VOLKSMUZIEK (20ste eeuw):

 

                              JOSEPH CANTELOUBE ( 1879- 1957)

 

landstreken

 

Rond het begin van de twintigste eeuw probeerden veel Europese musici de volksmuziek uit hun eigen vaderland op te sporen en te bestuderen met het doel om die in eigen werk, in hun eigen traditie te gebruiken. Componisten als Liszt, Brahms, Smetana en Dvořák hadden al wel teruggegrepen op volksmuziek uit eigen land om hun eigen werk te stimuleren en om zo een nationalistisch element in te brengen, maar dit was iets anders:

 

De nieuwe etnomusicologie was erop gericht om een exact beeld te krijgen van een wereld die –ook toen al-  verloren dreigde te gaan. Men deed dat door notities van die muziek te maken of geluidsopnamen. De bekendste onderzoekers op dit gebied waren Béla Bartók en Zoltán Kodály in Oost Europa, Ralph Vaughan Williams in Engeland, Clinge Doorenbos in Nederland en Joseph Canteloube in Frankrijk.

 

(Marie) Joseph Canteloube (de Malaret- 1-) werd in oktober 1879 geboren te Annonay in het departement Ardèche, maar hij kwam uit een familie die diep geworteld was in Auvergne. Zijn vader was directeur van een bijkantoor van de Société Générale en zijn moeder, Marie Garidel, een pianiste die concerten organiseerde.

Volgens een bewaard gebleven originele brief (2), had Joseph al sinds zijn kleuterjaren pianoles van Amélie Daetzer (Emilie/Amelie Doetzel), die een leerling zou zijn geweest van Frédéric Chopin (volgens Wikipedia). Dit laatste gegeven wordt -zie wederom noot 2-  ernstig in twijfel getrokken. Op achtjarige leeftijd kreeg hij vioolles van een zekere Manchovet, maar in 1891 schreef zijn vader hem in op de Saint-Thomas-d`Aquin school in Oulins bij Lyon, waardoor er een einde kwam aan al zijn andere lessen.

Zijn eerste composities, variaties voor piano,  Pensées d'automne ou Rêveries (opus 1), dateren uit 1893. Zijn vader stierf in 1896. Joseph woonde vervolgens, na een studie filosofie, meer dan een jaar bij zijn moeder in Bagnac op het (voor)vaderlijke landgoed. Zij slaagde erin voor hem een baan te vinden bij de Société Générale in Bordeaux, waar hij het slechts zes maanden volhield. In 1900 overleed ze. In 1901 trouwde hij in Malaret met Charlotte Marthe Calaret, met wie hij in 1903 een tweeling kreeg: Pierre en Guy.

 

Na hersteld te zijn van een ernstige ziekte besloot hij zijn leven aan de muziek te wijden en hij werd in 1902 (brief)student van Vincent d' Indy (3). Van 1907 tot 1914 studeerde hij vervolgens bij deze aan de Schola Cantorum de Paris, die wat progressiever was dan het Conservatorium. Daar raakte hij bevriend met Déodat de Séverac, Isaac Albéniz en Albert Roussel. D’ Indy moedigde hem aan om zijn al begonnen onderzoek naar de Franse volksmuziek voort te zetten. De basis hiervoor was namelijk al in zijn jeugd gelegd tijdens wandeltochten in de bergen, maar nu werd het zijn levenswerk. Voor zijn eerste opera Le Mas (1910-13), een werk dat speelt in een Provençaalse boerderij, schreef Joseph zelf het libretto in Occitaans dialect (4).

Bij het begin van de 1ste wereldoorlog keerde hij terug naar Malaret. Hij moest het leger in en werd ingekwartierd in Montauban waar hij drie jaar secretaris was. Na de oorlog wilde hij niet terug naar Parijs en ging lesgeven aan Henri Sauguet, die zijn enige leerling zou worden.

 

In 1924 gaf Joseph in Parijs een serie concerten (muziek van Scarlatti, Corelli, Déodat de Séverac en Roussel) en ging daarna op reis naar Spanje, Groot- Brittannië, Duitsland, Nederland en Tsjecho-Slowakije. In 1925 behoorde hij in Parijs tot de oprichters van de groep La Bourrée, die ten doel had de folklore van Auvergne te verbreiden. Hij was van mening dat ‘liederen van het boerenland het hoogste niveau van zuivere kunst konden bereiken, zowel qua gevoel en expressie als qua vorm’. Hij componeerde en arrangeerde diverse bundels liederen, o.a. Chants de Haute- Auvergne,  Chants religieux d' Auvergne, L'Hymne des Gaules en albums met liederen uit Rouergue, Limousin en Quercy. Het grootste deel van zijn verzameling volksliederen werd in vier bundels gepubliceerd tussen 1923 en 1930. Aan zijn populairste werk, de Chants d'Auvergne voor zangstem en orkest, heeft hij meer dan dertig jaar (1923- 1954) geschaafd voordat hij helemaal tevreden was.

 

Met zijn opvattingen over ‘pure en eenvoudige kunst’, tegen een ‘over- ontwikkeld intellectualisme’, kwam hij in reactionair vaarwater

terecht. In juni 1940 kreeg hij functies bij het Vichy- bewind (5). Hij propageerde de Franse folklore in de krant van de conservatieve Action Française en had een nationalistisch liederenprogramma op de radio waarin hij de tenor Christian Selva op de piano begeleidde. Ze namen samen ook platen op. Met de zangeres Geneviève Rex (Marie-Geneviève Roy) organiseerde hij in 1944-45 een serie concerten gewijd aan regionale liederen. Onduidelijk voor mij is of zij ook wel werd betiteld als Geneviève Canteloube. Joseph`s  Noëls populaires français’ zijn namelijk opgedragen aan ‘Geneviève Canteloube’ en ik kan niemand anders met die naam vinden.  

 

In 1948 hielden Joseph en Geneviève een lezingentournee langs 57 Amerikaanse universiteiten, samen met Roger Blanchard die zich op eenzelfde wijze met volksliederen bezighield. Van 1950-1957 werkte hij aan het (door hem niet voltooide) derde lyrische drama Cartacalha.

Hij schreef verder in 1951 (6) een biografie van d`Indy en een van Déodat de Séverac, die pas in 1984 werd gepubliceerd. Een goede vriend van Joseph, de Spaans- Catelaanse musicus Lluís Maria Millet i Millet, bevorderde ondertussen zijn muziek in Spanje.

Op het eind van zijn leven woonde Joseph in Sarthe op het ‘Château de Cogners’  bij baron de Gourdel, waar hij soms pianospeelde voor de betalende gasten.

 

Hij werd ziek in de zomer van 1957 en overleed op 4 november, volgens Wikipedia in Grigny (Essonne), de New Grove in Gridny (Seine- et –Oise) en volgens de online- beschrijving van de Encyclopædia Britannica in Parijs. Deze verschillende benamingen hebben alles te maken met de herindelingen van de Parijse regio. Zijn uitvaartdienst werd gehouden in de Notre Dame van Parijs en hij werd begraven op het kerkhof van Montmartre. In Bagnac wordt elk jaar nog een festival gehouden waar muziek van Joseph Canteloube ten gehore wordt gebracht (8).

 

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSAhqbeh_k-Orur_nNxzFpIaf0xTJi-vsPs-weh00Zy7sX3ITNPUlulpQ

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRZylsCyXtLrZKH95H93uTDso90cpoEiAwMwsdpwSKuEnfY_iRkX6W2

https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcS3oDrBrFJckzeqCBJQRB6VrHEtN19CdnBPFDi839ojt9WaCKhQIydFUg

images

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTwvS9dOW5LuYJ3Y-vfVIRtu6hO9Q2Fc7owhN7GOYz3ENH2h3ekzvUBrg

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQNVR7EsWk7qCnRdXlqrWMGNl4iEcbOREg5Z5RVTJd350WUviB5em0aoA

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQ7oGKq3Zol__HxbEP4VShIzhO7_VJX99WlztEwVJsVb1ITmEbtj7lk3A

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSCJhJ2V2XLqa4ObnF6Y3SWgrVeViIiYtv9tXE8B-KFnYFRuPjJMwj9vA

Joseph Canteloube

in 1900

     Malaret in Bagnac

Vincent d`Indy

La Bourrée

Joseph Canteloube in 1929

Christian Selva

Lluís Maria Millet -links

(midden Pablo Casals)

    Château de Cogners

 

In de -voor mij- beschikbare literatuur vond ik geen kritische opmerkingen over Canteloube`s rol in de 2de wereldoorlog, als ambtenaar van het Vichy- regime en over een eventuele veroordeling hiervan ná de oorlog. Gezien de tekst over dit onderwerp op Historiek (7) : ‘Sinds de bevrijding van Parijs in 1945 is alle gevoelige informatie over collaborateurs veilig opgeborgen in de archieven van het politiemuseum in Parijs en ‘ook de Franse Vichy- regering hielp mee met de Jodenvervolging en veel Fransen sloten zich vrijwillig aan bij het Duitse leger. De documenten worden echter pas na 75 jaar onthuld. Dat betekent dat de eerste documenten in 2015 worden gepubliceerd en de jaren daarna de rest’, verwacht ik daarover voorlopig ook niet veel te vernemen.

 

Bladmuziek van Canteloube ‘voor stem en piano’ is o.a. op Internet te vinden (9): Chansons galantes du XVIIIe siècle; Chants d'Auvergne; Chants de France; Chants de la Touraine; Chants de l'Angoumois; Chants du Languedoc; Chants du Pays Basque; Chants paysans de Haute-Auvergne et de Haut-Quercy; Chants populaires de haute Auvergne et de haut Quercy en Noëls populaires français.

Niet alle stukken zijn geschikt voor de mezzo of altstem en de pianobegeleiding is soms niet zo makkelijk. Eenieder zal daarin zijn of haar eigen weg moeten zoeken.

 

Noten:

(1). Volgens The New Grove (1980)  ‘de Calaret’; Calaret is de naam van Joseph`s vrouw; Malaret is de naam van het kasteel gelegen in Bagnac- sur- Célé, in  de Lot; daar word

Volgens http://musicologie.org/Biographies/canteloube_joseph.html: Maleret    

(2). Zie: http://musicologie.org/Biographies/canteloube_joseph.html  

(3). 1901 volgens Wikipedia; 1902 volgens http://musicologie.org/Biographies/canteloube_joseph.html

(4). Hij won er in 1925 de Prix Heugel mee, die hem een prijs van 100.000 francs opleverde. Toch werd het werk na de première op 3 april 1929 bij de Opéra- Comique in Parijs niet meer opgevoerd. Een soortgelijk lot trof zijn tweede opera Vercingétorix, de hoofdman in Averni die weerstand bood aan Julius Caesar toon die Gallië binnenviel. Dit stuk op een libretto van Étienne Clémentel en Hervé Louwyck, beleefde zijn première bij de Opéra Garnier op 22 juni 1933, maar volgens de critici miste het dramatische kwaliteiten.

(5). Volgens Wikipedia in 1941

(6). Volgens veel sites in 1949, (o.a. http://canteloube.e-monsite.com/pages/biographie-de-joseph-canteloube/)

(7). http://historiek.net/namen-franse-collaborateurs-onthuld/8417/

(8). Door de Association Joseph Canteloube zie:  http://canteloube.e-monsite.com/

(9). Zie: https://musopen.org/sheetmusic/composer/joseph-canteloube/?page=1

 

Literatuur:

Gedrukte:

Artikel over J. Canteloube in: The New Grove, Dictionary of Music & Musicians, London 1980

 

Websites:

Wikipedia

http://www.quadrevisie.nl/jandekruijff/componisten-portretten/c/canteloube.html

https://musopen.org/sheetmusic/composer/joseph-canteloube/?page=1

https://www.britannica.com/biography/Joseph-Canteloube

http://musicologie.org/Biographies/canteloube_joseph.html 

https://www.musicologie.org/Biographies/c/canteloube.pdf

http://data.bnf.fr/13892124/joseph_canteloube/

http://historiek.net/namen-franse-collaborateurs-onthuld/8417/  

 

 

Terug naar de Homepage