.

 

Daarnaast kwam er aandacht voor dramatische religieuze muziek, gevoed door de religieuze lekenbroederschappen. Deze zongen iedere avond niet- liturgische religieuze muziek in de volkstaal (laude), vaak op de melodie van bekende volksliedjes.

Aanvankelijk hadden zij voor Kerst, Pasen en Allerzielen toneelstukken op rijm over religieuze onderwerpen (sacre rappresentazione) opgevoerd.  In de zestiende eeuw werden deze vervangen door modernere proza drama`s (commedie sacre) met geheel gezongen dramatische intermedi tussen de aktes (intermedi sacri). Ook ontstonden er korte religieuze muzikale scènes, gelijkend op de hofmaskerades (mascherate sacre), met een heilige of herders op zoek naar de stal van Bethlehem bijvoorbeeld. De leden van deze broederschappen en de deelnemers aan deze mascherate sacre waren dezelfden als degenen die de wereldlijke dramatische muziek schiepen: Giovanni de`Bardi, Vincenzo Galilei, Giulio Caccini, Piero Strozzi, Jacopo Peri, Ottavio Rinuccini en Marco en Giovanni Battista da Gagliano. Vanaf midden zeventiende eeuw werden de muzikale religieuze dialogen zonder kostuum en decor uitgevoerd.

De hofkapel van de Medici had verder een groep instrumentalisten, de franciosini, in dienst.

 

Ferdinando regeerde tot 1670. Hij was geliefd en deed erg zijn best, maar kon het verdere verval van Florence niet voorkomen. De pest van 1630- 1633 reduceerde het aantal inwoners met tien procent. Door gebrek aan middelen werd zelf- voorzienendheid bijna de standaard, waardoor de landbouw nog belangrijker werd. Ondanks zijn homo- seksueel zijn, huwde hij met Vittoria della Rovere en kreeg twee zonen.

 

La regina Sant`Orsola 2jpg

La regina Sant`Orsola

La liberazione di Ruggiero dall`isola d`Alcina

La liberazione di Ruggiero dall`isola d`Alcina 2

Francesca Caccini

sacre rapprezentatione. 2jpg

sacre rapprezentatione

La regina Sant`Orsola van Marco da Gagliano

La liberazione di Ruggiero dall`isola d`Alcina

   Francesca Caccini

               Sacre Rappresentazione

 

Cosimo III, de oudste zoon van Ferdinando II, was groothertog van 1670 tot 1723. Volgens sommigen had Cosimo alleen belangstelling voor bidprentjes, maar zeker is dat hij zich bezig hield met de waterhuishouding en daarvoor reisde naar de Republiek (= Nederland). Hij probeerde een moderne vorst te zijn: Hij wilde een Oost- Indische Compagnie oprichten, corruptie bij benoemingen tegengaan, uitwassen rond de Mariaverering beperken, gelijke belastingmaatregelen voor iedereen, en hij verbood rechters zich te laten leiden door klasse- verschillen.

Cosimo hield zich bezig met de classificatie van planten en dieren en was ook antropoloog: hij liet allerlei personen uit uitheemse bevolkingsgroepen naar Florence sturen, waaronder twee Eskimo`s uit Groenland. Hij wilde op de hoogte blijven van nieuwe boeken en kaarten en vooral van alles wat er gebeurde in de Republiek. Hij verzette zich -goed katholiek zijnde-

niet tegen de Inquisitie die allerlei boeken verbood. Veel wetenschappers verlieten nu Toscane. Hierdoor verloor Florence (en Toscane) haar vooraanstaande positie. Volgens sommigen zou Cosimo zijn land financieel geruïneerd hebben.

G. F. Handel logeerde tijdens zijn Grand Tour veelal in Palazzo Pitti, evenals Alessandro Scarlatti. Arcangelo Corelli droeg muziek op aan Cosimo`s dochter Anna Maria. Cosimo`s zoon, Gian Gastone, volgde hem nog wel op, maar in 1737 kwam het groothertogdom Toscane in het bezit van Frans Stefan die hiervoor Lotharingen moest opgeven. In 1745 werd Frans (Stefan) keizer van het Heilige Roomse Rijk.

Anna Maria, de laatste de` Medici, trok zich terug in haar buitenverblijf en vermaakte alle kunst van haar familie aan de stad Florence, op voorwaarde dat geen enkel werk ooit de stad zou verlaten.

 

tn_Italie Renaissance

tn_Italie 1648

tn_Toscane Atlas Maior

            De Renaissance in Italië

Toscane rond 1648 met de Kerkelijke Staat

Groothertogdom Toscane (Atlas Maior -1665)

 

 

 

Noten:

(0). Zie http://www.italieuitgelicht.nl/de-kogels-van-de-medici/ voor alle theorieën over de oorsprong van de naam en de ballen in het wapenschild. Volgens deze site waren de`Medici nooit artsen.

(1). De (regering der) prioren vormde (n) het bestuur van de Republiek Florence. Hun paleis heet (nu) Palazzo Vecchio

(2). Cosimo, zijn broer Lorenzo en een aantal partijgenoten waren in 1432 verbannen naar verschillende steden, waaronder Venetië. Dit gebeurde vaak via een door de regering bijgeroepen volksvergadering , het parlamentum’, die toestemming kon geven een commissie  (balia) te benoemen die volmacht had de regering te ‘hervormen’ (en tegenstanders dus te verbannen). Omdat men alleen zijn eigen aanhangers op de piazza toeliet, was het parlamentum zeer partijdig!.. Door het gebruikmaken van deze ‘truc’ was er wel continuïteit in de regering en werden stakingen en revoluties voorkomen. De Medici maakten later zelf ook gebruik van deze methode. Uiteindelijk werd de verbanning van Cosimo in 1433 ongedaan gemaakt.

(3). Het kiessysteem was zo ingewikkeld dat ik voor uitleg wil verwijzen naar het boek van Schevill. De wijzigingen die Cosimo aanbracht worden behandeld op p. 79 ev.

(4). In 30 jaar was hij dus maar zes maanden openlijk hoofd van de staat.

(5). De paus was Eugenius IV die na zijn verdrijving uit Rome een aantal jaar in Florence woonde. Cosimo steunde Francesco Sforza bij zijn streven hertog van Milaan te worden, als opvolger van Visconti. Cosimo wilde voorkomen dat Milaan in handen van Venetië kwam (dat een verbond met Napels sloot). De Florentijnen wilden dat wel en hadden geen zin geld te doneren tbv de strijd. De vrede van Lodi in 1454 bracht een soort vrede tot stand, waaraan eigenlijk alleen Florence zich hield.

(6). Zijn vader Giovanni de Bicci had Brunelleschi (die de koepel van Santa Maria del Fiore had gebouwd)al de opdracht gegeven de sacristie van San Lorenzo te verbouwen

(7). Deze politiek was dubbelzinnig: op economisch gebied  echter was Frankrijk zeer belangrijk voor Florence, als afzetgebied voor wolproducten.

(8). Lorenzo slaagde er niet in genoeg controle te houden over de vertegenwoordigers van de Medici- bank in Brugge en Londen: zij leenden roekeloos geld uit, waarna Lorenzo deze vestigingen moest sluiten. Daarnaast had de bank last van de economische en financiële depressie in Europa.

(9). Strijd Frankrijk en Spanje: pas bij het verdrag van Cateau- Cambrésis in 1559 bleek Spanje de overwinning te hebben behaald.

(10). De pogingen van Niccolo Machiavelli om de Florentijnse krijgsmacht te verbeteren door in plaats van een huurleger een burgerleger op de been te brengen, mislukten omdat de Florentijnen afgemaakt werden door de Spaanse infanterie.

(11). en het parlamentum, zie noot 2, werd weer ingesteld.

(12). Giulio was de onwettige zoon van Giuliano en werd door Lorenzo I in de familie opgenomen.

(13). Hij werd uiteindelijk gevangen genomen door Karel V van Spanje

Bronnen:

Gedrukte bronnen:

Ferdinand Schevill, De Medici, Heersers over Florence, Amsterdam, 1964 (oorspr. The Medici, 1949)

Man & Music, The Early Baroque Era, from the late 16th century to the 1660s, London 1993.

Esther van Veen, Dominicus stedengids Florence, 2011

Geert van Leeuwen, ANWB gids, Toscane en Umbrië, 1998

Wolters- Noordhoff,  Bosatlas van de Wereldgeschiedenis, 1983

Westermanns Atlas zur Weltgeschichte, 1967

J. Blaeu, Atlas Maior van 1665

 

Websites: Wikipedia;

http://hofcultuurdt.wordpress.com/mecenas-vermaak-en-verhalen-aan-het-hof-veranderend-schoonheidsideaal-3/hof-broedplaats-van-vernieuwing-kunsten/florentijnse-hof-van-de-medici/

 

Terug naar de pagina  Historie  of de  Home page   van   Charlotte Anna Hansson