KURT WEILL (1900- 1950) en Lotte Lenya (1898- 1981)

 

 

1900

1910

1920

1930

1940

1950

Dl is centraal keizerrijk maar overal nog kleine vorstendommen met veel invloed; Beieren is officieel nog zelfstandig

WO I

1914-

1918

1919

November-

revolutie;

economische crisis  Duitsland;

Hyperinflatie

1923

Dawesplan

(1924-29):

Roaring Twenties

androgyne vrouwen, kubisme

surrealisme, etc.

Grote

depressie

(1929 e.v.)

Rijksdag

brand-

Hitler aan de

macht

Jodenvervolgingen vanaf 1933

WO II (1939-1945)

Dl bezet

door geallieer-

den:

1945- 49

Vorming BRD en DDR

                      Duitse Keizerrijk

    Republiek van Weimar (1918- 1933)

  Derde Rijk (1933-1945)

herstel Dl./ periode van de Koude Oorlog

 

 

 

 

 

 

K. Weill geboren:  Dessau

Berlijn- Lüdenscheid-

Leizpg- Berlijn (bij Busoni); invloed Mahler, Stravinsky, Hindemith/ G. Kaiser

Berlijn: huwelijk

Lotte Lenya/samen-

werking B. Brecht

Parijs-

Londen/

scheiding

New York (1935- 1950)

hertrouwd met Lotte Lenya

 

Kurt Weill gestorven:

New York

(lied)composities:

‘im Volkston’/ religieuze thema`s

(Joodse achtergrond)

Vrij- tonale stijl

opera- ballet- jazz-film; Zeitoper- Songspiel

The Playwrights`Company (1935- 1940)-

Musicals (1940-1945)- Broadway opera (1945-1950)

 

 

I.Kurt Julian Weill werd op 2 maart 1900 als derde van vier kinderen geboren in een religieuze joodse familie in Dessau (Anhalt). Zijn vader Albert was daar voorzanger in de plaatselijke synagoge en hij componeerde ook liturgische muziek en gewijde motetten. Zijn moeder heette Emma Ackermann. Vader Albert nam de kinderen regelmatig mee naar het Hertogelijk Hof Theater. Op vijfjarige leeftijd begon Kurt met pianospelen en twaalf jaar oud gaf hij in het stadhuis van Dessau al zijn eerste concert met zelfgemaakte composities. Hij werd regelmatig ingehuurd als oefen- pianist voor de operazangers van het Theater en gaf daarnaast les aan de jongste dochter van Hertog Friedrich II.

Kurt studeerde aanvankelijk theorie en compositie bij (de liberaal joodse) Albert Bing, de kapelmeester van het Theater. Deze overtuigde hem er van dat hij componist moest worden in plaats van ‘uitvoerder’. Hoewel Kurt acht maanden voor het einde van WOI dienstplichtig werd, is hij nooit in dienst geweest, vermoedelijk omdat hij student was. Dat hij op dat moment geld verdiende voor het onderhoud van zijn familie wordt als niet zo waarschijnlijk gezien (1).

Hij vertrok in 1918 naar de Hochschule für Musik in Berlijn, waar hij compositieles kreeg van Engelbert Humperdinck (Wagner-adept), contrapunt van Friedrich Koch (Mendelssohn- adept) en koordirectie van Rudolf Krasselt. Kurt werd door de revolutionaire  studentenraad van de Hochschule tot voorzitter gekozen, met de opdracht een nieuwe directeur te zoeken in plaats van de conservatieve August Kretzschmar (2) en hij kwam met de suggestie de bekende pianist en ‘impressionistische’ Ferruccio Busoni als zodanig te benoemen. De chauvinistische studenten vonden deze echter niet Duits genoeg. Waarom Kurt zo snel daarna de Hochschule verliet is niet geheel duidelijk: om financiële redenen, maar misschien ook om iets meer van de wereld te zien.

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQIIAkTEkGRn65T1QUxjxHwyIoXBrP8iq7-cFm9pwNm1NEqkiJO1bhR

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSEngIxn2v86sFgJLchrtJ0ZOs_EmY03YUrF5HlWKR1Y1AvmA_UcL6U

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRbmtV64xnOY_MIrrZsIk_cPaxsAABGOrmdSa9W6uLaHYBCF2iRKKGU6w

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS9-kzHRj30MRCwGkq6EF2eJ4x1g9ooCmrKm5pUOKmTj3luiRgnpsJVHw

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRzjTZjEDHAN3wRx_vpyISyslsLa_j6_9GtLWwXROc2Ct7pYlfyr73CWg

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQCLpTMQHyzV27Spv_VL62zSYb5wqTTM3QNgQD-Xu0bD7JaUB15ERKpjA

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRMCHOOxRpVLe8C9kBCH87aYOZ04jDCT5zITug08KYpQrOwhAXiTaQH

de ouders van Kurt

de kinderen Weill

Paleis Dessau- Anhalt

 Albert Bing

een jonge Kurt

Hochschule für Musik

(Hanns Eisler) Berlijn

Engelbert Humperdinck

Busoni en zijn masterclassleerlingen; links: Kurt Weill

 

Hij werd aanvankelijk, op uitnodiging van Albert Bing, ‘répétiteur’ van  het operagezelschap van het voormalige Hof Theater in Dessau, maar vanwege onmin met de muzikaal directeur vertrok hij naar het nieuwe Stedelijke Theatergezelschap in Lüdenscheid waar hij (tijdelijk) dirigent werd. Uiteindelijk keerde hij in 1920 terug naar Berlijn, waar hij leerling werd van de eerder genoemde (Bach-) Busoni, die nu aan de Preussische Akademie der Kunste een masterclass voor jonge veelbelovende componisten gaf. Busoni was in die tijd naarstig op zoek naar een nieuwe vorm voor de ‘aria’, in te bedden in de opera. In de praktijk studeerde Kurt meestal bij Ferruccio`s vriend en assistent Philipp Jarnach. Hij bleef er tot zijn diplomering in 1923, terwijl hij zichzelf intussen op allerlei manieren in leven hield: van orgelspelen in synagoges tot pianospelen in biertenten, het helpen van studenten als Claudio Arrau, Nikolaos Skalkottas en Maurice Abravanel bij hun lessen muziektheorie, en het leveren van muziekkritieken voor Der deutsche Rundfunk.

 

In het begin van de jaren twintig schreef hij een aantal werken, zoals de pantomime Zaubernacht en de liederencyclus Frauentanz (Sieben Gedichte des Mittelalters, opus 10) (3) en rond 1925 werd hij, na een serie uitvoeringen in Berlijn en op internationale muziekfestivals, erkend als een van de belangrijkste componisten van zijn generatie, tezamen met Paul Hindemith en Ernst Křenek.

Begin 1924 kwam hij in contact met de expressionistische dramaturg Georg Kaiser. Bij een van zijn bezoeken aan Kaiser leerde hij de actrice Lotte Lenya kennen. Met haar zou hij twee maal in het huwelijk treden (zie II).  Zij gingen wonen bij ‘Papa’ en ‘Mama’ Hassforth aan de Louisenplatz bij Charlottenburg.

 

Op een libretto van Kaiser ging in 1926 Kurt`s eerste opera, Der Protagonist, in première. In de surrealistische –eenakter- opera Royal Palace, op een libretto van Iwan Goll werd zijn stijl heel duidelijk: film en Amerikaanse dansmuziek maakten er voortaan deel van uit. Voor het kamermuziekfestival in Baden- Baden (1927), kort tevoren ontstaan dankzij Hindemith, kreeg Weill de opdracht voor een eenakter. Op zijn zoektocht naar een libretto kwam hij (opnieuw?) in aanraking met (de orthodox marxistische) Bertolt Brecht, dichter en zelf ook componist (4). Een gevolg van hun samenwerking was de Kleine Mahagonny (officiële titel: Mahagonny Songspiel). Omdat de zangtechnische moeilijkheidsgraad van de liederen heel verschillend was, kwam Brecht op het idee om de makkelijke vrouwenliederen (bijv. Alabama Song) te laten uitvoeren door een actrice die ook kon zingen. En zo kwam Weill op het idee Lotte Lenya in te schakelen. Haar stem was ‘prachtig doorrookt en hoerig’ en ze had ‘de juiste proletarische achtergrond’. Het werd een Succès de scandale.

Voor de opening van het Theater am Schiffbauerdamm in Berlijn in 1928 vroeg Brecht hem om muziek te componeren bij zijn  Dreigroschenoper (een ‘Stück mit Musik’: een gelijk aandeel van drama en muziek). De combinatie Brecht- Weill werd hiermee in een klap wereldberoemd. Het Mahagonny Songspiel zou daarna als basis dienen voor de grotere opera Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny, die in 1930 in Leipzig in première ging. De stukken waren anti- burgerlijk, anti- kapitalistisch en anti- oorlog gericht.

 

Omdat Brecht de rol van de muziek in zijn politieke theater nogal beperkte en Weill daar steeds meer moeite mee had, ging de laatste op zoek naar een andere partner. Hij kwam terecht bij de decorontwerper Caspar Neher voor het libretto van zijn epische opera Die Bürgschaft (1931) en weer bij Georg Kaiser voor Der Silbersee, geschreven in een ‘zeer verantwoorde stijl’, ‘geëigend voor zijn serieuze onderwerpen’.  In 1933 werden kort na de première van Der Silbersee, die een ballade direct gericht tegen Hitler bevatte, verdere uitvoeringen hiervan én alle andere muziek van Weill`s hand door de Nazi`s verboden en als ‘entartet’ bestempeld. Bij de boekverbranding in mei gingen zijn originelen in vlammen op en kort daarop werd ook de vertoning van de populaire film ‘Die Dreigroschenoper’ verboden.

 

Direct na de machtsovername door Hitler vertrok Weill met Lotte Lenya naar Parijs, waar zij al spoedig uit elkaar gingen. In Parijs schreef hij o.a. –na een korte hernieuwde samenwerking met Brecht-  muziek voor ‘Die sieben Todsünden’, een ballet met zang voor sopraan en mannenkwartet, voor  George Balanchine’s gezelschap  ‘Les Ballets 1933’. Helaas vonden de Franse critici het stuk maar niets. In 1934 vestigde Weill zich in het dorp Louveciennes buiten Parijs en besloot, mede op aanraden van Milhaud, Honegger en andere Franse vrienden, zich verre te houden van alle rivaliteiten in het Parijse muzikale leven. Na zijn mislukkingen in Frankrijk (en Engeland waar zijn Der Kuhhandel/ A Kingdom for a Cow flopte) en door zijn uitsluiting van het Duitse muziekleven was Weill bij het begin van WO II in Europa eigenlijk al min of meer een vergeten man geworden.

 

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRlm0heD3f51gveUbkWI0a9uogjZlZMs1ccwb1ap8smogbBPEWutQqF

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTKJMGVWUen7MUU-Tkg40sBfqCYQ04PAWtz1TKH77KY1_h079IKhOyY

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcT3l06EwpGX5AWAk6ZU3eA6GADuheh6rcXVVja02ULSvIGP_EyhWaZP3A

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRD7qq555420xMlR7XA6maKbsycOE1ZtgA1USJDpPsf5v7ISK7Ap0RGOg

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSemQUK7m2BW9b5Y7L-L8eJOu3QiigstjPE4f9mMSqIJ5yxIGiCVwKH4Q

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRIxcQCSTfgvlkhZ7YqJJGbe1piAhlldBMqBJ0aR2AbkpSdYKvPLa21BbY

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQq3-hsJHa72cWlXRFshud9cdg-x-euNRAC6juUXi1c6wjA3z2oLeKUhQ

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSEQixNIs32QgVTB3zws7OFiN5jskTBqB6SX7Uf7oNwiJgOyEWZOUC6

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTs3AoFiQS_5y6DH5m2XBvWmUXVY3Ij9pqWSal46y-hfToP6OlnS397Fg

Maurice Abravanel

(latere foto)

Roaring

Twenties

Paul

Hindemith

Ernst

Křenek

Georg Kaiser

Brecht- Weill: Mahagonny Songspiel

Bertolt

Brecht

Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny

Lotte Lenya

als Jenny in de

Dreigroschenoper

 

In 1935 vertrok Weill met Lenya naar New York, waar inmiddels ook Brecht terecht was gekomen, en werkte daar samen met het Group Theatre en de toneelschrijver Paul Green aan de anti- oorlog musical Johnny Johnson. Door de vriendelijke ontvangst in New York en in het besef dat het commerciële theater meer mogelijkheden bood dan het traditionele operahuis, besloten Weill en Lenya er te blijven, te hertrouwen en het Amerikaans staatsburgerschap aan te vragen (5). Weill ging voor Broadway samenwerken met Maxwell Anderson aan Kinckerbocker Holiday en met de toneelschrijver Moss Hart en de liedjesschrijver Ira Gershwin, wat zijn eerste hit Lady in the Dark (6) opleverde. Hierna volgden One Touch of Venus (1943) en nog veel andere musicals. Zijn shows waren echt team- work: er moest met alles en iedereen (financiën, uitgevers, publiek) rekening worden gehouden. De folk- opera Down in the Valley (1948) werd meer dan honderd keer op scholen en wijkcentra door het hele land opgevoerd.

In december 1949 begon Weill aan een musical naar Mark Twains Huckleberry Finn, maar dat werk kon hij niet voltooien: op 3 april 1950 overleed hij aan de gevolgen van een hartinfarct. Twee dagen later werd hij begraven op de Haverstraw Cemetry in New York. Hoewel hij in 1947 nog Europa en Palestina bezocht had, was hij nooit meer naar Duitsland teruggegaan..

 

Men spreekt vaak over de ‘twee Weills’: In Duitsland kende men zijn Amerikaanse werk niet en in de V.S. wist men niets van zijn Europese stukken (7). Dankzij de inspanningen van Lotte Lenya was er in de jaren daarna sprake van een zekere ‘Weill- renaissance’, maar velen bleven sceptisch over zijn werk, deels vanwege de nadruk die er nu werd gelegd op zijn samenwerking met Brecht en deels omdat men  iemand die zoveel Broadway shows had geschreven, moeilijk serieus kon nemen. Alleen Die Dreigroschenoper kon op ieders instemming rekenen.

 

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSGQ7QemQZBZqPHFIgGTkUg5ih6IrQqnnlvQiwv_xAKT5qS15UAWVPb

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS3H1yVbcGphtuMq5LJ1lfsu-Bq5Yfha83gGlEt53Wg9l2OnMrB3dR1Hw

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS3vxcATChvXoGdAadSy1--sjPZ2rr7hpqcFbZ5GelbVoL9_ahI3tO3

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS7p9o9xxYji1Qdtl_r8xSUlgXafaFNIAuaR7vNKEcdjX6BOzSYYA57Hw

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSix4zP0g83tOxgQkUrXnxqJ38zRabvcm72UwYslhpAHLFg4cYDxh6f

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQFzv_yiO3EYyiPbWgE_esGbxw0oZ6mbZb1X23_co05aXanBvo1tPPUXQ

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS1BDUAKLgcLD-6t8AYS_lAy0inA9xCrjj4tGgN88MbPX4hV96l0r0H

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTJ6LE1hobkA9EPKrYSDYcwOT9_YCGOaeUpGb9gPNAYdJTVoxQasOos0A

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQpsRhmPU-8RhYPZJ4gB6m9dgD0P_A_EO6_3k6Wp4doauvpqbMu8iDhZw

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQxqKouW_O1_NVN2jZ9iFAg8mnawfUs2wHaqB2JrjZStDsjpjyM5ZSmJw

Lexikon der Juden in der Musik, im Auftrag der NSDAP

samenwerking

met Paul Green

 

Kurt Weill en

Ira Gershwin

Kurt Weill en Lotte in 1942 New York

Lady in the Dark

Down in the

Valley

Lotte Lenya

Lotte in:

‘From Russia with love’

(1963)

Teresa Stratas

Gedenkteken

mmv.KWF

for Music

(2014) in NY

 

II.Lotte Lenya, werd in 1898 te Wenen geboren als Karoline Wilhelmine Charlotte Blamauer. In 1914 vertrok ze naar Zürich, min of meer op de vlucht voor haar drankzuchtige vader en het bekrompen milieu. Ze kreeg er de kans danseres te worden, hoewel ze er regelmatig een bijbaantje als ‘courtisane’ had. In 1921 vertrok ze naar Berlijn in de hoop verder carrière te maken als zingende danseres.

In 1924 maakte ze kennis met Kurt Weill, waarna in 1926 hun huwelijk volgde. In 1927 zong ze de rol van Jessie in het  Mahagonny Songspiel. Ze was met haar onnavolgbare (ongetrainde) sopraanstem een buitenbeentje in de operacast en nooit zeker van een plaats, totdat ze de rol van Jenny in Die Dreigroschenoper creëerde. Hierna begon haar theater- en filmcarrière. Ze trad meestal op in werken van Weill`s hand, maar ook in stukken van Wedekind en Karlheinz Martin. Hoewel ze in 1933 al gescheiden waren, componeerde Weill voor haar de rol van Anna I in Die sieben Todsünden. Toen zij in 1935 naar New York gingen, kwam het tot een verzoening en het jaar erop hertrouwden ze. Na het succes van Lady in the Dark kochten ze Brook House in Rockland County, New York. Ze nam een aantal liederen van Weill op op de plaat, steunde de oorlog met uitvoeringen voor de Voice of America en het Office of War Information en trok zich terug van het toneel na minachtende opmerkingen over haar uitbeelding van de ‘Duchess’ in The Firebrand of Florence.

Na Weill`s dood in 1950 wilde ze eigenlijk niet optreden op een herdenkingsconcert in de Town Hall, maar het bleek een groot succes. Daarom werd het gebeuren daarna bijna jaarlijks herhaald tot 1965. In 1951 speelde ze een rol in Broadway in Anderson's Barefoot in Athens en trouwde vervolgens met de schrijver/ uitgever George Davis. Hij haalde haar over de rol van Jenny in (aangepaste versies van) The Threepenny Opera te spelen, waarvoor ze een Tony Award kreeg. Hierna trad ze bijna alleen nog maar op in stukken van Weill. Hoewel haar stem nu bijna een octaaf lager was geworden, maakte ze opnames van de Berlin Theater Songs, Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny, Johnny Johnson, Happy End, Die Dreigroschenoper, Die sieben Todsünden, en de American Theater Songs.

Ze keerde terug naar Duitsland op zoek naar Weill`s verdwenen bladmuziek, om zijn rechten te beheren en om er weer op de planken te staan. In 1957 overleed George Davis plotseling, waarna Lotte zich nog meer bezig ging houden met Weill`s erfenis. In 1962 trouwde ze met de kunstenaar Russell Detwiler die zeven jaar later, op 44-jarige leeftijd, stierf.

 

In de twintig jaar na Weill`s dood pakte Lenya haar internationale carrière als zangeres, danseres en als specialist in het Brecht- theater weer op. Ze trad ook op in verschillende t.v- specials gewijd aan Weill`s muziek en in de film (From Russia with Love, Mutter Courage, Cabaret, enz.). In 1962 richtte ze de Kurt Weill Foundation op en in 1969 ontving ze van de West- Duitse regering de Orde van Verdienste. In 1971 trad ze op in het Holland Festival. Op 77-jarige leeftijd wilde ze nog een aantal van Weill`s werken in première laten gaan op het Festival van Berlijn (1975), maar moest door ziekte afzeggen. Op 27 november 1981 overleed Lotte aan kanker. Ze werd in New York naast Kurt Weill begraven. De zangeres Teresa Stratas werd haar opvolgster in de Weill Foundation.

 

Uitvoeringen:

Van de liederen van Weill/ Weill en Brecht bestaan heel veel verschillende uitvoeringen. Pay- Uun Hiu gaf in haar artikel aan ‘dat er bij de meeste interpretaties (van de klassiek geschoolde zangeressen Anne Sofie van Otter, Cathy Berberian, Teresa Stratas en van anderen als Jasperina de Jong, Marianne Faithfull) iets ontbreekt dat Lotte Lenya en Gisela May wel hadden: het waren ‘zingende actrices’, (‘vamps’)”.  Zie http://www.musiques-regenerees.fr/ExilBerlin/WeillKurt/kwChrono.html voor chronologie, uitvoerders, samenvattingen, opnames enz.

 

Voor een overzicht van alle momenteel bestaande/verkrijgbare liederenbundels, zie: http://www.kwf.org/pages/ww-currently-available-published-songbooks.html#album:

1.Ballade von der sexuellen Hörigkeit und andere Songs (formerly Song Album). German. Universal Edition

2.Brecht-Weill Song Album. German. Universal Edition.17105

3.Kurt Weill- from Berlin to Broadway

4.Kurt Weill-Broadway and Hollywood. English. Hal Leonard.
5.Songs from Die Dreigroschenoper. German. UE

6.Threepenny Opera--Vocal Selections. English Blitzstein.
7.Vocal Selections: Lost in the Stars. English. Warner.
8.The Unknown Kurt Weill. German, French, English. European American Music (EA 493).
9.Kurt Weill Songs: A Centennial Anthology. Vol. 1-2. German, French, English. Warner Bros. (Hal Leonard)
10.Unsung Weill. English. European American Music

11. Sechs Stücke aus dem Silbersee

 

Van enige bundels is hier de exacte inhoud geheel onderaan in de tabel opgenomen; met wat speurwerk is van de meeste liederen zo wel een uitgave te vinden.

 

Liederen/ Liederenbundels:

Liederen t/m Weills verblijf in Europa (o.a. vermeld in New Grove, zonodig aangevuld met The Unknown Kurt Weill); niet compleet overzicht

tekst van:

in 2: in 8:

Liederen na vertrek uit Europa (New Grove aangevuld met The Unknown Kurt Weill)- tot 1944 en Kurt Weill From Berlin to Broadway (3); niet compleet overzicht

tekst van:

in 2:in 8:

ca.1913

Reiterlied

H. Löns

 

1938

2 chansons pour L`opera de quat’ sous

Y. Guilbert

 

ca.1915

Volkslied

A.Ritter

 

1938

2 Folksongs of the New Palestine:

Havu l'venim en Baa M'nucha

traditioneel

 

ca.1915

Im Volkston

A.Holz

 

1939

Nanna`s Lied (nooit door Lotte L. gezongen!)

B. Brecht

x

ca.1918

Das schöne Kind

onbekend

 

1939

Stopping by Woods on a Snowy Evening

R. Frost

 

1941

My Ship (uit Lady In The Dark)

Y. Gershwin

x (in 3)

1921

Die Bekehrte

J.v.Goethe

 

1942

Song of the Free

A.MacLeish

 

1921

Rilke lieder

R.M.

Rilke

 

1942

4 Songs of Walt Whitman: Beat! Beat! Drums!

Come Up from the Fields, Father; Dirge for Two Veterans; O Captain! My Captain!

Walt Whitman

 

1923

Frauentanz (gewijd aan Lotte Lenya)

 

 

1943

Und was bekam des Soldaten Weib?

B. Brecht

x

1925

Klops- Lied

Folkrhyme

1943

Speak Low- opgenomen in One Touch of Venus

Ogden Nash

(in 3, 9) x

1928

Berlin im Licht- Song (slow-fox)

K.Weill

1942- 44

Songs for War Workers: Propaganda Songs: Schickelgruber (= Hitler) (= no 2)

Buddy on the Nightshift (= no 5)

 

H. Dietz

 

x

O.Hammerstein

1928

Das Lied von den braunen Inseln

(uit ‘The Oil Islands’ van Feuchtwanger)

L.Feucht-

wanger

1944

Wie lange noch? N.B. de melodie is die van Je ne t`aime pas (1934)-hergebruikt door het ‘Office of War Information’

W.Mehring

x

1928

Mahagonny- Songspiel: Alabama- Song

B.Brecht

x

1928

Dreigroschenoper: Moritat; Seeräuberjenny;

Barbara- Song; Kanonen- Song; Ballade vom angenehmen Leben

B.Brecht

x

In en na WO II heeft Weill, zoals boven reeds gemeld, nog verschillende ongenoemde opera`s, als The Firebrand of Florence (1945), Street Scene (1947) en Love Life (1948) gecomponeerd. Persoonlijk ben ik echter meer geïnteresseerd in zijn oudere werken.

1928

Die Muschel von Margate (Petroleum-Song)

F.Gasbarra

1949

Lost In The Stars (uit Lost In The Stars)

M.Anderson

x (in 3)

1929

Happy End: Surabaya- Johnny; Bilbao- Song

Was die Herren Matrosen Sagen;Der Song von Mandeley

B. Brecht

x

 

1933

Der Abschiedsbrief

E. Kästner

x

 

 

 

1933

Fantômas

R. Desnos

 

 

 

 

1933

Es regnet

J.Cocteau?

 

 

 

1934

Complainte de la Seine

M. Magre

x

 

 

 

1934

Je ne t`aime pas

M. Magre

x

 

 

 

1935?

Youkali- Tango Habanera (WOII lied verzet)

R.Fernay

x

 

 

 

1936

The Fräulein and the Little Son of the Rich

R. Graham

 

 

 

 

x/ x of x(?) : wordt zeker of waarschijnlijk opgenomen op mijn repertoire; x: reeds onderdeel van mijn repertoire

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTNtnTQNb5jAX6tH2Z2qgY-FYV2jnCh7w8BmvLYz1Ii8wczav52I3iB

Ad 2.: Brecht-Weill Song Album for voice and piano/guitar: Moritat  Dreigroschenoper; Seeräuberjenny- Dreigroschenoper; Alabama-Song - Mahagonny; Surabaya-Johnny - Happy End; Barbara Song - Dreigroschenoper; Bilbao-Song- Happy End; Was die Herren Matrosen sagen- Happy End; Kanonen- Song - Dreigroschenoper; Der Song von Mandelay - Happy End; Ballade vom angenehmen Leben – Dreigroschenoper

 

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcT6IxiNRCUb6p8I9yVDqG4K9Ubv8H2HsEjO4H9YAVEq3gC0t8Qk1juG

Ad 8.: The Unknown Kurt Weill: A Collection of 14 Songs as Sung by Teresa Stratas: 14 art songs dating from 1925 to 1944 as masterly performed by Teresa Stratas on the Nonesuch record.  Includes: Der Abschiedsbrief  Berlin im Licht-Song; Buddy on the Nightshift; Complainte de la Seine; Es regnet; Je ne t' aime pas; Klops Lied; Das Lied von den braunen Inseln; Die Muschel von Margate; Nanna’ Lied; Schickelgruber; Und was bekam des Soldaten Weib?; Wie lange noch?; Youkali

Ad 9. Kurt Weill Songs: A Centennial Anthology, deel 1: Alabama song ; All at once ; Apple jack ; As long as I love ; Auf nach Mahagonny ; Der Bäcker backt ums Morgenrot ; Ballad of the robbers ; Ballade vom angenehmen Leben ; Ballade von Cäsars Tod ; Ballade von der sexuellen Hörigkeit ; Barbara Song ; Berlin im Licht ; Big Mole ; Bilbao song ; A boy like you ; The catfish song ; Come in, mornin' ; Complainte de la Seine ; Dance around the golden calf ; David's Psalm; Denn wie man sich bettet, so liegt man; Dirge for a soldier; Don't look now ; Economics ; Les filles de Bordeaux ; Foolish heart ; Girl of the moment ; Le grand Lustucru ; Green-up time ; Here I'll stay ; How can you tell an American? ; How much I love you ; Ich bin eine arme Verwandte ; If love remains ; I'm a stranger here myself ; Is it him or is it me? ; It never was you; J'attends un navire; Je ne t'aime pas ; Kanonen Song ; Können einem toten Mann nicht helfen ; Kraniche-Duett ; Liebeslied ; Lied von den braunen Inseln ; Lied von Schlaraffenland ; The little gray house ; Lonely house ; Lost in the stars ; Lotterie agents; Tango ; Love song ; Mack the Knife ; March to Zion ; Marterl; Matrosen-Tango; May and January ; Mile after mile ; Mon ami, my friend ; Moon-faced, starry eyed ; Moritat vom Mackie Messer ; Mr. Right ; Die Muschel von Margate ; My ship ; My week

Deel 2 : The Nina,the Pinta, the Santa Maria; Nur die Nacht darf nicht aufhör'n; Oh, heart of love;Oh, the Rio Grande;The one indispensable man; One life to live; One touch of Venus ; Our ancient liberties ; Pirate Jenny ; The princess of pure delight; The promise; A rhyme for Angela; The right guy for me ; River chanty ; Le roi d' Aquitaine ; The saga of Jenny; The scars ; Seeräuberjenny ; September song ; Sing me not a ballad ; Song der beiden Verkäuferinnen ; Song of Miriam ; Song of Ruth ; Song of the free ; Song of the Rhineland ; Speak low ; Stay well ; Surabaya-Johnny ; Susan's dream ; That's him; There'll be life, love, and laughter; There's nowhere to go but up ; This is new ; This is the life ; This time next year ; Thousands of miles ; To love you and to lose you ; To war! ; Tschaikowsky (and other Russians) ; Le train du ciel; Trouble man; The trouble with women; Two hearts;Vorstellung des Fliegers Lindbergh; Washington Irving's song ; We are cut in twain ; We'll go away together ; Westwind ; What good would the moon be? ; Will you remember me; Wooden wedding ; Youkali ; Young people think about love ; You're far too near me ; Zu Potsdam unter den Eichen.

 

 

 

 

 

Ad 3: Kurt Weill: from Berlin to Broadway: Mack the knife (Threepenny Opera- 1928); The Bilbao song; Surabaya Johnny (Happy End- 1929); Alabama song (The rise and fall of the city of Mahagonny- 1929); Listen to my song; Mon ami, my friend (Johnny Johnson- 1936); It never was you; September song; There's nowhere to go but up (Knickerbocker holiday- 1938); My ship; The saga of Jenny; This is new (Lady in the dark- 1941); Speak low (One touch of Venus- 1943); Sing me not a ballad (The Firebrand of Florence- 1945); A boy like you; What good would the moon be (Street scene- 1947); Green-up time; Here i'll stay; love song; Susan's dream (Love life- 1948); Little grey house; Lost in the stars; Stay well; Trouble man (Lost in the stars- 1949)

Noten:

(1). Sanders p. 26: ‘onwaarschijnlijk; op dat moment waren er nauwelijks mensen die les wilden en het huishouden van de hertog werd in de novemberrevolutie omvergeworpen’.

(2). De gebeurtenissen in Berlijn in november 1918 en de ‘revolutie’ van en moord op Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg in jan. 1919 stimuleerden de Hochschule- studenten

(3). Zie voor een overzicht van zijn werken, bijv.: http://www.kwf.org/pages/by-date.html. Er is een verschil tussen de data van componeren en premières

(4). Brecht probeerde in zijn cabaretliederen de grenzen te verleggen: hij wilde geen ‘Musik’ maar streefde naar ‘Misuk’(een nieuw woord voor zijn eigen melodische, enigszins vulgaire ideaal). Hij vond het ‘Verfremdungseffeckt’ in Lenya`s stem geweldig.

(5). Kreeg hij in 1943

(6). ‘Lady in the Dark’ wordt beschreven in de New Grove als het Amerikaanse equivalent van Mahagonny: ‘echter Mahagonny was om technische redenen redelijk ‘tonaal’, waardoor bepaalde culturele implicaties hebbend, en ‘Lady’ was een culturele beslissing , ten gunste van de populaire smaak, dat zekere technische implicaties had’.

(7). Soms benoemt men de periode in Frankrijk en Engeland ook nog als aparte periodes.

 

Bronnen:

Geschreven:

David Drew, Kurt Weill,  in: The New Grove Dictionary of Music & Musicians, London, 1995

Ronald Sanders, The days grow short, The Life and Music of Kurt Weill, London, 1980

Jürgen Schebera, Kurt Weill, an illustrated life, Yale University U.S., 1995

David Farneth, Elmar Juchem en Dave Stein, Kurt Weill, A Life in Pictures and Documents, London, 2000

Lys Symonette, The Unknown Kurt Weill, A Collection of 14 Songs as sung by Teresa Stratas, New York, 1982

Donald Spoto, Lotte Lenya, een leven, De Geus, Breda 1993

Pay- Uun Hiu, Geslapen met Weill, gegeten met Brecht, Op zoek naar de erfgename van Lotte Lenya; artikel Volkskrant 30 oktober 1998 p.27

 

Websites:

wikipedia

http://www.kwf.org/  (Kurt Weill Foundation)

http://www.kwf.org/pages/music-scores.html

http://www.songwritershalloffame.org/songs/C78 : lijst van al zijn liederen 

http://www.musiques-regenerees.fr/ExilBerlin/WeillKurt/kwChrono.html

http://kurt-weill-fest.de/pages_d/kwz_4_0_0_0.html  : Kurt Weill Zentrum Duitsland

 

 

Dit artikel is voor het laatst bijgewerkt op 10 februari 2017

 

Terug naar de Homepage