Hoofdstuk 2.   Het ‘waarom’ van hun veroveringstochten

 

Over het ‘waarom’ van de expansietochten der Vikingen bestaan diverse theorieën. Voor enige ervan bijvoorbeeld ‘problemen ten gevolge van polygamie’, ‘gedwongen verbanning van jonge mannen’ is niet genoeg bewijs. Hieronder volgen enige ‘betrouwbare’ redenen:

 

1. De belangrijkste reden voor hun tochten is dat het geboorteland van de Vikingen vrij woest was. Sommige delen waren zelfs onbewoonbaar.  In Noorwegen leefde men alleen langs de kuststrook en fjorden. Zweden bestond vooral uit bossen en meren. Alleen Denemarken had vruchtbare grond. Landbouw en veeteelt waren het belangrijkst. Toen de bevolking toenam en het klimaat verslechterde in de 9de eeuw, was er minder voedsel voor iedereen en dus moest men op zoek naar vruchtbaar land elders.

2. Daarnaast was het de gewoonte dat alleen de oudste zoon het bezit van zijn vader kon erven (primogenituur= eerstgeboorterecht). Als de jongere zonen eigen bezit wilden bemachtigen, moesten ze dat elders zien te krijgen.

3. Dit zal zeker gezorgd hebben voor deze reden: Interne twisten

4. Hun normen en waarden : je eer hoog houden, het recht van de sterkste, uitblinken in strijd en stoutmoedigheid,

goedgeefsheid en zelfdiscipline (zie ook hoofdstuk 7 onder ‘godsdienst’).

5. Uitbreiding van de eigen handel en zucht naar buit/ zin in avontuur

6. Verzwakking van het Karolingische rijk dat daardoor weinig weerstand kon bieden ( zie hiervoor ook hoofdstuk 3).

 

De tochten zijn vooral zo succesvol geweest door hun superieure boten: zij maakten snelle, lichte boten (snekken)voor het vervoer van personen en grote (tot 36 meter) langschepen voor vee- en goederenvervoer en de oorlog. De langschepen werden ook drakkars genoemd. Verder was er de kleinere knarr die dienst deed bij handel- en vrachtvervoer. Alle schepen konden gezeild en geroeid worden. De snelheid was  ca. 5-7 km. per uur bij het roeien en 18-20 km. per uur als er gezeild werd. Het bouwen van een oorlogsschip duurde ongeveer een half jaar.

De langschepen of drakkars hadden een geringe diepgang (1 meter) waardoor ze ook de rivieren ver op konden varen en zij hadden een vaak een draken- of slangenkop op de boeg.

Er is zoveel  bekend over de Vikingschepen omdat er gezonken schepen zijn teruggevonden en er soms belangrijke mannen of vrouwen in een schip werden begraven. Er zijn twee hele mooie schepen opgegraven in een grafheuvel: het Gokstadschip- en het Osebergschip.

 

    

Het Osebergschip

      Drakenkop

            Reconstructie Vikingboot

 

 

 

     Terug naar subpagina ‘de Vikingen in de Nederlandse geschiedenisboeken’    of     pagina ‘Historie’ of  ‘Home’  Charlotte Anna Hansson