Hoofdstuk 7. Schrift, literatuur, wetgeving, godsdienst, dagelijks leven, dood en kunst

 

Dit hoofdstuk is onderverdeeld in een aantal subhoofdstukjes:

a.        het schrift

b.        literatuur

c.        wetgeving in combinatie de verschillende sociale groepen

d.       godsdienst

e.        behuizing/ kleding/ eten en drinken

f.         dood en begrafenis

g.        kunst

 

a. het schrift:


De Vikingen gebruikte het runenschrift
(ook kortweg runen genoemd). Het is het oudst bekende schrift dat in Germaanse landen werd gebruikt; het bestaat uit letters samengesteld uit meestal rechte en hoekige lijnen die gemakkelijk in bijvoorbeeld steen of hout kunnen worden gekrast. Bij gebruik op metaal werden ook wel ronde vormen gebruikt. Het aanbrengen van runen werd ook wel "ritsen" genoemd.

De oudste stenen met inscripties zijn van ca. 400 na Chr.  De stenen werden ook neergezet ter nagedachtenis aan overleden familieleden of vrienden. Vanaf de achtste eeuw werden naast tekst ook decoraties aangebracht, vaak monsters in reliëf die ook werden ingekleurd. Die waren bedoeld om demonen en rovers af te schrikken. Stenen met afbeeldingen van mensen zijn zeldzaam; ze vermengen een ‘heidense’ vorm ( de stenen ) met een nieuwe christelijke inhoud en zijn ‘overgangsstukken’.

Vanaf 900 verloor het runenschrift geleidelijk de concurrentiestrijd met het Latijns alfabet.

 

Er bestaan verschillende soorten runenschriften. Het bekendste is het oude Futhark ( genoemd naar de eerste zes letters) van 24 runentekens of runstaven. Het jonge Futhark met 16 runstaven werd door de Vikingen gebruikt.

Op de Britse eilanden was het Anglo-Saksische runenschrift, Futhork geheten, in gebruik met 33 runstaven; het heette Futhork omdat de vroegere a-rune in dat alfabet daar naar een o-klank verwees.

 

       Vikingen%20-%20het%20vikingschrift%2002

 

Later werd het gewone 24 letteralfabet geïntroduceerd:

 

Vikingen%20-%20het%20vikingschrift%2003 2

 

Vikingen%20-%20het%20vikingschrift%2001-afbeelding 

jellingsteen

afbeelding op runenstenen

afbeelding op runenstenen

 

Kopie Jellingsteen* in Utrecht voor de Dom

Afbeelding met de    opname in het  Paradijs? (Stockholm museum)

Runensteen met christelijke symbolen

(Stockholm museum)

 

Voor de verdere ontwikkeling en betekenis van het runenschrift, zie bijv. :  http://nl.wikipedia.org/wiki/Runen  of http://www.ancientscripts.com/futhark.html (Engelstalig en redelijk diepgaand)

 

* De steen van Jelling is een zeer beroemd monument in Denemarken, gemaakt rond ca. 1000 door koning Gorm ter nagedachtenis aan zijn vrouw; Thyre. De heuvel waar de steen op staat heet dan ook de grafheuvel van Thyre. De tekst luidt: ‘koning Gorm heeft dit monument opgericht ter nagedachtenis van zijn vrouw, glorie van Denemarken.’ Later toen de koning zelf stierf heeft zijn opvolger een steen van ‘Jelling’ voor hem gemaakt. Een kopie ervan werd later aan de stad Utrecht geschonken.

 

b. de literatuur:

 

Hoewel er dus wel een alfabet was, konden de meeste mensen niet lezen en schrijven en als zij elders mooi versierde boeken roofden was dat niet vanwege de inhoud maar alleen vanwege het goud en zilver beslag en de edelstenen op de boekbanden. Die haalden zij er af en de handschriften werden weggegooid.

Desondanks weten we redelijk veel over het Vikingtijdperk omdat er van de 12de tot in de 14de eeuw veel geschreven is op IJsland.

Er werden historische kronieken door IJslanders, Noren en Denen geschreven, waarvan de belangrijkste zijn:

1.de Gesta Danorum van de Deense geestelijke Saxo  en

2. Heimskringla, de geschiedenis van de Noorse koningen, van de IJslander Snorri Sturluson.

Verder is zeer beroemd de IJslandse Edda: een verzameling literaire en mythologische werken.

 

 

c. de wetgeving/ de standensamenleving:

                                                                                   

De Vikingen kenden verschillende klassen:

1.      Jarlars (Earls = grootgrondbezitters) regeerden over een bepaald gebied

2.      Karls (vrije boeren) of ‘bondis’ hadden eigen grond of werkten voor een meester: zij waren vrij

Tot deze groep behoorden ook gespecialiseerde handwerkslieden en beroepssoldaten.

3.      Thra(e)lls (slaven) werden gebruikt voor het boerderijwerk; zij waren rechtloos; onvrij.


(Vrije)Viking vrouwen hadden wat minder rechten dan hun mannen maar waren redelijk onafhankelijk,

want terwijl de mannen op de zee waren, beheerden de vrouwen het huishouden en het bedrijf.

Een vrouw kon haar eigen echtgenoot kiezen en kon een scheiding eisen wanneer hij haar sloeg of ontrouw was.

 

De Vikingen leefden in een relatief democratische samenleving. de vrije mannen en vrouwen mochten en moesten zelfs, meebeslissen over het bestuur van de regio tijdens gezamenlijke vergaderingen. Zo'n vergadering heette een ‘Thing’ ( Ding). Iedere Thing stuurde vertegenwoordigers naar de Landthing.

In IJsland heette de Landthing Althing.

De leiders of koningen werden gekozen door de volksvergadering en zij hadden politieke en religieuze macht, maar de wetten werden door het Thing gemaakt.

 

Tijdens de Thing werd ook rechtgesproken:

Er gold gewoonterecht; de ‘oude wijzen’ bepaalden alles. De meest voorkomende boetes waren geld boetes.

Op diefstal stonden hoge straffen als ophanging. De zwaarste straf die een Viking kon krijgen was verbanning.

 

d. de godsdienst

 

zie: http://www.museumkennis.nl/lp.rmo/museumkennis/i000545.html :

Er zijn nauwelijks schriftelijke bronnen over de religie van de Vikingen bewaard. Het meest weten we uit de beschrijving die Snorri Sturluson (zie ‘literatuur’) in de eerste helft van de dertiende eeuw maakte over het geloof van zijn voorvaderen; deze 'Snorri-Edda' is dus vanuit een christelijk (dus bevooroordeeld) perspectief geschreven.
Ook de IJslandse saga's geven een idee van de Noordse mythologie.

Volgens deze was de wereld geschapen uit de ledenmaten van de reus Ymir. In het midden van de wereld stond een groenblijvende boom (Yggdrassil) waarvan de wortels tot in de hel reikten. De takken van Yggdrassil kwamen zo hoog dat ze door de koepel van de hemel staken. Deze boom verbond het rijk van de mensen (Midgard) met de woonplaats van de reuzen (Utgard) daaronder en die van de goden (Asgard) erboven.
Bij de as van de wereld leefden Urd, Skuld en Verdandi, de beschikken over het lot, waaraan zowel mensen als goden onderworpen zijn. De leefplaats van de mensen, Midgard, bestond uit een aarden schijf met een zee er rondomheen; in die zee leven Midgardslangen.

 

    yggdrasil%201

 

 

 

 

Een 19e eeuwse interpretatie van het wereldbeeld van de Vikingen met de levensboom Yggdrasil, Midgard, Asgard en Utgard, zoals beschreven in de Edda, geschilderd door Oluf Olufsen Bagge

 

 

Uit: A. Willemsen, Vikingen: ‘De Vikingen geloofden in allerlei goden, die behoorden tot twee geslachten: Asen en Vanen. Ze woonden in Asgard, waar het Walhalla is, de zetel en grote hal van Odin. Daarheen leiden de Walkuren de helden, dat wil zeggen de krijgers die in de strijd gestorven zijn. Vanaf zijn zetel (Lidskjalv) overziet Odin de hele schepping, tot in het dodenrijk, dat wordt geregeerd door Hel. De drie belangrijkste goden in Asgard waren Odin, Thor en Freya.

Odin was de oppergod, god van kennis en van de overwinning . Hij was een veldheer die zowel met kracht als met een list kon winnen. Hij reisde rond op een achtbenig paard, Sleipnir, en werd vergezeld door de raven Hugin (de gedachte) en Munin (het geheugen). Hij heeft een oog geofferd op zoek naar wijsheid en zichzelf negen nachten opgehangen om de geheime runen te leren. Hij kent alle gemoedstoestanden en heeft geen medelijden met de mens.

Onder zijn leiding bereiden de helden in het  Walhalla zich tijdens een eeuwigdurend gevecht voor op het laatste gevecht bij het einde van de wereld, Ragnarok.  Odin heeft een speer (Gugnir), een toverring (Draupni) en een wolf en adelaar. Onder zijn bescherming vallen koningen, hoofdmannen, tovenaars en dichters.

De zoon van Odin is Thor: het onweer wordt door hem veroorzaakt als hij met zijn bokkenkar langs de hemel rijdt. Zijn attribuut is een typische hamer met een korte steel (Mjollnir), waarmee hij de bliksem uit een steen slaat. Deze hamer keert vanzelf terug in zijn hand, nadat hij ermee heeft gegooid.
Thor was de beschermgod tegen reuzen, geesten, kou en honger. Omdat hij gewelddadig was maar wel een goed hart had, herkenden mensen zich in hem en Thor was onder het volk het meest geliefd. Hij was te vermurwen, beschermde de akkerbouw en werd op het platteland vaak hoger aangeslagen dan Odin. 

 

  250px-Freyja_and_cats_and_angels_by_Blommer

Freya, ook wel Frea of Freyja genoemd, is de godin van de vruchtbaarheid, de liefde en de wellust. Zij is mooi en machtig en ook een vechtersbaas. Van tijd tot tijd doet ze  mee in veldslagen. Als het er op aankomt werpt ze zich met evenveel vuur in de strijd als een Walkure (strijdgodin), waardoor zij soms wordt aangezien als hun aanvoerster, maar dat is Odin. Omdat ze ook de vruchtbaarheidsgodin is, heeft ze veel aspecten van de Moedergodin (i.t.t. de christelijke idee van God de Vader). Ze is de godin van de ‘engelen’ en de 'knapste', volgens de Germanen, van alle goden.

Freya in haar wagen getrokken door katten  door Nils Blommér.

 

De Vikingen geloofden dat de goden de mensen vooral op hun moed, dapperheid en slimheid beoordeelden. De verhalen die zij over goden en helden vertelden gingen ook alleen maar over dapperheid en avontuur: dat was het voorbeeld dat de goden de mensen hadden gegeven. Het Walhalla, waar het eeuwig drinken en eten was, was alleen weggelegd voor de dapperste krijgers. Sterven in de strijd, met name ver van huis, was daarom voor een Viking geen angstaanjagend vooruitzicht: via die weg zou hij namelijk zeker in het Walhalla terecht komen. Beter sterven dan je overgeven en als zwakkeling uitgesloten zijn van het hiernamaals.
Ook de wreedheid van de plundertochten is deels op dit idee terug te voeren: je moest immers laten zien hoe dapper en krachtig je was. Niet alleen de hoeveelheid buit die je had veroverd, maar ook heldhaftig gedrag in den vreemde en de tegenstanders die je overwonnen had (te bewijzen met trofeeën als buitgemaakte wapens of zelfs schedels) pleitten voor je moed.

 

De goden van de Vikingen waren bepaald niet almachtig. Ze hadden goede en slechte kanten en de mensen hadden jegens de goden bepaalde plichten, maar ook rechten. Als een god niet voldoende hielp, kon een mens zich van hem afkeren en de 'tussenpersoon' verbannen of doden.
De goden werden benaderd in meestal collectieve rituelen, veelal in de open lucht; de Vikingen zagen de goden vooral in bronnen, bomen, grote stenen en open waters. Daar werden offers gebracht van vruchten of dieren; het hoogste offer was een mensenoffer. De offers werden begeleid door gebeden uitgesproken door professionele priesters en waren het verbond tussen goden en mensen.
De reden voor een plechtigheid kon verschillen, maar er waren vaste rituelen aan de seizoenen verbonden; op het Noordse midwinterritueel gaat het huidige kerstfeest terug. Eens in de negen jaar werden grote feesten gevierd, waarbij offers werden gebracht van dieren en mensen. Het slachtoffer werd snel gedood met een zwaard of bijl, waarbij het bloed werd opgevangen; deze bloedoffers werden blot genoemd. Rituelen als deze werden meestal door een feestmaal gevolgd.

 

Goden boden hulp in het dagelijks leven en Vikingen droegen amuletten in de vorm van Thor-hamers of miniatuurwapens  Die hulp zagen zij zeer letterlijk. Een Arabische schrijver, Ibn Fadlan, vertelt in zijn reisverslag 'Risala' uit 922 hoe de (van oorsprong Zweedse) Vikingen in Rusland op een eilandje in de Wolga hun god aanbidden. 'De Russen verlieten hun schepen die waren volgeladen met bont en mooie slavinnen. Ze hadden brood, uien, melk, vlees en bier bij zich. Ze liepen naar een grote houten rechtopstaande menselijke figuur waaromheen houten afgodsbeeldjes op paaltjes in de grond gestoken waren. Ze knielden voor het beeld en spraken dit gebed uit: 'O heer! Ik kom uit een ver land en heb zo en zoveel meisjes bij me, en die en die hoeveelheid sabelbont' en dan somden ze al hun andere aanwinsten op. Vervolgens zeiden ze: 'Al deze offergaven heb ik meegebracht' en legden alles neer wat ze bij zich hadden. En dan ging het gebed verder met heel exact geformuleerde wensen over het welslagen van de transacties: 'Ik wens dat u mij een koopman stuurt, die voldoende dirhams en dinars bezit om al mijn waren van mij te kopen en die niet over de prijs gaat zeuren.’

 

 

e. behuizing, kleding, eten en drinken, vermaak en speelgoed

 

1. behuizing op het platteland en in de stad

 

Het platteland:

De Vikingen legden verschillende Vikingburchten aan, bestaande uit een aarden ringwal omgeven door een sloot, met aansluiting op een waterweg. Binnen deze wal stonden langhuizen, zoals die ook elders buiten dergelijke wallen werden gebouwd. De ringwal gaf op vier plaatsen doorgang via zware poorten. Dwars aaneengesloten eiken balken vormden de bestrating. Door verbinding van telkens twee overliggende poorten ontstond een kwadrant in de cirkel die de wal omsloot. De lengte van de dwarsliggende straatbalken was zo gekozen dat daar gemakkelijk een kar, met of zonder boot erop, overheen kon. De poorten waren eveneens uit eiken balken gemaakt en voorzien van een mechanisme dat van de binnenkant konden worden geopend.

 

220px-Aggersborg_Viking_Castle

220px-Fyrkat_hus_langhuis

Over het langhus  is vrij veel bekend omdat er op vele plaatsen resten van gevonden zijn. Op een aantal plaatsen zijn aan de hand hiervan reconstructies gemaakt. Meestal was het tussen 20 en 30 meter lang en 8-9 m breed. Het langste bekende exemplaar was 83 m lang en 9 m breed.

In 2001 is in het centrum van Reykjavík in IJsland bij werkzaamheden het restant van een langhus gevonden. Nader onderzoek toonde aan dat dit uit ca. 871 n.Chr. stamde en daarmee is het het oudste overblijfsel van menselijke bewoning in IJsland.

 

De stad:

De Vikingen hebben ook steden gesticht. Die zijn niet te vergelijken met de steden van nu. Hoogbouw kende men niet. De huizen waren van hout, de straten waren rijen planken boven de modderige grond als het regende. Net als op het platteland hield men er kippen, varkens en zelfs koeien. Ook verbouwden mensen groentes als ze een stukje land hadden bij hun huis.

Steden ontstonden alleen op plaatsen, die makkelijk bereikbaar waren en waar handel gedreven werd. Terwijl de bewoners van een boerderij alles zelf moesten maken en verbouwen, specialiseerden de stadsbewoners zich in  ambachten.

In de vroege Vikingtijd waren de drie belangrijkste steden, Ribe op het Deense Jylland, Hedeby op de grens van Denemarken en Duitsland en Birka  in Zweden ( zie ook hoofdstuk 1, 4 en 5)

birkaper

De Vikingen schreven zelf nauwelijks wat op, ook al kenden ze een schrift. In  825 kwam de Franse monnik Ansgarius naar Birka om de Vikingen te bekeren. Dankzij zijn aantekeningen weet men beter hoe Birka er uitzag. Hij schreef o.a. dat er veel Friezen in Birka woonden ( t.a.v. Friezen= Frisii- zie de opmerking in h 6. over de ligging van dat gebied (http://www.livhiddemaproductions.nl/viking/html/stad.htm )

In het Historisch Museum van Stockholm is een grote Vikingtentoonstelling met een maquette van Birka

 

 

2. kleding

 

Er zijn heel weinig afbeeldingen van Vikingen uit de Vikingtijd zelf bekend. Reconstructies zijn daarom gebaseerd op teruggevonden fragmenten van kleding en schoenen en met name op kledingstukken uit een hoofdmannengraf in Mammen (Denemarken) en van een koningin, begraven in het Noorse Osebergschip (zie voor een afbeelding ‘Kunst’). Eigenlijk bleven vooral de broches bewaard waarmee de mantels werden vastgezet.

Kleding werd van wol en linnen gemaakt. Hele rijken konden zich ook zijde veroorloven. Mannen droegen broeken en tunieken en de vrouwen jurken met een soort overgooiers eroverheen (1).

 

Viking%202-kleding

broche

sieraden dorestad

strijkglas

Vikingen%20-%20viking%2001-kleding mannen

               broche

        kledingspelden

   strijkglas voor kleding

 

     Vikingen%20-%20hoofddeksel%2002_300x

         Vikingen%20-%20hoofddeksel%2004

       

       Vikingen%20-%20hoofddeksel%2003

Vikingen%20-%20hoofddeksel%2005

3. Eten en drinken

De Vikingen hadden een breed assortiment aan voedsel. Doordat ze op veel verschillende plaatsen kwamen te wonen, verschilde de samenstelling van het voedsel natuurlijk nogal. Men at rundvlees, schapenvlees, varkensvlees en wild en gemeenschappen die dicht langs de kust woonden, beschikten ook over vis, zoals haring, kabeljauw, schelvis, makreel, spiering en schelpdieren. Verder werden ook kippenvlees, houtduif, en eend gegeten.  Men at hazel- en walnoten en fruit, zoals appels en allerlei soorten bessen, zowel vers als gedroogd. Als groente werd gegeten: wortelen, witte peen, spinazie, selderij en rapen. Zwaar brood gemaakt van gerstemeel was gewoon en ook van rogge, maar er is bewijs dat zeker een paar mensen ook brood van tarwe maakten hoewel dit niet gebeurde in Scandinavië, dat te noordelijk lag. Van gerst werd bier gebrouwen. Honing en lijnzaadolie werden voor de bereiding van het eten gebruikt.                                                                                                                                 Het was algemeen gebruik om watergruwel te eten - pap gevuld met kaantjes of vlees - als stevig ontbijt. Gekookt vlees was veel gebruikelijker dan geroosterd, dat alleen gegeten werd tijdens ceremonies. Gekookte worstjes 'ketelslangen' genoemd, waren een speciale delicatesse. Het eten werd gekruid met jeneverbes, mosterdzaad, dille, koriander of knoflook. Voor nog meer details en ook recepten zie: http://www.vikingensite.nl/Vikingensite.nl/Eten_en_drinken.html

4.vermaak en speelgoed

Er zijn fluiten teruggevonden uit de Vikingtijd en men vermaakte zich vooral met vertellen van en luisteren naar spotverzen, gedichten en verhalen over goden en helden (Willemsen p. 33). In nederzettingen en graven is ook spelmateriaal en speelgoed teruggevonden. Het meest teruggevonden zijn speelstukken van een bordspel dat lijkt op het molenspel en verder tollen, houten zwaardjes, paardjes en bootjes.

spelpjas_glas_jpg

speelgoedeendje

Glazen speelstukken en speelgoedeendje gevonden in Birka   (afbeeldingen website Historiska Museet Stockholm)

 

f. dood en begrafenis

Een Viking kon op twee manieren sterven. Het mooist was de dood op het slagveld, waarna de overledene door de god Odin uitverkoren was om naar het paradijselijke Walhalla te gaan. Dit werd de 'achtenswaardige dood' genoemd. Ook kon een men de 'strooien dood' sterven, van ouderdom of ziekte op een matras. Dit laatste was een schandelijke dood voor een volk dat sterk, moedig, krijgslustig, trouw en vooral hard moest zijn om te overleven. Deze ongelukkigen waren voorbestemd de lange, moeizame weg naar Hel af te leggen. Geen pretje, want Hel was een monsterlijk persoon die het slechtste met de overledene voorhad.

Zieken kregen nauwelijks verzorging, het leven was hard en bood alleen plaats aan de sterken. Ze werden apart gelegd in een tent met wat water en brood. Waarschijnlijk om besmetting te voorkomen, maar zeker ook omdat het niet loonde veel tijd aan de zwakkere medemens te besteden.  Knapte de zieke op, dan kon hij wat eten en drinken en zich daarna weer bij de groep voegen. In het andere geval stierf hij of zij de strooien dood en werd het lichaam simpelweg verbrand. Was het een slaaf, dan werd zelfs die moeite niet genomen en bleef het lichaam buiten liggen als voedsel voor de honden en gieren.

Rijke strijders werden in een grote tent in een boot gelegd samen met hun paarden  -die van te voren werden gedood- ,wapens, een kruik bier, brood, gezouten vlees en alle dierbare voorwerpen als speer, zwaard en helm.
De vrouw van een rijk man had de keus: of ze bleef leven bij haar familie zonder haar man, of ze kon met haar man mee ‘reizen’ naar het dodenrijk. Eigenlijk pleegde ze dan zelfmoord door zichzelf te vergiftigen en als ze dood was werd ze naast haar man neergelegd. Bovenstaande gebeurde niet zo vaak want de vrouwen waren nodig in het huis.

g. kunst

  beker

  broche in vendelstijl

grafsteen

vikingarmband

   gouden spoor

 Freya%20sm

Deense beker ca. 800

Noorse broche

  Grafsteen Engeland

Deense armband 900  -  1100

Noorse gouden spoor

Beeldje van Freya

 oseberg%20wandkleed%20org

 

De vondsten uit het Oseberg schip dateren uit de 9e eeuw

               Rechts: reconstructie in waterverf

oseberg%20tapestry-2

De Vikingkunst is te verdelen in zes (2) of zeven (3) perioden:  Broa (Oseberg) , Berdal, Borre, Jelling, Mammen, Ringike en Urnes. Deze namen verwijzen naar de plaatsen waar de vondsten zijn gedaan. Er is geen scherpe scheiding tussen de verschillende stijlen. Alle overgeleverde Vikingkunst valt onder datgene wat wij ‘kunstnijverheid’ of ‘decoratieve’ kunst noemen en heeft zijn basis in de Noordse dierstijl vanaf 600. In de eindfase komt er nog een hoogtepunt in het houtsnijwerk van de elfde-eeuwse Staf(staaf) kerken (zie hfdst. 8)

 

(1) Voor voorbeelden en patronen zie: http://viking.uwstart.nl/rubrieken/kleding.html; voor nadere informatie over mannenkleding en m.n. hun helmen: http://members.home.nl/keesdebrouwer/vikingen/08_hoofddeksels.htm

(2) Brochure ‘Vikingen’ (gekocht in Noorwegen)- Berdal ontbreekt daar        

(3) A. Willemsen p. 48.

 

Terug naar subpagina ‘de Vikingen in de Nederlandse geschiedenisboeken’       of pagina    Historie  of   Home   Charlotte Anna Hansson