Nieuwsbrief DUET-SALON nr. 7 (febr. 2006)                      

 

                                                                        HET OPERA-DUET

 

De term ‘Opera’ is een afkorting van ‘Opera in Musica’, een meervoudsvorm die iets enkelvoudigs aanduidt. In theorie zou deze benaming op ieder muziekwerk van toepassing kunnen zijn. Met de enkelvoudige terminologie ‘Opera’ wordt een toneelstuk bedoeld waarin de tekst wordt gezongen in plaats van gesproken, met begeleiding door een orkest. Het toneel-element is fundamenteel; indien dat ontbreekt, is het een Oratorium.

 

Een heel gedetailleerde geschiedenis van de Opera is in zo`n kort bestek als deze Nieuwsbrief eigenlijk niet mogelijk. De ontwikkelingen worden zeer globaal geschetst en dieper wordt slechts ingegaan op die componisten wier duetten in de DUET-SALON ter sprake komen. Voor meer informatie wordt verwezen naar de literatuurlijst. Soms wordt bij een stroming of componist verwezen naar eerdere Nieuwsbrieven (Nws.br.nr…). Zie hiervoor ook de Index daarop.

 

Tijdbalk met enige essentiële begrippen en data:

 

1600                                                                       1800                                     1900

                                                                   (Franse revolutie)

        Renaissance-Barok                        Classicisme   Romantiek/groei  Verismo

                                                                                                  Nationalisme

        Intermedii/Masque-Opera Seria-Intermezzi(Buffa)           Reddingsopera

                                                                                                      Belcanto

 

 

De Opera ontstond aan het begin van de 17de eeuw tijdens de Renaissance. De liturgische (=kerk) drama`s die muziek en theater in zich verenigden hebben daarin een belangrijk aandeel gehad evenals de Intermedii. Dat waren in de 16de eeuw muzikale tussenspelen al dan niet met ballet met scenische vaak mythologische taferelen, tussen de bedrijven bij toneelvoorstellingen. In Florence groeiden deze uit tot grootste gebeurtenissen m.n. bij de Medici-huwelijken. De Camerata (bestudeer nu eerst Nws.br. 6) kwam met haar monodische opvatting en van Monteverdi (1567-1643) is de eerste opera afkomstig die bewaard bleef en die regelmatig werd opgevoerd (La Favola d`Orfeo). Hij koos voor menselijke personages en situaties in plaats van de mythische allegorieën uit de intriges van de eerste opera`s.

 

Passie vormde steeds meer het onderwerp van de operacomponisten en opera werd ontspanning voor het grote publiek. Er was een onverzadigbare vraag naar nieuw werk en het werd het uitgevoerd en meestal snel weer vergeten. Alleen de libretti (teksten) bleven bewaard en deze werden opnieuw gebruikt. De muziek verdween of werd bewerkt in andere partituren.

De Italiaanse opera kende aanvankelijk declamatorische vocale muziek, waarvan de lange teksten afgewisseld werden met koren en dansen. Later werden de lange teksten ingedeeld in: Recitatief (soort gezongen tekst met eenvoudige begeleiding bedoeld om in korte tijd veel informatie te verschaffen) en Aria (liedachtige melodie die gezongen wordt als de actie stilvalt en er tijd is voor de zanger voor reflectie op het gebeurde, zijn gevoelens en zijn prachtige stem!). Castraten zongen de hoge zangpartijen.

 

In Frankrijk ontstond aan het hof van Lodewijk de XIV een versmelting tussen de Italiaanse stijlen en de Franse traditie van groots opgezette, op dans gebaseerde evenementen (Lully en Rameau; zie ook DVD: Le Roi danse). Als reactie op de extravagante klank- en- lichtspektakels in Versailles ontwikkelde zich echter ook een nieuw genre, de opéra comique, dat lichter, korter en eenvoudiger was en gesproken tekst en aria`s aan elkaar verbond zonder gezongen recitatief .

In Engeland bleef het hoofse maskerspel (Masque), hoewel onder Karel II, die tijdens zijn ballingschap

kennis had gemaakt met Versailles, een eerste stap werd gedaan richting opera (Blow:Venus en Adonis -1682 ). Purcell schreef zijn door Frankrijk beïnvloede Dido en Aeneas in 1689 met veel dans, maar…keerde daarna terug naar de semi-opera, een gesproken drama met veel muzikale interludia (tussenspelen). De ontwikkelingen in Engeland zullen verder besproken worden in Nieuwsbrief 8 (april 2006).

In Duitsland bleef de basis van de autochtone muziek in de 17de eeuw religieus en instrumentaal, hoewel er wel Italiaanse operahuizen waren. Rond 1700 ontstond er het Singspiel, een populair, bewust eenvoudig, mengsel van komische tekst en zang. G.F. Händel (1685-1759) vertrok als jongen naar Italië om theatercomponist te worden, maar hij vestigde zich hierna in Londen (Rinaldo-1711). Omdat de meeste ‘ster’-zangers Italianen waren werd opera vaak nog geschreven in hun taal ook al traden ze op in Engeland, Duitsland of Oostenrijk. Dit veranderde wel onder Händel.

 

In de Barok van de 18de eeuw zongen nog steeds de castraten de grote helden- of fantastische minnaarrollen, hoewel vrouwen nu ook belangrijke rollen en zelfs mannenrollen, konden krijgen.

De ultieme bedoeling van de opera was de zangers te vleien met stukken die hun alle mogelijkheden boden hun vocale talenten te demonstreren. De soloaria`s werden achter elkaar geplaatst om van het hele spektakel een gekostumeerd concert te maken. Elke aria illustreerde een bepaalde stemming (woede, spijt jaloezie etc.)en bestond uit deel A, deel B en een opgesierde herhaling (da capo) van deel A. Na de aria verliet de zanger het toneel, zijn miniconcert was afgelopen en men mocht heel hard applaudisseren. De absurditeit en lengte van de plots van een opera seria zijn grotendeels toe te schrijven aan deze vereiste eindeloze monologen- met- exit.

In Italië ontwikkelde zich een nieuw soort komisch theater: de intermezzi (cf. intermedii).  Dit werd uiteindelijk de commedia dell’arte, waarin stereotype platvloerse personen en situaties voorkwamen (Pergolesi verfijnde dit genre). Wegens de grove humor kreeg het genre de naam opera buffa.

De excessen van de opera seria riepen in allerlei landen reacties op. De grootste hervormer in de Duitstalige gebieden was Christoph Willibald von Gluck (1714-1787). Hij publiceerde een manifest tegen m.n. Metastasio in Wenen waarin hij wilde afrekenen met de wantoestanden binnen de opera en hij streefde naar het ideaal van ‘bekoorlijke ongekunsteldheid’. (Metastasio, eigenlijk Antonio Domenico Bonaventura Trapassi, 1698-1782, schreef veel libretti waarin hij het absolutistische koningschap verheerlijkte; zijn werken zijn wel 800 keer bewerkt tot opera`s; en enige populaire stukken wel 70 keer).Gluck wilde geen overversierde da capo aria`s meer. Elegantie en soberheid telden alleen nog en zijn latere opera`s zitten vol menselijke wezens die in hun doen en laten ook als zodanig herkenbaar zijn. Toen Gluck in Parijs woonde stond hij onder bescherming van Marie Antoinette en versloeg hij de pro-Italiaanse stijl, maar toen hij terugkeerde naar Wenen, kwam Parijs weer onder Italiaanse (sentimentele)betovering.

J. Christian Bach  (1735 -1782) was het 18de kind van J.S. Bach en hij staat bekend als de Engelse Bach. Hij studeerde aanvankelijk in Italië, werd Rooms Katholiek, schreef o.a. in Londen veel opera`s (als laatste: La Clemenza di Tito) en hij heeft behalve op Haydn en Beethoven veel invloed gehad op het werk van Mozart (Nws.br.2 ) Deze schreef op 12-jarige leeftijd zijn eerste opera en schikte zich toen nog naar alle voorschriften van de opera seria, maar snel daarna brak hij hiermee. Hij schiep mensen van vlees en bloed wier acties niet geleid werden door kunstmatige regels maar op een natuurlijke manier voorkwamen uit de situaties waarin ze verkeerden. Zijn personen gaan gewoon met elkaar om en hoewel het nog steeds ‘nummer’-opera`s waren (aria`s, recitatieven, koren enz.) gaan de nummers vaak naadloos in elkaar over. Mozart heeft veel ontleend aan de opera buffa.

 

In het Frankrijk t.t.v. de Revolutie moest de opera die van de ‘oude orde’ was, radicale en politiek zeer correcte termen bevatten, als ze nog een rol van betekenis wilde spelen. Reddingsopera`s waarin het kwade werd gewroken en vrijheidsgezinde onderwerpen werden de mode in Parijs (Cherubini)

Italië keerde weer terug tot de top van de 19de eeuwse opera dankzij Rossini. Zijn beste opera`s zijn komedies en zij worden gezongen in de belcantostijl.  (grote decoratieve virtuositeit waarbij de spontane emotie vaak wijkt voor technische bravoure). Zijn navolgers waren Donizetti en Bellini. Deze laatste schreef een groot oeuvre(geen komedies), vond een middenweg tussen virtuositeit en expressie en beïnvloedde op zijn beurt Verdi en Puccini (zie wellicht ook: Nws.br. 8: het Mediterrane Duet).

De Parijse trends bleven in de 19de eeuw nog steeds zeer belangrijk. Berlioz bracht de ‘grand opéra’ (opera met balletscènes) op een hoger niveau, maar Bizet werd de meest vooraanstaande Franse operacomponist. In zijn ‘Carmen’ zit al dát realisme (verismo) dat de Italianen pas vijftien jaar later uitvinden. De werken van Ambroise Thomas (1811-1896) hadden de vorm van opéra comique en hadden slechts lokale (Parijse) betekenis.

In Duitsland richtte Wagner zijn pijlen op de Franse opera (m.n. Meyerbeer) omdat hij vond dat daar de opera was gedegradeerd van hoge kunstvorm tot populair entertainment. Hij gaf de opera zijn ‘nobele, zuivere’ status weer terug, rekende af met de ‘nummer’-opera en schreef ‘doorlopend gecomponeerde’ partituren. De vocale delen werden gedeclameerd op een manier die een kruising was tussen de aria en het recitatief. De zangers moesten vaak inzingen tegen een groot orkest dat soms belangrijker was dan de stemmen op het toneel. Dankzij Wagner werd het Duits voor het eerst een belangrijke operataal. Zijn operawerk heet ook Gesamtkunstwerk, omdat alles erin samenwerkte.

Verdere belangrijke nationalistische activiteiten waren het werk van Smetana en Dvořák (Nws.br.4) in Bohemen (het latere Tsjechië). Zij hadden een schrijfstijl voortkomend uit de volksmuziek.

Het voornaamste nationalistische centrum in de 19de eeuw was Rusland dat een eigen muzikale cultuur begon te ontwikkelen, los van de Franse en Italiaanse invloeden. Glinka schiep een verheven soort opera waarin geschiedenis en sprookjes met elkaar vermengd werden, maar hij en Moessorgski vonden dat compositie meer iets was voor semi-amateurs. Peter Iljitsj Tsjaikovski (Nws.br. 6) (1840-1893) verfijnde de Russische opera naar een West-Europese stijl.

 

In de 20ste eeuw was in Italië vooral belangrijk G. Puccini (1858-1925) vanwege zijn krachtige melodieën (Madame Butterfly). Richard Strauss (1848-1949) was in Duitsland de opvolger van Wagner. Als reactie op de grote dure producties van Wagner en Strauss gingen Kurt Weil en Bertolt Brecht experimenteren met een nieuw soort muziektheater dat populair wilde zijn en met cabaretachtige nummers, bevrijd van de hoge C`s en glamour van de operahuizen waar de sterren vooral zongen maar zeer slecht konden acteren.

Hitler, de grootste bewonderaar van Wagner, zorgde ervoor dat Duitsland zijn leidinggevende wagneriaanse overwicht in de operawereld verloor: De meeste belangrijke Duits-Oostenrijkse componisten gingen in ballingschap vooral in de Verenigde Staten en zij leverden daar hun eigen bijdrage aan de muzikale ‘melting-pot’. Belangrijke autochtone componisten in de VS waren Gershwin, Menotti, Barber, Bernstein (zie ook Musical: Nws.br. 6) en Glass.

Verder dient bij de ontwikkeling van de opera de verdienste van Maria Callas vermeld te worden: Zij was na de 2de Wereldoorlog de eerste die behalve zingen vooral ook kon acteren en zij verdreef daarmee Renata Tebaldi van wie men wel eens boosaardig zegt dat de decors beter waren –meer bewogen- dan zij)

                            ------------------

 

De duetten van de workshop (zie voor tekst en vertaling de bijlage):

In Monteverdi`s  Vorrei baciarti , o Fill ‘a doi contralti’ uit het Zevende Madrigalenboek (Nws.br.6) wordt gediscussieerd over de beste plek om een geliefde te kussen, daarna worden zowel ogen als lippen op allerlei manieren omschreven.

       

Uit Gluck`s Orfeo ed Euridice wordt het duet uit de 3de acte gezongen  Het libretto is van R.  de Calzabigi (eerste uitvoering:1762). Samenvatting: 1e acte: Orfeo rouwt om de dood van zijn vrouw Euridice. Zeus heeft medelijden gekregen, stuurt Amor naar Orfeo met de mededeling dat hij naar de onderwereld mag afdalen en Orfeo doet dat.

2de acte: Bij de ingang van de onderwereld ontmoet O. furiën en demonen die door hem gekalmeerd, de aftocht blazen. O.betreedt de Elyseese velden en Euridice wordt bij hem gebracht. 3de acte: Vieni appaga il tuo consorte, o cara; maar Euridice snapt niet waarom O. haar niet wil aankijken en denkt dat hij niet meer van haar houdt.  Uiteindelijk neemt O. zijn vrouw in zijn armen en dan zakt ze dood in elkaar. O. wil zichzelf doden, maar Amor komt tussenbeide, zegt dat de liefde heeft gewonnen en E. wordt weer tot leven gewekt.

 

In zijn Italiaanse vorm lijkt Orfeo helemaal niet op een Italiaanse opera uit die tijd, het is bijna een kameropera, maar het is Frans door het koorgebruik, de balletmuziek en de instrumentele tussenspelen. Het publiek vond Orfeo erg saai, het begon met een begrafenis en er kwamen geen zwierige liederen in voor. In Londen werden in 1770 verschillende voorstellingen gegeven met toevoegingen van J. Chr. Bach. Uiteindelijk heeft Gluck in 1774 in Parijs een nieuwe bewerking gemaakt. Deze ‘Franse versie’ (tragédie-ballet) ‘Orphée et Euridyce’ bevat vele veranderingen, extra nummers en werd niet meer door een castraat gezongen.

 

Canzonetta V ‘Che ciascun per te sospiri in de zetting van J. Chr. Bach, ontleent zijn tekst aan Pietro Metastasio (Canzonette La Libertà a Nice-1733); Met Nice wordt hier m.i. vooral de zeekust bedoeld. Giuseppe Bonno (en Gluck in 1755) heeft dezelfde tekst (onder de titel: Ah Nice, ah già rosseggia) in 1744 gebruikt in La Danza, een ‘cantata drammatica’ ook wel (net als Orphée et Euridyce) pastorale genoemd, waarin Tirsi, de herder, erg verliefd is op het herderinnetje Nice. Het centrale thema is: Jaloezie en liefde.

Bij Bach is het een onafhankelijke aria behorende tot de Sei canzonette a due, op. 4). Hoewel de naam van de minnaar bij Bach niet in het stuk voorkomt en er alleen ergens los in een aantekening ‘Tirsi 3’ staat, gaat het over dezelfde liefdesverhouding.

 

Voor de inhoud van de 1e acte van Mozart`s Zauberflőte (KV 620) (1791) zie Nws.br. 2. Het tutti-stuk (geen duet) ‘Das Klinget so herrlich bevindt zich in de 1ste acte, scène 17, als Papageno zijn magische klokkenspel bespeelt op het moment dat Monostatos (een Moor in dienst van Sarastro) zijn slaven beveelt Papageno en Pamina in de boeien te slaan. Tegen hun wil in beginnen de slaven en Monostatos te dansen (en te zingen) en verdwijnen.

De opera eindigt met het gegeven dat Tamino en Pamino en Papageno en Papagena alle beproevingen doorstaan en dat de Koningin van de Nacht (het Kwaad)er niet in slaagt Sarastro (het Goede) te verslaan. De opera zit vol met vrijmetselaars- getallensymboliek ( 3 beproevingen, 3 knapen, 3 dames enz.)

Mozart schreef bijna gelijktijdig zijn laatste opera La Clemenza di Tito (De goedheid van Tito) (KV 621) op bestelling voor de kroning van keizer Leopold II tot koning van Bohemen. Het libretto van C. Mazzolà was gebaseerd op een toneelstuk van Metastasio met dezelfde titel en het verhaal speelt zich af in Rome tijdens de regering van Titus (79-81).

1e acte: Vitellia, de dochter van de vorige keizer Vitellio, is razend op Titus omdat hij niet met haar maar met een buitenlandse prinses wil trouwen, waardoor zij geen keizerin va Rome kan worden. Ze stookt Sesto (die haar bemint)op om Titus te doden. Titus verandert van mening en wil toch met een Romeinse trouwen, nl. Servilia (zus van Sesto), en Annio (die de geliefde is van Servilia) moet haar die boodschap brengen. Servilia schrikt enorm (Ah, perdona al primo affetto) en zegt tegen Titus verliefd te zijn op Annio, maar dat ze, als Titus dat wil, haar geliefde op zal geven. Titus besluit haar geluk niet in de weg te staan. Vitellia belooft Sesto te trouwen als hij Titus heeft vermoord. Iets later hoort ze dat Titus toch met haar (=V) zal huwen. Sesto is inmiddels al onderweg om de moord te plegen, vol innerlijke tweestrijd omdat T. een goede vriend van hem is. Maar: het Capitool staat al in brand, hij is te laat!

2e acte: Annio vertelt Sesto dat Titus de aanslag heeft overleefd en raadt hem aan alles op te biechten, terwijl Vitellia hem de raad geeft te vluchten, maar Sesto wordt gearresteerd en bekent, maar vertelt niets over het aandeel van Vitellia. V. weet dat ze met een schuldig geweten nooit keizerin kan worden en biecht alles op. Titus vergeeft iedereen want beseft dat wraak nergens toe leidt.

 

Mignon (1866) van A. Thomas is gebaseerd op Goethe`s ‘Leerjaren van Wilhelm Meister’ en heeft misschien niet zo`n enorme psychologische diepgang, maar zit vol mooie melodieën. Het verhaal speelt zich af in Duitsland (1e en 2e bedrijf) en Italië (3e bedrijf). Mignon is als kind ontvoerd door een zigeuner en wordt nu verplicht om met haar dansen het volk te vermaken. Haar situatie wekt medelijden op bij Lothario, een rondreizende muzikant die op zoek is naar zijn verloren dochter Sperata en Wilhelm Meister, een student. Wanneer de zigeuner Mignon wil mishandelen, wordt dat door Wilhelm en Lothario verhinderd. Omdat dit slechts uitstel betekent voor Mignon, besluit Wilhelm haar vrij te kopen. (intussen zingt L. een duet met Mignon: Légères hirondelles) Tegelijkertijd maakt Wilhelm de actrice Philine het hof en besluit haar te volgen naar het kasteel van Rosenberg waar ze moet optreden. Mignon, die heimelijk verliefd is op Wilhelm, haalt hem over om haar mee te nemen. Het tweede bedrijf speelt zich af in het kasteel. Philine steekt de draak met Mignon en wekt zo haar woede op. Mignon spreekt de hoop uit dat het kasteel in de vlammen zal opgaan. Deze wens wordt vervuld door Lothario, die haar woorden gehoord heeft. Gelukkig weet Wilhelm haar tijdig te redden. In het derde bedrijf heeft Lothario Mignon en Wilhelm meegenomen naar een kasteel in Italië. Langzaam komen eerst zijn, en later ook Mignon’s herinneringen terug. Lothario blijkt in werkelijkheid graaf Cipriani te zijn en Mignon zijn verloren dochter. Niets staat nu nog de vereniging van Wilhelm en Mignon in de weg!

 

De opera Pikovaja Dama/Pique Dame (Schoppenvrouw) (1890) van Tsjaikovski speelt zich af in St. Petersburg eind 18de eeuw. In de 1e acte vertelt Hermann aan zijn vrienden dat hij wordt gekweld door zijn liefde voor Lisa, een meisje dat hij nog nooit sprak omdat hun sociale achtergrond zo verschillend is. Lisa is al verloofd met prins Jeletski maar is diep geraakt door Hermanns smachtende blik. H. hoort dat de grootmoeder(gravin) van Lisa bekend staat als ‘Schoppenvrouw’ omdat ze in ruil voor seksuele gunsten het geheim kreeg om het kaartspel te winnen. H. is vastbesloten Lisa te veroveren en als hij wint bij het kaartspel kan hij rijk worden en haar ten huwelijk vragen. Het duet Uzh vecher speelt zich af in Lisa`s kamer en wordt gezongen door Lisa en haar vriendin Pauline. H. verschijnt op het balkon en dreigt zelfmoord te plegen en uiteindelijk bekent L. dan haar liefde aan H.  In de 2e acte zijn L. en H. aanwezig op een gemaskerd bal en H. krijgt een briefje van L. dat hij morgenavond mag binnenkomen bij haar via de kamer van de gravin. Maar hij wil meteen, verbergt zich in de kamer van de gravin om het geheim te ontdekken, komt te voorschijn als de gravin alleen is en probeert haar over te halen. Hij bedreigt haar met een pistool en zij sterft van schrik. L. komt binnen, beschuldigt hem van moord en stuurt hem weg. In de 3de acte beseft Lisa dat ze Hermann misschien ten onrechte heeft beschuldigd, maar ondertussen verschijnt de geest van de gravin aan H. die hem het geheim meedeelt. Hij wil onmiddellijk naar de speelzaal, zet al zijn geld op de laatste kaart, maar dat is niet de aas, zoals beloofd, maar de schoppenvrouw. De gravin verschijnt voor H. die gek wordt en zichzelf neersteekt.

 

Pique Dame is nooit een groot succes geworden en misschien komt dat omdat de hoofdrol door een tenor moet worden gezongen die ook nog zeer goed toneel moet kunnen spelen. De aria`s (en voornoemd duet) worden wel veel los uitgevoerd.

 

              ------------------------------------

 

Teksten / vertalingen:

 

Vorrei baciarti oFilli                     I would kiss you Philly

Ma non so come, ove il mio         but know not where to

                 bacio scocchi               place my kiss first

ne la bocca o negi occhi,              upon your lips or upon your eyes

cedan la labbra a voi, lumi           let lips yield to you heavenly orbs

                                 divini

fidi specchi del core                     faithful mirrors of the heart

vive stelle d`amore                       love`s living stars

Ah pur mi volgo a voi,                 Ah, yet I turn to you pearls and

           perle e rubini                                                                 rubies

tesoro di bellezza                          beauty`s treasure

fontana di dolcezza                      fountain of sweetness

bocca, onor bel viso                      lips, the glory of a lovely face

nasce il pianto da lor                     from eyes tears are born, lips

        tu m`apri il riso                                              confer me a smile

 

 

 

 

 

 

     Vieni appaga il tuo consorte

     (N.B. deze tekst wijkt iets af van de gebruikte uitgave)

ORFEO

Vieni, appaga il tuo consorte!

Come, do your husband's bidding!

EURIDICE

No, più cara è a me la morte,

Che di vivere con te!

 

No, death is dearer to me

than life with you!

O.

Ah, crudel!

 

Cruel one!

E.

Lasciami in pace!

 

Leave me in peace!

O.

No, mia vita, ombra seguace

Verrò sempre intorno a te!

 

No, my life, I will always come after you

like a haunting shadow.

E.

Ma perché sei tiranno?

 

Then why are you so harsh?

O.

Ben potrò morir d'affanno,

Ma giammai dirò perché!

 

I well could die of sorrow,

but I will never tell you why.

E. ed O.

Grande, o Numi è il dono vostro!

Lo conosco e grata/grato io sono!

Ma il dolor, che unite al dono,

È insoffribile per me!

 

 

Great is your gift, ye gods!

I recognise it and am grateful!

But the grief which accompanies

your gift is past all bearing!

Che ciascun per te  sospiri   (vrij:)  Dat iedereen, Mooie Nice,

Bella Nice                                       naar jou verlangt, daar ben ik

Io son contento ma per altro,          tevreden over, maar anderzijds

Oh Dio, pavento che tu impari       ben ik bang dat jij niet op gelijke

a sospirar                                        wijze bemint; een mooi hart

Un bel core da chi l`adora              dat haar vereert, weet dat het

che ognor non si difende           zich niet zo hoeft te verdedigen

che spesso s`innamora                Het verlangt de Mooie Nice te

chi pretende innamorar Bella Nice                                 beminnen.

Io pavento che tu impari a sospirar

 

 

Zauberflőte/Das klinget

Das klinget so herrlich

Das klinget so schőn !

La ra la la la la ra la la la la ra la.

Nie hab`ich so etwas

Gehőrt und gesehn!

 

Annio:

Ah perdona al primo affetto            Ah forgive,my former love

Questo accento sconsigliato:            that thoughtless word

Colpa fu del labbro usato                 it was the fault of lips

A così chiamarti ognor                     accustomed always to call you so

Servilia :                                                                                        

Ah, tu fosti il primo oggetto             Ah you were the first person

Che finor fedel amai                         whom I ever truly loved

E tu l`ultimo sarai                             and you will be the last

Ch`abbia nido in questo cor.             to be sheltered in my heart.

Annio:

Cari accenti del mio bene                 Dear words of my beloved

Servilia:

Oh mia dolce, cara speme                O my sweat, dear hope!

Servilia, Annio:

Più che ascolto i sensi tuoi               The more I hear your words

In me cresce più l àrdor                    the greater grows my passion

Quando un`alma è all`altra unita     when one soul unites with an-

qual piacere un cor risente!              what joy a heart feels !    other 

Ah, si tronchi dalla vita                    Ah eliminate from life

Tutto quel che non è amor                all that is not love!

 

(Mignon) Légères hirondelles ,        (vrije vertaling) : kleine

Oiseaux bénis de Dieu, ouvrez         zwaluwen, vogels door God

vos ailes ,envolez-vous adieu           gezegend,open je vleugels en

(Lothario) Le vieuxluth s`éveille      vlieg weg(L)De oude luit wordt

Sous ses jeunes doigts et semble      wakker onder zijn jonge ving-

ô merveille ! Répondre à sa voix      ers en schijnt zijn stem te beant

(Mignon) Fuyez légères hirondelles  woorden, o wonder ! (M) :

Oiseaux bénis de Dieu etc. Fuyez    Vlucht kleine zwaluwen, naar

Vers la lumière, fuyez vite là-bas     het licht, vlucht snel naar de

vers l`horizon vermeil ! Heureuse     helderrode horizon.Gelukkig is

la première qui reverra demain le     de eerste die morgen het land

pays du soleil, envolez-vous etc.      van de zon wederom bereikt.

 

 

Pique Dame/Uz vecher

Uzh vecher oblako pomerknuli kraya  Het is avond, wolkenkleur

posledni luch zari na bashnyakh       van de avond, de laatste straal

                                        umiraet      van de schemering

Poslednyaya v reke blestyaschaya    verlicht de torens

                                        struya

s potuknshim nebom ugasaet            de laatste glanzende golven 

                                                          van de rivier worden steeds

                                                          donkerder

Vsio tiho roshi spiat vokrug zarit     alles wordt stil

                                          pokoy      ik lig in het gras onder  de 

prastiorshis na  tra ve pad ivoy         boom; ik luister naar het water;

                               na klanionnoy    samen met de waterstroom

vnimaiu kak zhurchit, slivaiasia       rondom de planten

srekoy, patok kustami asenionyy

Kak slit s porokhladoyu rastenii       Alles is koel en alles ruikt

                                         aromat     

Kak sladko v tishine u brega strui     hoe heerlijk de rust, de stilte

                                   pleskanye       van het water

Kak tiho veyanye efira po vodam     hoe heerlijk de rust, de adem

                                                          van de nacht boven het water

I gibkoi ivy trepetanye                      het trillen van de blaadjes in

                                                                                     het water.

 

 

 

Literatuur:

Oxford Concise Dictionary of Music; L. Riemens: Groot Opera Boek; M.White&E.Henderson, Opera & Operette; E. Vreuls, Muziekgeschiedenis 1400-heden; Sesam atlas van de Muziek; CD boekjes Die Zauberflőte/La Clemenza di Tito, New Grove en Internet                                                                                        

 

 Terug naar de  pagina      Muziek        óf    de       Homepage   van  Charlotte Anna Hansson