MAURICE RAVEL (1875- 1937)

 

Over Maurice Ravel zijn al zo veel studies verschenen dat iets nieuws ontdekken of zeggen voor mij niet mogelijk is. Men kon (en kan) zich voor allerlei gegevens baseren op de vele brieven die Ravel schreef. Ik kan dus niet veel meer doen dan de bestaande gegevens

- misschien- op een beetje andere manier ordenen:

 

1875- 1905:

(Joseph) Maurice Ravel werd in 1875 geboren te Ciboure aan de kust in Frans- Baskenland bij de Spaanse grens. Zijn moeder, Marie Delouart, was van Baskische afkomst. Zijn vader, Pierre Joseph Ravel, was een ingenieur uit Franstalig Zwitserland. Vlak na zijn geboorte verhuisde het gezin naar Parijs, waar in 1878 zijn broer Édouard werd geboren.

 

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQJJE2OjIqr9z492OJSama_9JRwB_YF1Cb-pqhof1hqEbs8UNvIkPiO

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSycgJ0mVTRVw8jcumNUuGY8b3v7Qzvfn_pbckxXCcclWTszeuJ-Pjd

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRK34ZTNsHYbqMOIS9GO62jMLdcipBolVW-GVialqf6f0HDfIBiKYnwWA

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRVrENEzQhlq74ctZ0GqV_wLZzPsVH_yRAkXsNe3s7fmsXAE-63yMgSSw

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcT_yvNDowD7cEsSr0BTIPCc4KQfWDfPhbHTNSURNgcdXi7ERYjBjzvp

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS8Nv3e7CJUgPNzIKVClb20xszW3Se9ncNAtrh48Le7z4Yo6Tiulte7   

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTuLSw7gJBgCmJcI9sV5yt1MfuDUoFbul8ZYXn-Li7sPgjF8-KzOp5SMA

   Ravel`s ouders

het geboortehuis

in Ciboure

Robert Mortier, l'Abbé Petit, Maurice Ravel, Ricardo Viñes en Mme Jeanne Mortier

nog meer ‘Apaches’              

de Salon van Mme René de Saint- Marceaux

Emma

Debussy (Bardac)

Maurice Ravel ca. 1905

 

Ravel kreeg - ondanks de financiële problemen van zijn familie- op zevenjarige leeftijd zijn eerste pianolessen van Henri Ghys en in 1887 harmonie- les van Charles- René, een leerling van Delibes. In 1889 werd hij pianoleerling van Emile De(s)combes en vervolgens eerst toegelaten tot de voorbereidende pianoklas van Eugène Anthiôme aan het Parijse conservatorium en later tot de klas van Charles de Bériot.

Op de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs, maakte Ravel (net als Debussy) kennis met o.a. Javaanse gamelanmuziek en zigeuner- orkestjes en bezocht hij concerten van Russische muziek gegeven door Rimsky- Korsakov.

Hij raakte bevriend met de Spaanse pianist Ricardo Viñes die ook bij Bériot studeerde. Hij liet zich inspireren door de werken van Mozart (vooral!) , Chopin, Carl Maria von Weber, Schumann, Liszt, het Machtige Hoopje (de Russische Vijf), Chabrier en Satie, met welke laatste twee hij in 1893 persoonlijk contact maakte en wier invloed duidelijk te zien is in zijn vroege composities als Ballade de la reine morte d`aimer. Van het werk van Beethoven en Berlioz was Ravel minder gecharmeerd. In 1894 maakte hij kennis met Edvard Grieg

Zijn pianistenopleiding maakte hij niet af. In 1895 verliet hij het conservatorium, naar men zegt om zich vooral aan compositie te wijden, hoewel het volgend jaar slechts twee liederen verschenen. In 1897 keerde hij terug naar het conservatorium om bij Gabriel Fauré –die Jules Massenet daar was opgevolgd- compositielessen te volgen en bij André Gédalge contrapunt en orkestratie.

Afbeeldingen tonen Ravel in die tijd als modebewuste dandy, die vaak de salons bezocht van Madame René de Saint-Marceaux en de steenrijke lesbische Winnaretta Singer, die gehuwd was met de homosexuele Prins Edmond de Polignac.

In 1898 maakte hij persoonlijk kennis met Claude Debussy.

 

In 1900 werd hij bij het conservatorium uitgeschreven als student (vanwege zijn mislukte deelnames aan de Prix de Rome- zie verderop), hoewel hij nog tot 1903 de lessen van Fauré als toehoorder mocht bijwonen. Rond dezelfde tijd verscheen zijn naam echter wel steeds meer in catalogi van uitgeverijen en werd zijn werk voor het eerst publiekelijk uitgevoerd, onder andere door Ricardo Viñes.

 

Hij werd rond 1900 lid van een informele mannenclub, genaamd ‘Les Apaches’ (de Hooligans), waar toe naast Viñes, Robert Mortier,

L`Abbé Léonce Petit en de componisten André Caplet, Manuel da Falla, Florent Schmitt ook Maurice Delage, Désiré- Emile Inghelbrecht, Michel- Dimitri Calvocoressi, Émile Vuillermoz, de schilder Paul Sordès en de dichters Léon-Paul Fargue en Tristan Klingsor (Léon Leclère) behoorden (1). De enige vrouw die er af en toe bij mocht zijn, was de pianiste Jane Mortier, gehuwd met Robert Mortier. Ravel speelde zijn nieuwe composities meestal eerst voor aan de Apaches.

Dat hij heimelijk homosexueel zou zijn (en o.a. wellicht een  sexuele relatie met Fargue zou hebben gehad) wordt door Ivry nogal benadrukt in zijn boek. Ivry citeert ook bronnen die aangeven dat Ravel ‘vaak de voorkeur geeft aan een vrouwenstem in een mannen-lied’ (2a). Ravel is, hoe dan ook, ondanks verschillende langdurige relaties (2b en c) nooit getrouwd.

 

In 1904 raakte hij via Viñes ook bevriend met de kunstverzamelaar Cyprien (Cipa) Godebski, de (half)broer van Misia (3), en zijn vrouw Ida.

 

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRHfjao3qmQocvnI7OEMsB5LjrIneZ_KXo4u8ouChT6NG7K1Suxw2fKVQ

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS75yYKDtvgVMc6eEmH7mErEvlwfNgUXgI0hXWfBhlSA5HCSpROki3Ciw

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS6JmD_hF-N7mkZ73R0kI3cYa7iXWtz4OyUt9Ku649jOFIYNpu1Z63ulA

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTgdVgL6ANiqO4uDzJ3Ph4EgYR4doKnm8la1iaTn589vBH3Q0pqkpg

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQ1gGDoGYaODYl8C6RC9ujsSuD8jKD05H-k4NP9gy0529z21idL3QSRoA

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQYhUVemyTvfvvc60S7mQhFOEssU9nW8r_9xIjYfL14qiHEPwObtwls

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRuh7_7l8xVGpUioSSo_MTHaDWnFCOrQec4XOVtNI5licYE7UGSFV05

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcT3s5C4_StaQ4G_q4uWUozsCS-exfDhY9JBSm9tmYxdh6B2_w4EApu6xw

Misia Godebska

Cipa Godebski, geschilderd door Toulouse- Lautrec

Winnaretta Singer

en Prins Edmond de Polignac

Gabriel Fauré

Claude Debussy

Sergej Diaghilev

Ballets Russes

 Diaghilev en Igor Stravinsky

 

Tijdens zijn opleiding  aan het conservatorium deed Ravel, zoals reeds gezegd, verschillende pogingen om de Prix de Rome voor compositie te winnen. Dat deze mislukten kwam (net als eerder bij Berlioz) gedeeltelijk omdat hij niet geïnspireerd werd door de teksten die gebruikt moesten worden. Toen hij zich in 1905 weer wilde inschrijven werd hij geweigerd. De romanschrijver Romain Rolland en Alfred Edwards (directeur van Le Matin en gehuwd met Misia Godebska) kozen in het tumult dat hierna ontstond, publiekelijk partij voor Ravel. Het rumoer verstomde pas toen Théodore Dubois plaats maakte voor Fauré als directeur (4).

 

1905- 1937:

Ondanks de kritiek op zijn werk van allerlei mensen die vonden dat in de nieuwe muziek alles herleidbaar moest zijn tot Debussy, begon Ravel naam te maken als componist, aanvankelijk met pianomuziek en liederen en later ook met orkestmuziek.

In 1905 sloot Ravel een overeenkomst met de muziekuitgever Durand dat deze voortaan, in ruil voor een bepaald bedrag, het recht had Ravel`s nieuwe werk als eerste te boordelen en eventueel te weigeren. Ravel zou later bekennen ‘dat hij veel liever wat minder geld had gekregen als hij zich dan minder gedwongen had gevoeld muziek te produceren die zijn uitgever aangenaam was’.

De kleine opera L'Heure espagnole kwam in 1907 tot stand na een aantal niet voltooide opera projecten. Samen met de Rhapsodie espagnole voor orkest (1907/8) verraadde die Ravel`s voorliefde voor Spanje. Voor de Ballets Russes van Sergej Diaghilev schreef Ravel (1909- 1912) het grootschalig opgezette ballet Daphnis et Chloé.

 

Zijn houding in die tijd met betrekking tot de Dreyfus Affaire (1894- 1906) was niet zo duidelijk: Edvard Grieg weigerde vanwege deze kwestie Frankrijk te bezoeken en veel intellectuelen en artiesten waren kwaad, hoewel sommigen anti Dreyfus waren uit patriottisme of vanwege antisemitische opvattingen, zoals Viñes en de vurige katholiek Vincent d`Indy. Ravel had een hekel aan d`Indy, maar nam niet duidelijk stelling in de Affaire, hoewel hij -volgens Ivry-  in zijn vroege brieven enige ‘milde’ anti- semitische grapjes maakte.

Door zijn correspondentie met Mme Fernand Dreyfus (de moeder van Roland- Manuel), die na de dood van Ravel`s moeder een soort surrogaat moeder voor hem werd, werd hij meer filo-Semitisch.  Dat is ook te zien aan de liederen die hij later schreef: de Chanson hébraïque in 1910 en Kaddisch , lied 1 van de Deux mélodies hébraïques (1914) die werden uitgevoerd door Madeleine Grey.

 

In deze tijd leerde Ravel ook Igor Stravinsky kennen. Deze laatste was in 1909 lid geworden van Les Apaches. In 1910 richtte Ravel samen met Paul Dukas, Florent Schmitt, Charles Koechlin, Émile Vuillermoz en nog enige andere ‘vrijdenkers’ de Société Musicale Indépendante (SMI) op.

In 1913 werkte hij in het Zwitserse Clarens samen met Stravinsky aan een nieuwe versie van Mussorgsky`s Khavanshchina. Ravel maakte er kennis met Stravinsky`s Three Japanese Lyrics (voor stem en kamer- ensemble), die duidelijk beïnvloed zijn door Schönberg`s  ‘Pierrot Lunaire’. Ravel schreef hierna Trois poèmes de Stéphane Mallarmé.

 

Tijdens de Eerste Wereldoorlog, waaraan hij uit vaderlandsliefde beslist mee wilde doen, werd hij eerst afgekeurd voor dienst omdat hij twee kilo te licht was. Hij probeerde toen bij de luchtmacht te komen, maar werd uiteindelijk vrachtwagenchauffeur in het leger. Ondanks zijn nationalisme nam hij afstand van pleidooien van o.a. Saint- Saëns om Oostenrijkse en Duitse componisten niet meer uit te voeren. In 1916 moest Ravel wegens dysenterie vanuit Duitsland naar Frankrijk terugkeren. Kort daarop stierf zijn moeder bij wie hij steeds gewoond had. Hij ging tijdelijk voor herstel naar het huis van de Dreyfus`in Lyons- la Forêt bij Rouen. 

Tijdens de oorlog lieten een aantal Franse artiesten vroegere nationale heldendaden herleven. Ravel deed dat o.a. in zijn Trois Chansons voor gemengd koor, op eigen tekst en het pianowerk Le Tombeau de Couperin, opgedragen aan Couperin en de in WO I gesneuvelde soldaten.

 

In 1920 wilde de regering hem de orde van het Legioen van Eer toekennen, maar Ravel weigerde deze uit principe. Na het huwelijk van zijn broer, bij wie hij na de oorlog was ingetrokken, kon hij dankzij een legaat van zijn oom Edouard in 1921 de villa Le Belvédère in Montfort l'Amaury bij Parijs kopen, waar hij tot zijn dood zou blijven wonen.  Hij ontving er zijn vrienden graag op het terras en in de tuin. Het huis is nu een museum (5).

 

Door de oorlog en zijn ziekte, maar vooral door de schok van zijn moeders dood verliep zijn creatieve proces in die tijd vaak nogal langzaam. Tussen zijn liederen Deux mélodies hébraïques (1914) en Ronsard à son âme (1924) zat 10 jaar.

 

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQruVbVB6zDJicbm9qQNCGcqBMz8uk20p9NAAD_5IzG036XmitNBJZkmlw

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcT7w4PLtrcKqn9ul1yXJvRwbiJl3hjp_HS1MkllPTZr792W2Abphi7yBA

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS_LqKVDPtoB24pnA3IJ_nYde8hTsltWnIHKTLolxxTeKscUj3NqEa6

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSUBWxvJ2226ifK9sLDiBB6LJBX7EOs2nnDwhlu6hlgbNYqbVR4OqryJA

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTohn-Ollxid2zRtj2DF8pF174YZe5jYVZEbtOm4M8gfpso6eJojxq8aQ

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSWdHOlFdD12CddR_s7bO98QJvRmYH-ktz5EitATiB3D7qQzSX8vib4xw

Le tombeau de Couperin, opgedragen aan de soldaten van WO I

Na zijn ontslag uit het leger in 1917 woonde Ravel in Parijs bij de fam. Dreyfus

Le Belvédère in Montfort- l`Amaury, nu Museum

Een ontbijt in Montfort

Robert Mortier, l'Abbé Petit, Maurice Ravel, Ricardo Viñes en Mme Jeanne Mortier

(l.-r) Luc-Albert Moreau, Hélène Jourdan-Morhange, Madeleine Grey, Germaine Malançon en Maurice Ravel in 1925.

zijn grote concertreis naar de VS in 1928

 

Zijn ‘relaties’ met de leden van ‘Les Six’ waren heel verschillend: Cocteau hoorde tot het anti- Ravel kamp, terwijl Louis Durey en ook Honegger, Germaine Tailleferre en Milhaud een goede verstandhouding met hem hadden. Poulenc had aanvankelijk niet veel met hem op, maar in de jaren `30 veranderde deze van mening, vooral toen hij (Poulenc) met Pierre Bernac Ravel`s liederen ging uitvoeren.

 

Le Boeuf sur le Toit was in de jaren `20 Ravel`s meest geliefde nachtclub, waar jonge mannen met elkaar dansten, hoewel Ravel daar zelf nooit aan mee deed. Hij bezocht ook regelmatig Le Monocle, een ‘lesbische’ bar, en Le Dingo, een ontmoetingsplaats voor homo`s en lesbiennes. Wellicht heeft hij -volgens Ivry- hier ook ‘populaire muziek’ voor gecomponeerd (onder een andere naam), zoals voor de zangeres Paulette Darty.

Ravel ging regelmatig naar het buitenland (6). Hij had die tournees (als pianist en als dirigent- hoewel hij in beide beroepen nooit echt uitblonk) nodig als inkomstenbron omdat hij niet alleen van zijn composities  kon leven. In 1928 maakte hij, mede om die reden, een grote concertreis door de Verenigde Staten en Canada, georganiseerd door Elie Robert Schmitz, president van de Pro Musica Society. Hier ontmoette hij veel belangrijke kunstenaars (o.a. Bartók, Varèse en George Gershwin), waaronder mensen uit de filmindustrie.

In datzelfde jaar kreeg hij ook een ere- doctoraat van de Oxford University.

Op verzoek van de danseres Ida Rubinstein kwam ook in 1928 de Bolero tot stand en verder componeerde hij tussen 1929 en 1931 onder meer het pianoconcert in D voor de linkerhand ‘Concerto pour la main gauche’. Dit stuk werd geschreven voor Paul Wittgenstein die in de eerste wereldoorlog zijn rechterhand was verloren. Voor een film gebaseerd op Cervantes componeerde hij in 1932-33 de liederen van Don Quichotte à Dulcinée.

 

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQ51kZwcpD-GD9u6fERdhpHc64YdnvAUuhq1-yRVX9sRY8RHDWwV74y

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRLuNBCoinDSlW4kEsnczU5jK74KoarpLn0P0vXhd2ZdZneAlWqFlTY

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQn2Gs2FuY4a6X89hyf4cMdIDt1d0n0oSa5rCWL5To216pwcayvID7t4Q

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcREDKnOFHSnjXCsjucVrtxbSVplF3-n-NIC-fHyFdREoheYEdGpA_FZFQ

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRr3h_tHsQBNQuZ3MoKDguz_WPXWRZVM6SyjMQH2lIdZqmJA9IDtSe0Cw

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRXdFk_LKZfPU8HQCJ8n-_0xAjhuqsOHd52_lRpi0-Dl8gHJYSgtLXuXA

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTT_WKVWfXIiAma9kItNQAvhoDuSqoPVc9IsDteDL6HHUQb_rH_uvxV

                     Le Boeuf sur le Toit

      Le Monocle

           Le Dingo

Paulette Darty

Ida Rubinstein

Paul Wittgenstein speelt Ravel

 

Begin jaren `30 ontving Ravel allerlei mensen die het fascisme probeerden te ontvluchten en voorzag hen van geld, hoewel hij zelf niet veel bezat.

Vanaf 1935 was hij, ten gevolge van een niet geheel opgehelderde neurologische aandoening in zijn hersenen (7), niet meer in staat te schrijven. Hij stierf op 28 december 1937, 62 jaar oud, in een Parijs ziekenhuis. Hij werd begraven op de begraafplaats Levallois-Perret in Parijs, waar ook zijn ouders lagen.

Zijn huis en royalties liet hij na aan zijn broer Edouard, die ze weer vermaakte aan zijn masseuse en huishoudster Mrs. Jeanne Taverne. Zij schonk ze op haar beurt aan haar echtgenoot Alexandre, een kapper. In 1966 ontdekte de Amerikaanse musicoloog Arbie Orenstein

bij Alexandre in huis, zes tot dan toe onbekende composities van Ravel, waaronder vier liederen uit de periode 1893- 1910. De latere bezitter van veel belangrijke manuscripten van Ravel, Alexandre`s tweede vrouw, stond geleerden helaas niet toe deze te onderzoeken, waardoor serieuze uitgaven van veel van zijn werken (een tijd lang) niet mogelijk waren.

 

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQ3HYxLgtg-_j0MP2R6huZSJ5KFUQajJlCl3G6c6ganQ21nOx0Ril4v

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcT3fWZOAYRK1C1ymdLy4QScgp9dVl7NAzZoRBAQl6by0N9ckbPC5jGppQ

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRRRbq0ghf31b7GAQ2dSLUBHrw1QsRqs3U0u0NGA9WfN_hwRUL8m5sBVw

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTe8kE8BnfKZTx948cjvft0xmmgR9t__0UrnIvxJwQJR5QE-_7bt7EF

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTXAffrNlRTz8Clarb62RRDFuMfRCw8kV1h35XW_QmKnOZqO7FtGp88pg

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTzyx1jEk7w4PUw1i2-_I9oyVj4F89HcKrreEPexZoXH-uvtStlLFH5og

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRYjNf462pTyklgoWU11b4BH2b86t1M4uZptljGC7-pghAoQHOs7lkX

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcT7mKuZvoPUiMvoEr5AWvKiepzGwU9Plnr-PKCUTafgHC6M9lp71D4CPA

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSNJCyKea7zwU4-_6owWagXAIy5SZoPvAUi_TkxkPQAbVAP5Bl0V-a4

Maurice Delage

Roland-Manuel

Manuel

Rosenthal

R.Vaughan Williams

Jane Bathori

Madeleine Grey

Marcelle Gerar

Martial Singher

Pierre Bernac:The Interpretation of French Song

 

Graham Johnson geeft aan dat ‘het vergelijken van Ravel met Debussy qua ‘grootheid’ niet te doen is, hoewel (hij vindt dat)Debussy een grotere vernieuwer was, met een bredere emotionele range; hij had meer werken op zijn naam staan en zijn pioniersstatus was uniek.’

Hopkins in de New Grove noemt Ravel echter (o.a.) een belangrijke vernieuwer in de ‘pianistische stijl’ en een moedige en succesvolle experimenteerder met muzikale vormen. Veel van zijn aantrekkingskracht zit in zijn sympathieën: met die van kinderen en dieren en met het exotische en antieke leven. Benjamin Ivry noemt het werk van Debussy ‘vaak impressionistisch’, in tegenstelling tot dat van Ravel.

Ravel werkte in grote afzondering aan zijn composities. Een muziekstuk ‘groeide’ in hem en als het af was, was het ook áf en men moest zijn werk daarna exact volgens zijn notatie uitvoeren. Hij kon tijden bezig zijn met kleine details, reden waarom Stravinsky hem ook wel een ‘Zwitserse horlogemaker’ noemde. Anderen noemden hem ‘koel’ en afstandelijk. Ravel had weinig leerlingen. De belangrijkste waren Maurice Delage, (Alexis) Roland- Manuel, Manuel Rosenthal en Ralph Vaughan Williams,

 

Ravel componeerde een groot aantal werken. De musicoloog Marcel Marnat heeft er een genummerde catalogus van gemaakt, gerangschikt volgens genre: Opera`s, balletten en fantasieën; Orkestwerken; Concerten; Koorwerken; Kamermuziekwerken; Pianowerken (solo) en Vocale werken met instrumentale begeleiding. Hieronder volgt een bijna volledige opsomming van deze laatste categorie.

 

De belangrijkste uitvoerders van Ravel`s liederen waren de mezzo- sopraan (en pianiste) Jane Bathori, de sopraan Marcelle Gerar (Marcelle Regerau), de joodse (mezzo-) sopraan Madeleine Grey (Madeleine Nathalie Grumberg) en de –oorspronkelijk Zweedse- sopraan Louise Alvar Harding (Louise Beckman)(8). De ligging van de liederen is daarom ook meestal aan de ‘hoge’ (S f M) kant.

In 2015 is er een complete uitgave van alle liederen verschenen bij Durand in hoge én mezzo/ alt ligging, naast een uitgave met een ‘toppers’-selectie. De meeste liederen( veelal in hoge ligging) zijn inmiddels ook los op Internet te vinden, maar een complete ‘papieren’ uitgave verdient toch wel de voorkeur!

Liederen met piano:

tn_ravel

46 mélodies: The comprehensive collection of Ravel's art songs includes a preface, a list of sources, and translations for study. The same songs appear in the High Voice and Medium/Low (moyenne ou grave) Voice editions. (Ed. Durand). Inhoud:  Ballade de la reine morte d'aimer; Un grand sommeil noir; Sainte; Chanson du rouet; Si morne!; Deux Épigrammes de Clément Marot; Manteau de fleurs; Shéhérazade; Cinq Mélodies populaires grecques; Noël des jouets; Les Grands Vents venus d'outremer; Histoires naturelles; Sur l'herbe; Tripatos; Chants populaires; Trois Poèmes de Stéphane Mallarmé; Deux Mélodies hébraïques; Trois Chansons; Ronsard à son âme; Chansons madécasses; Rêves; Don Quichotte à Dulcinée

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRrZNGup7VKHc_QG8o-PlkoGAbXbcs0x8hE_wqk1cov0SFKB4a8aCH65Q

 

Maurice Ravel,  Mélodies choisies. Voix élevée of Voix moyenne ou grave

Inhoud: Aoua; Asie; 3 poèmes de T. Klingsor; Chanson à boire; Ch. de la mariée ; Ch. des cueilleuses de lentisques; Ch. ecossaise; Ch. épique; Ch. espagnole; Ch. française; Ch. hébraïque; Ch. italienne; Ch. Romanesque; Il est doux; Kaddisch; L'énigme éternelle; L'indifférent; La flûte enchantée; La pintade; Là-bas vers l'église; Le cygne; Le grillon; Le martin-pêcheur; Le paon; Les grands vents venus d'outre-mer; Nahandove; Quel galant m'est comparable; Sur l'herbe; Tout gai!

jaar

Titel lied/ cyclus

Op tekst van

Opgedragen aan/

in opdracht van

opmerkingen

Stem-

soort

Uitgave bij

Beoordelingen:

GJ*

PB**

ik

ca.1893

Ballade de la reine morte d`aimer

Roland de Marès

 

Toont invloed van ‘medievalisme’ van Satie

M

Salabert

 

 

 

E

1895

Un grand sommeil noir

Paul Verlaine

 

Invloed van Debussy; depressieve kant van Ravel

lage

stem

Salabert

 

 

 

1896

Sainte

Stéphane

Mallarmé

Mme Edmond Bonniot (née Mallarmé)

Hymne voor St. Cecilia; invloed van Satie (ME kerkmuziek)

M

Durand

 

 

 

 1898

1.Chanson du rouet;

 

2.Si morne!

Leconte de Lisle

 

Emile Verhaeren

 

Niet gepubliceerd tijdens zijn leven; 1.invloed van Schubert, Duparc, Chopin, Chabrier; volksmuziek met nieuwe begeleiding 2.‘confessioneel’; depressieve kant

1.?

2.?

Salabert

1.M

 

 

1896-99

Deux épigrammes de Clément Marot:

1.D`Anne jouant de l`espinette (1896)

2.D`Anne qui me jecta de la neige (1899)

Clément Marot

(1496-1544)

M. Hardy Thé

1.speciaal voor klevecinisten!

M

Eschig

1.E

2.E

 

 

1903

Manteau de fleurs

Paul Gravollet

 

 

M/A

Hamelle

 

 

 

1903

Shéhérazade (oorspr. liederen met orkest)1. Asie, 2. La flûte enchantée, 3. L`indifférent

Tristan Klingsor

1.Jeanne Hatto

2. Mme René de Saint-Marceaux

3.Mme Sigismond Bardac (= Emma Bardac) (ook: 2c)

Invloed van Debussy, volgens Ravel; de pianoreductie m.n. van 1. is enorm moeilijk (G.J./ P.B)

S

of

T

Durand

E

E

 

1905

Noël des jouets

M. Ravel

Mme Jean Cruppi

Weerspiegelt Ravel`s fascinatie voor alle mechanische dingen

M

Salabert

 

 

 

1904-06

Cinq melodies populaires grecques

(vert. Calvocoressi) 1.Chanson de la mariée; 2.Là-bas, vers l`église; 3.Quel galant;4. Chanson des cueilleuses; 5.Tout gai!

 

(Calvocoressi)

Quel gallant..zeer ‘viriel’(PB)

Chanson des cueilleuses- zonder speciale expressie zingen, als door vrouwen tijdens hun werk

1.S

2.M

4.M/A

Durand

M/E

E

2+4

E

1906

Histoires naturelles: 1.Le paon,2. Le grillon, 3.Le cygne, 4.Le martin- pêcheur, 5.La pintade

 

1de uitgave ’46 mélodies’ geeft onjuist aan: ‘à Madame Sigismond Bardac’ (= Emma Bardac)

Jules Renard

1.Jane Bathori 1

2. Mad. Picard

3. Misia Godebska

4.Emile Engel

5.Roger- Ducasse

Stomme ‘e’ van gesproken Frans wordt nu in de gezongen muziek geïmporteerd- PB geeft aan hoe te doen; Debussy vond dat ergerlijk.

Pianopartij belangrijk en moeilijk.

Le martin-pêcheur  is moeilijkste maar ook mooiste (P.B.)

S/M

Durand

E

E

 

1907

Les grands vents venus d`outre- mer

Henri de Régnier

à Jacq.Durand

Weerspiegeling depressieve kant R.

S/M

Durand

 

 

 

1907

Sur l`herbe

P.Verlaine

 

 

M

Durand

 

 

 

1909

Tripatos (vert. Calvocoressi), danse chantée

 

Marguerite Babaïan

Postuum gepubliceerd

 

Salabert

Durand

 

 

 

1910

Chants populaires: 1. Chanson espagnole, 2.Chanson française, 3.Chanson italienne, 4.Chanson hébraïque, (7).Chanson écossaise

7. Robert Burns

 

Geschreven voor liederen-competitie in Moskou (won hij mee); geschikt voor recitals; Ch. hébraïque is beste (G.J.); Ch. écos.

won geen prijs en dus postuum gepubliceerd (=zetting van Burns` ‘Ye banks and braes’ ).

1.M/A

2.M/S

3.M/A

4.M/A

Durand

 

 

E

1913

Trois poèmes de Stéphane Mallarmé

(oorspr. liederen met ensemble): 1.Soupir 2. Placet futile 3. Surgi de la croupe et du bond

Mallarmé

1.I.Stravinsky

2.Fl. Schmitt

2.E. Satie

R. meest ‘geavanceerde’ muziek

M

 

Durand

 

 

 

1914

Deux mélodies hébraïques:1. Kaddisch,

2. L`énigme éternelle

 

 

Buitengewoon simpele harmonie

(allereerst door Madeleine Grey gezongen)

1.M

2.A

Durand

 

 

x?

1914-15

Trois chansons (oorspr. koorwerk):

1.Nicolette,2. Trois beaux oiseaux de paradis, 3.Ronde

M. Ravel

1.Tristan Klingsor

2.Paul Painlevé

3.Mme. Paul Clemenceau

Geschreven terwijl Ravel in afwachting was van zijn legerinlijving; ‘nationalistisch’

M

Durand

M

 

2=E

1923-24

Ronsard à son âme

 2. in ’46 mélodies’ à Marcel Gerar

Pierre de Ronsard

Marcelle Gerar2

Zeer ‘spaarzaam gezet’ lied

A

Durand

M

 

x?

1926

Chansons madécasses (oorspr.liederen met ensemble):1. Nahandove 2. Aoua  3. Il est doux

(Évariste –D. de Parny)

Opdr. v. Elizabeth Sprague Coolidge

1.verteller wordt gezongen door vrouw 3. Een Afrikaans ‘under the greenwood tree’

S

Durand

E

 

 

1927

Rèves

Léon-Paul Fargue

 

Zeer ‘spaarzaam’, zie Ronsard à son âme

A

Durand

 

 

E

1932-33

Don Quichotte à Dulcinée (oorspr. liederen met orkest): 1.Chanson romanesque, 2.Chanson épique, 3. Chanson à boire

Paul Morand

1.Robert Couzinou

2.Martial Singher

3.Roger Bourdin

Alleen door bariton te zingen (PB)!

Barit.

Durand

 

 

 

*GJ =  Graham Johnson

**PB= Pierre Bernac heeft samen met Ravel gewerkt aan deze liederen. Hij gaat in zijn boek dan ook diep in op de interpretatie; M= Mooi;  E= Erg mooi

x(?)  Zal ik (waarschijnlijk) gaan zingen en uiteindelijk beoordelen

 

Noten:

(1). Zie voor uitleg en wie er nog meer toe behoorden : http://www.maurice-ravel.net/friends.htm

(2a). Ivry p. 38 e.v.: L`Indifférent, Shéhérazade

(2b). Zie http://www.maurice-ravel.net/love.htm. en

(2c). De joodse zangeres Emma Bardac (née Moyse) had Fauré verlaten en was nog niet getrouwd met Debussy..ondertussen leek ze haar zinnen gezet te hebben op Ravel; misschien was L`indifférent een gecodeerde boodschap aan Bardac dat ze haar tijd aan het verdoen was (G.J. p. 403)

 (3). Zie: http://www.maurice-ravel.net/godebski.htm; voor Misia: http://www.maurice-ravel.net/misia.htm

(4).A scandal broke out in the press. Jean Marnold published a denunciation in the Mercure de France. Le Matin, owned by Alfred Edwards, then husband of Misia Godebska, continued the attack on the reactionary and prejudiced attitudes of the musical establishment. The author Romain Rolland wrote a highly publicized letter of support for Ravel to the Académie des Beaux-Arts’

(5). http://www.maurice-ravel.net/places.htm

(6). http://www.maurice-ravel.net/travels.htm

(7). http://www.maurice-ravel.net/health.htm

(8). Louise trouwde in 1910 met de Engelse advocaat Charles Copeley Harding en zij gingen in 1912 in Londen wonen. Louise hervatte haar zangcarrière in 1917 met enige buitenlandse tournees vooral gericht op eigentijdse Franse componisten. Ze deed dat samen met de schrijver Georges Jean- Aubry. De Hardings ontvingen regelmatig bezoekende musici en schrijvers en in 1922 regelde Jean- Aubry dat Ravel bij hen kon verblijven toen hij in Londen moest zijn voor piano opnames. Daar ontmoette deze later ook Hugo von Hofmannsthal, Sir Henry Wood en Joseph Conrad. In 1926 begeleidde Louise Ravel op een tournee door Scandinavië.

 

Bronnen:

Gedrukte:

Roger Nichols, Ravel remembered, London 1987

Benjamin Ivry, Maurice Ravel, A Life, New York 2000

Pierre Bernac, The Interpretation of French Song,, London 1976/ 1978

Graham Johnson & Richard Stokes, a French Song Companion, OUP 2002

G.W. Hopkins, ‘Ravel’ in The New Grove Dictionary of Music & Musicians, London 1980

 

Websites:

Het werk van Ravel: http://imslp.org/wiki/Category:Ravel,_Maurice

http://www.maurice-ravel.net/

http://www.musiqueorguequebec.ca/catal/ravel/ravindvoc.html#Voix

http://boleravel.blogspot.nl/2013/11/uvres-de-maurice-ravel-ordre.html

https://nl.wikipedia.org/wiki/Oeuvre_van_Maurice_Ravel

https://www.musicologie.org/Biographies/ravel_maurice.html   

 

Terug naar de Home- page