GEORGE BUTTERWORTH (1885- 1916)
George
Sainton Kaye
Butterworth werd 12 juli 1885 in Paddington, Londen, geboren als zoon
van Sir Alexander Kaye Butterworth, notaris en
later president-directeur van de North Eastern
Railway Company, en Julia Marguerite Wigan, voor
haar huwelijk werkzaam als sopraan. In 1891 verhuisde de familie naar
York, waar ze woonden in Riseholme, een huis in Driffield Terrace (nu Mount
School)
Hij
zat op school in Aysgarth in Yorkshire,
maar ging in 1899 –na het winnen van een beurs- naar Eton College, waar hij muziekles kreeg van Charles
Lloyd en Thomas Dunhill.
Van 1904 tot 1908 studeerde
hij –volgens de wens van zijn vader- rechten aan Trinity
College in Oxford, maar behaalde uiteindelijk een graad in
de letteren. Na Oxford
werkte George een tijdje als muziekcriticus voor The
Times en schreef enkele biografische artikelen voor de tweede editie
van Grove's Dictionary of Music and Musicians.
In 1909 gaf hij enige tijd les aan Radley
College in Radley, Oxfordshire,
maar keerde in 1910 terug naar Londen waar hij zich
per oktober inschreef aan het Royal College of Music. Daar
studeerde hij tot 1912 onder Walter Parratt,
Herbert Sharpe en Charles Wood.
George
kwam terecht in de kringen van de volksmuziek en de zogenaamde
'folk revival'. De componist Ralph
Vaughan Williams die volksliedjes
verzamelde, raakte in Oxford bevriend met hem. In 1912 was Georg
betrokken bij het oprichten van de Palestrina
Society samen met Rebecca Clarke, en in 1914 bij het tot stand komen van Vaughan Williams' tweede symfonie, A London
Symphony. In 1920 droeg Vaughan
Williams de herziene versie van deze symfonie aan Georg op.
Zelf
componeerde Georg ook, waarbij hij beďnvloed door zijn vriend Ralph, maar
ook door eigentijdse componisten als Jean Sibelius en Edward
Elgar.
George`s
grootste bijdragen zijn echter die aan de Engelse volksmuziek. Hij verzamelde
meer dan 450 liedjes (o.a. Banks of
Green Willow- 1913) en was bijzonder actief in
de English Folk Dance and Song Society. Hij was
een van de leden van het Morris dance-team van de EFDS. Er zijn
filmbeelden waarop hij dansend te zien is.
|
|
|
|
|
|
|
|
George
met pijp
|
Plaquette in Driffield
Terrace
|
Morris dansers
|
Bredon Hill, links
(ZW)van Stratford on Avon
|
Oorlogsmonu-ment Thiepval
|
Plaquette in St Mary's
Priory Church Deerhurst
|
Folk Songs from Sussex
|
A Shropshire
Lad
|
In 1914 nam hij dienst
in het 13th Durham Light Infantry Regiment. In september 1915 ging hij voor
het eerst naar de Franse loopgraven en werd, vanwege zijn gedrag aldaar,
driemaal eervol genoemd. Ook ontving hij het Military Cross. Op 5
augustus 1916 voerde hij, nadat de bevelvoerend officier was uitgeschakeld,
zijn compagnie aan in de eerste Slag aan de Somme nabij Pozičres. Hij kwam om toen hij door een kogel in zijn
hoofd werd geraakt en werd op het slagveld begraven. De plaats van zijn
graf is niet bekend, maar hij wordt genoemd op het Brits-
Franse oorlogsmonument te Thiepval.
Sir
Alexander Butterworth liet een gedenkteken aanbrengen in St Mary's Priory Church, Deerhurst, Gloucestershire
ter nagedachtenis aan zijn zoon en aan zijn neef, Hugh,
die stierf in 1915 te Loos.
Vaughan Williams was
George`s belangrijkste erfgenaam en veel van zijn papieren zijn
uiteindelijk beland in de Vaughan Williams
Memorial Library van de EFDS in Cecil Sharp House, Londen.
Toen
George in dienst ging, vernietigde hij die composities die hij zelf (nog)
niet goed genoeg, zodat er maar 18 liederen: 11 op teksten van Housman, de Henley Song Cycle (voor bariton en orkest) Love Blows as the Wind Blows
(1911-1912) en 3 sololiederen (op teksten van Shelley, Wilde en Stevenson)
zijn overgebleven. Bij de liederen schreef hij ‘simpele’ ‘Folkachtige’ begeleidingen, een reactie op de
gecompliceerdheid van veel laat romantische
muziek.
Voor
een overzicht van al zijn –bewaard gebleven- werk zie: https://en.wikipedia.org/wiki/George_Butterworth
De 11 liederen
op teksten van Housman`s A Shropshire
Lad (2): Loveliest of Trees, When I
Was One and Twenty, Look Not in My Eyes, Think No More, Lad, The Lads in
Their Hundreds, Is My Team Ploughing?, Bredon Hill, Oh Fair Enough Are Sky
and Plain, When the Lad for Longing Sighs, On the Idle Hill of Summer, With
Rue My Heart Is Laden, schreef George in
1911-1912. Hij
droeg ze op aan Victor Annesley Barrington-Kennett, een vriend uit Eton
en Oxford, die ook in 1916 in Frankrijk stierf.
Ze
werden uiteindelijk in twee sets gepubliceerd: Six Songs from A Shropshire
Lad (1–6) en Bredon Hill and Other
Songs (7–11), ofschoon George nooit een bepaalde volgorde had
vastgelegd. Naar men zegt vond Housman de
zettingen van zijn teksten door George de mooiste, vergeleken met die van
andere componisten
Love Blows as the
Wind Blows, in
een latere versie voor stem en piano, is te vinden op IMSLP.
Aan
deze tekst is voor het laatst gewerkt op 24 september 2019
|