Agostino Steffani : 1654-1728

 

De naam Steffani zag ik voor het eerst toen ik in de muziekbibliotheek van Amsterdam op zoek was naar nieuwe –vocale- duetmuziek. Op dat moment wist ik nog niet dat hij historisch gezien een zeer interessant persoon was. Dat begon te dagen toen ik D. Buxtehude een plaats wilde geven tussen zijn tijdgenoten. Op diverse plaatsen in de literatuur kwam de naam van Agostino Steffani naar boven, vooral als componist van instrumentaal werk, maar ook van vele vocale werken, waaronder zeer veel duetmuziek.  Daarnaast bleek hij ook een hoge geestelijke te zijn geweest die veel (pauselijke) ambassadeursfuncties bekleedde én kapelmeester was van de keurvorsten van Beieren en Hannover. In deze laatste functie haalde hij Händel over naar Hannover te komen, waarna deze in 1710 ook zijn opvolger werd.

 

Steffani was de brug tussen de midden en de late Barok en de Franse en Italiaanse stijl, die hij op Duitse bodem cultiveerde.

Bach en Händel en nog vele anderen zijn sterk door hem beïnvloed, maar hun roem heeft zijn bekendheid overschaduwd.

 

Colin Timms, die in de New Grove al een artikel over Steffani schreef,  heeft in 2003 een veel omvattend boekwerk over zijn leven, maar vooral over zijn muzikale werken laten verschijnen: Polymath (1) of the Baroque. Agostino Steffani and his Music.   

Het is het standaardwerk op dit moment.

 

Omdat het leven van Steffani zich in veel plaatsen en op vele terreinen afspeelde, is zijn verhaal in verschillende hoofdstukken opgedeeld:

  1. zijn leven als musicus, bisschop en diplomaat -chronologisch
  2. zijn plaats in de muziekgeschiedenis; Steffani en Händel
  3. zijn muziek, met de nadruk op zijn vocale muziek – duetten(SA) en solo muziek (A) en de ‘verkrijgbaarheid’ daarvan

 

 

Hoofdstuk b:

 

Steffani`s plaats in de muziekgeschiedenis; Steffani en Händel

 

Hoofdstuk c:

 

Steffani`s (vocale) muziek ;

de SA duetten en  de solo-muziek voor Alt;

de verkrijgbaarheid

 

 

 

 

 

A. Agostino Steffani : zijn leven als musicus, bisschop en diplomaat

 

 duitsland na 1648

 

 

 

                

 

                   Hannover

 

 

 

     Düsseldorf

 

 

 

 

 

 

                            München

 

 

 

 

                                   Venetië

            duitsland in keurvorstendommen 18de eeuw                           

                                      Europa na 1648

 

                    Rome

    De Keurvorstendommen van het Heilige Roomse Rijk

 

Agostino Stievani (Stefani) (2) werd te Castelfranco bij Venetië geboren in 1654, hoewel Wikipedia 1653 vermeldt als geboortejaar, als vijfde van zeven kinderen, waarvan velen jong stierven. Zijn enige, oudere,  broer die de volwassenheid bereikte was de librettoschrijver Ventura Terzago. Zijn vaders beroep is onbekend, maar de familie behoorde wellicht tot de gegoede burgerij. Hij bezocht vermoedelijk een stedelijke school in Padua, gelijktijdig met Scarlatti en Caldara en was jongenssopraan  in de cappella van de Basilica del Santo. Op elfjarige leeftijd zong hij al operarollen in Venetië.

 

In 1667 werd hij door Keurvorst Ferdinand Maria van Beieren meegenomen naar München (3), waar hij aanvankelijk onder de hoede van de graaf von Tattenbach stond en later onder die van kapelmeester J.K. Kerll (ll. van G. Valentini in Wenen en van Carissimi in Rome), bij wie hij zong maar van wie hij ook orgelles kreeg. De relatie tussen Kerll en Steffani werd op zeker moment nogal stroef en dat was de reden dat hij in 1672 te Rome –het centrum van de stilo antico en de polyfonie- compositie mocht gaan studeren bij Ercole Bernabei, kapelmeester van de Sint Pieter. Spoedig daarna publiceerde hij een verzameling Vesper psalmen. Vermoedelijk maakte hij er kennis met Carissimi, Cesti, Stradella, Corelli en Scarlatti.. In 1674 keerde hij naar München terug met Bernabei, die daar Kerll opvolgde. Zijn familie, waaronder ook Ventura Terzago, verhuisde in 1676/7 mee naar München.  In 1678 en 1679 werd Steffani, mede hij omdat hij zich gepasseerd voelde door de meeverhuisde zonen van Bernabei, naar Parijs gestuurd, waar hij kennismaakte met Lully`s  muziek en zelf ook klavecimbel speelde voor Lodewijk XIV. Inmiddels studeerde hij ook al enige jaren theologie.

Toen keurvorst Ferdinand Maria stief, werd hij in 1680 opgevolgd door Maximiliaan II Emanuel, de Turkenbestrijder, die Steffani - circa 1680 tot priester gewijd (4)-  vroeg een geheim onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van een huwelijk met prinses Sophie Charlotte van Hannover. Tijdens de onderhandelingen daarover van 1682-1684 kwam hij in contact met (zijn toekomstige librettist) Ortensio Mauro en de hoven van Düsseldorf en Wenen. Uiteindelijk trouwde Maximiliaan II echter in 1685 met Maria Antonia, aartshertogin van Oostenrijk.

In 1681 schreef Agostino zijn eerste opera (Marco Aurelio) en tussen 1685-1688 nog diverse andere, waarvan twee op libretto van zijn broer. Zij waren bedoeld voor carnaval.  Servio Tullio werd geschreven ter ere van het huwelijk van Maximiliaan II.  Verder schreef hij motetten, kamerduetten en cantates (5).

 

Maximiliaan II Emanuel van Beieren

ernst august van hannover

sophia van de palts

lully

 johann wilhelm van dusseldorf

steffani

Maximiliaan II Emanuel van Beieren

Ernst August van Hannover

Sophia van de Palts

kleindochter van Jacobus I van Engeland

Jean-Baptiste Lully

Johann Wilhelm van

Düsseldorf

Agostino Steffani

 

In 1688 trad hij in dienst van Hertog Ernst August van Hannover, tevens prins-bisschop van Osnabrück, wellicht omdat hij in München geen vooruitzichten had op het kapelmeesterschap en hij bleef daar tot 1703 eerst als ‘musicus’ en later vooral als ‘diplomaat’. De cultuur aan het protestantse Hof was vooral Frans (Lully) gericht.  Ernst August, gehuwd met Sophia van de Palts, maakte hem kapelmeester van het nieuwe theater, gebouwd voor het eerste permanente Italiaanse operagezelschap aldaar (1689-1697). Acht van de tien opera`s die toen werden opgevoerd heeft Steffani gecomponeerd, alle op tekst van Ortensio Mauro. Op titel en inhoud van de opera`s wordt niet verder ingegaan, maar enige waren in ieder geval ‘politiek’ gericht, terwijl andere ‘arcadisch’ van karakter waren. Ernst August`s dochter, Sophie Charlotte, na haar huwelijk koningin van Pruisen, schreef ook teksten hiervoor. Steffani heeft voor haar een aantal duetten (SA) geschreven.

Telemann leerde aan dit hof de Italiaanse opera en de Franse instrumentele muziek kennen.

Vanaf 1690 werd Steffani vooral ingeschakeld voor diplomatieke missies, m.n. naar Wenen om de verheffing van Hannover tot negende keurvorstendom voor elkaar te krijgen, wat in 1692 lukte, maar pas in 1708 vanwege alle weerstand werd goedgekeurd door de Rijksdag.

In 1693 werd hij buitengewoon gezant van Hannover bij het Beierse hof in Brussel. Hij had een actief aandeel in de diplomatie met betrekking tot de Spaanse successieoorlog (6), waarbij hij Maximiliaan II Emanuel van Beieren tevergeefs probeerde te overreden Leopold I uit het huis Habsburg, de keizer van het Heilige Roomse Rijk te steunen en niet Lodewijk XIV . Geheel uitgeput keerde hij in 1702 terug naar Hannover waar hij startte met een nieuwe complete handschriften-verzameling van zijn kamerduetten. Voor zijn vertrek uit Hannover in 1703 ontmoette hij Händel voor de eerste keer.

 

In 1703 trad hij in dienst van de katholieke keurvorst-paltsgraaf Johann Wilhelm van Düsseldorf, waarna hij, in ieder geval-in naam- de muziek opgaf. Werken van hem, waaronder drie opera`s, verschijnen dan onder de naam van een van zijn kopiisten, Gregorio Piva (7).

Van 1703-1709 was hij achtereenvolgens raadgever en president van de Geestelijke Raad voor de Palts (Rijnland) en het hertogdom Gulik en Berg, president van het Paltsbestuur , rector magnificus en curator van de universiteit van Heidelberg.

In 1706 werd hij, na al eerder tot abt te zijn benoemd en tot pauselijk protonotarius, nu tot titulair bisschop van Spiga ‘bij de  ongelovigen in Klein–Azië’ benoemd. Van1708-1709 bemiddelde hij tussen de keizer in Wenen en de paus –die op de hand van de Fransen was in de Spaanse successieoorlog-  waarna hij als dank tot

Apostolisch Vicaris in Noord-Duitsland werd benoemd met het doel ‘Protestanten weer tot het katholicisme te bekeren’, met Hannover als basis. In deze functie was hij verantwoordelijk voor het stichten en onderhouden van missies, kerken en kloosters in Brunswijk, de Palts en Pruisen, terwijl hij nauwelijks over inkomen beschikte. Zijn status eiste een groot inkomen: behuizing, staf en hoge reiskosten door heel Noord-Duitsland.  In Hannover had hij weinig succes want Georg Ludwig , de zoon van Ernst August en later koning van Engeland, was een sterke tegenstander. In Pruisen dat al tweehonderd jaar geen bisschop had gehad, bestond helemaal een slechte relatie met Rome. Verder gefrustreerd door de dood van keurvorst Johann Wilhelm en van Leibnitz in 1716, trok hij zich aanvankelijk in 1722 terug in Padua, maar liet zich in 1725 toch weer door Rome overhalen naar Hannover te gaan.

Dat Steffani in zijn jaren als Apostolisch Vicaris niet de band met de muziek verloor, blijkt uit de vermelding bij zijn (SA) duet Dolce labbro (8), dat het uit 1712 dateert.  Over de periode van 1714 tot 1719 zijn nauwelijks gegevens te vinden, maar na 1719 zendt Steffani verschillende duetten aan Johann Philipp Franz von Schönborn als deze bisschop van Würzburg is geworden en helpt hem bij het zoeken naar een geschikt (castraat) sopraan en alt en een bas voor zijn cappella. Verder heeft hij een uitgebreide correspondentie met Guiseppe Riva in Londen (1720-1728). In de brieven aan Riva wordt over van alles gesproken, maar vooral over muziekzaken, zoals bijvoorbeeld de zangeres Durastanti, die (Steffani) duetten in Londen zong en over zijn pogingen de zangeres Sorosina aan een rol in Londen te helpen.

 

In 1727 werd Steffani unaniem tot president van de Academie van Vocale Muziek in Londen (de latere Academie van Oude Muziek) gekozen, maar zelf is hij er nooit geweest. Zijn bekendheid aldaar was enorm toegenomen door de troonsbestijging van Georg Ludwig en de verhuizing van Händel naar Londen. Zeker drie nieuwe (‘Piva’) stukken heeft hij voor de academie gecomponeerd. Zijn Stabat Mater is waarschijnlijk als laatste werk in 1727/28 gecomponeerd.

Zijn geldmiddelen verbeterden niet en zijn gezondheid verslechterde  Op terugweg naar Italië overleed hij in Frankfurt am Main.  Twee kisten met papieren van zijn diplomatieke en kerkelijke activiteiten kwamen naar Rome en worden daar bewaard (Fondo Spiga), maar een derde kist met ‘muziek’ documenten, die naar zijn naaste familie ging, is verloren gegaan. We weten wel uit catalogi dat hij minstens vijfhonderd boeken bezat over allerlei onderwerpen in allerlei talen.

Hij was echter zo beroemd, dat in 1750 al een biografie over hem verscheen, de eerste ooit over een componist geschreven.

 

(1) Met het Griekse woord Polymath wordt iemand bedoeld die in de tijd van de Barok op vele terreinen kundig is. Het is vergelijkbaar met het begrip ‘homo universalis’ uit de Renaissance.

(2) Stefani is de normale spelling; hij voegde er in Duitsland een extra f aan toe om er zeker van te zijn dat men de klemtoon op de juiste plek, de 1ste lettergreep, legde.

(3) München –met het hof van de Wittelsbachs was zeer beroemd in de 16de eeuw o.a. dankzij Orlando di Lasso . In de 30 jarige oorlog (1618-48) was de stad bezet door Zweden en was de bevolking sterk gereduceerd geraakt. Na de oorlog werd de hofkapel weer gerestaureerd. De positie van de Wittelsbachs was moeilijk: tussen de Oostenrijkse Habsburgers (de keizer) en de Franse Bourbons. Dit is duidelijk te zien aan de gevolgde huwelijkspolitiek: Ferdinand Maria was getrouwd met Henrietta Adelaide van Savoy, nicht van Lodewijk XIV. Zij trok Italiaanse musici, architecten enz. aan voor  het hof en stimuleerde de opera.

(4) Het hele verhaal over zijn priesteropleiding en zijn benoeming tot abt van Löpsingen (in Oettingen-Wallerstein t.N. van Augsburg) waarover later strijd ontstond, is hier weggelaten.

(5)Voor de betekenis van de verschillende muziektermen wordt verwezen naar mijn artikel over Buxtehude.

(6)Zie  voor het ontstaan , het verloop en de betekenis van de Spaanse successieoorlog (1701-1714) deze link.

(7) De opera ‘Arminio’ werd geschreven ter ere van Johann Wilhelm , maar is grotendeels een ‘pasticcio’ , dwz samengesteld uit bestaande werken, nl. uit werken daterend uit München en Hannover. 

(8) Dolce labbro is volgens Colin Timms wellicht geschreven voor Giovanni Schiavonetti , een Venetiaanse hoboïst, cellist en klavecimbelspeler en zijn vrouw Elisabetta Pilotti, een sopraan die in Hannover werkte en in Engeland (Londen enz.). In een manuscript in Florence staat dat dit het laatste duet is dat hij in 1712 componeerde, terwijl hij prelaat was, in Herten (Westfalen). Het is een eendelig  Kamerduet, dat Steffani wellicht met Elisabetta heeft gezongen, begeleid door haar man. Heel misschien heeft hij toen ook zijn enige andere eendelige duet voor SA Quando ti stringo geschreven.

(n.b. dit duet is niet opgenomen in de uitgave van de Hans Bouwman Stichting). Voor de complete tekst en vertaling van Dolce labbro, zie hoofdstuk C  (voetnoot)

 

 

 

 

Bronnen:

 

Boeken:

Colin Timms, Polymath of the baroque: Agostino Steffani and his music, Oxford UP, New York 2003

The New Grove, Dictionary of Music and Musicians , Londen 1995 (paperback versie)

Jos van Leeuwen, Vivaldi , in: Gottmer Componistenreeks, Bloemendaal 1992

Putzger Historischer Weltatlas, Berlijn 2001, 103de oplage

W. Steffelaar, Muzikale stijlgeschiedenis, Amsterdam 1999

Donald J. Grout & Claude V. Palisca, Geschiedenis van de Westerse muziek, Amsterdam 1994

 

Inleiding op Steffani bij de bladmuziek van  de SA-duetten van A. Steffani, Occhi, perchè piangete? en Dolce Labbro,

verzorgd  door de Hans Bouwman Stichting te Zoetermeer ( uitgave Broekmans & van Poppel- serie ‘vocale muziek uit de Belcanto tijd’)

 

Websites:

http://en.wikipedia.org/wiki/Agostino_Steffani

http://www.squidoo.com/whatisapolymath

http://www.questia.com/PM.qst?a=o&d=103965784  ( via deze site is een groot deel van het boek van Timms online te lezen)

 

 

 

 

 

                     Terug naar de homepage