Nieuwsbrief DUET-SALON nr. 14 (okt. 2007)

(Beginnerssalon)

 

Omdat in deze Salon componisten uit twee verschillende ‘Stijl’-periodes ter sprake komen, volgt hieronder een klein tijdbalkje ter nadere oriëntatie:

 

Barok/classicisme                       (Fr. revolutie)        Romantiek/groei nationalisme

1600                                                          1800-1814                1871         1900

 

componisten altijd                                            . componisten ‘zelfstandig’

in dienst van adel                                             . muziek voor groot publiek ipv hof

                                                                         . gegoede burgerij (bourgeoisie)

                                                                           krijgt steeds meer invloed/ salons

 

Voor een juist begrip van de muziek van Henry Purcell (1659-1695) is eigenlijk veel kennis vereist van de periode waarin hij leefde. Hiervoor wordt verwezen naar Nieuwsbrief 12: ‘Het Engelse Duet’.

Kort samengevat komt het er op neer dat hij leefde in een eeuw waarin in Engeland grote geloofstwisten waren tussen aanhangers van het katholicisme en die van het protestantisme i.c. de opkomende Anglicaanse Kerk. De componisten in die tijd hadden vaak moeite de juiste houding te bepalen. De partijen wisselden nogal eens van macht en invloed en om je baan te houden moest je goed opletten hoe de politieke wind ‘waaide’ en stukken schrijven die de regerende partij aangenaam waren.

Purcell kreeg o.a. te maken met de Hollandse stadhouder Willem III die in 1688 ook koning van Engeland werd.

P. werk kenmerkt zich door een combinatie van traditionele Engelse invloeden met Italiaanse en Franse stijlkenmerken en hij heeft veel invloed gehad op de Engelse oratoria van Händel.

We the spirits of the air is een lied uit een van zijn vijf semi-opera`s, waarvoor J. Dryden en R. Howard de teksten leverden. Het lied is al eerder uitgevoerd op 25 januari 1664, maar speciaal ‘gezet’ voor de Indian Queen uit ca. 1695. De I.Q is door Daniel Purcell voltooid, want Henry is in 1695 gestorven. Zoals vaak in deze opera`s heeft een aantal liederen niet direct betrekking op het stuk en wordt niet door hoofdrolspelers gezongen. De belangrijkste karakters zingen helemaal niet maar reciteren hun dialoog, begeleid door muziek, vandaar de term: semi-opera. Dit is ook het geval met dit lied. ‘We the spirits’ werd in de I.Q. gezongen door een koor met begeleiding. De duetvorm is afkomstig uit Orpheus Britannicus. A. Moffat heeft het ca. 1900 nieuwe woorden gegeven: “Let us wander not unseen”, ontleend aan l`Allegro (uit 1632) van J. Milton (1608-74), een zeer beroemde dichter en amateur-musicus.

Two daughters of this aged stream are we (Z 628) is een duet uit de 4de akte van King Arthur of The British Worthy (1691), een andere semi-opera, wederom op een libretto van Dryden. De gevechten van Arthur tegen de Saxen worden beschreven, maar  meer in de vorm van pantomime dan als gezongen drama dus.

Purcell schreef een aantal duetten, naast veel andere sololiederen. What can we poor females do (Z518) kent naast een duet ook een solo versie(uit 1694). Het is vermoedelijk als ‘los’ lied  geschreven maar het is (nog) niet vindbaar voor wie  en waarom.

Ook de auteur van de tekst is onbekend. Dit is eveneens het geval bij het lied Lost is my quiet for ever (Z502) .

Henry Purcell 1659–1695My dearest, my fairest’ ( uit 1695 of 1696) is  naast  de aria ‘Sweeter than roses’, de enige bijdrage van Purcell aanPausanias, the  Betrayer of His Country’, van Richard Norton. Het is onzeker of Henry dan wel Daniël P. het oorspronkelijk Italiaanse duet componeerde (n.b. Pausanias is de Spartaanse leider uit de 5de eeuw v. Chr.)

 

 

 

De joodse familie van Felix Mendelssohn (1809-1847) was ten gevolge van de Franse Revolutie reeds gelijkberechtigd geraakt, maar liet zich ook nog tot christen dopen en voegde toen ‘Bartholdy’ achter de familienaam.  Dit aspect van bekeerde christen is zeker van invloed geweest op het werk van Felix, die al heel jong begon met pianospelen en componeren.  Toen hij 20 jaar was, dirigeerde hij de Matthaeus Passion waarvan men toen dacht dat die niet uit te voeren was. Mede door Felix M. hebben Bach, Händel en ook Mozart de hun toekomende plaats in de muziekgeschiedenis gekregen. Daarnaast moedigde hij ook eigentijdse componisten zoals Schumann sterk aan.

Het Motet Opus 39 no. 3 voor vrouwenkoor dateert uit 1830 en is het begin van de koraal: Er ist ein guter Hirt.  De oorspronkelijk Latijnse tekst van bovengenoemd motet: ‘Surrexit pastor bonus’ gaat terug op een bijbeltekst (Johannes 10.11). De vrouwen zijn bij het graf op zoek naar hun heer en stellen de daar aanwezige engel, in duetvorm, hun angstige vragen.

Mendelssohn  heeft geen liederencycli geschreven als Schubert en Schumann en ook geen liedverzamelingen gebaseerd op het werk van één dichter. Zijn liederen waren vooral bedoeld om bij de piano thuis te zingen. Wasserfahrt is gecomponeerd op een tekst van H. Heine en de zetting van M. schijnt een van de mooiste te zijn van dit vaak gebruikte gedicht. Het beschrijft het afscheidnemen van een zeiler van zijn geliefde. Het ‘volkslied’ Wasserfahrt heeft geen opusnummer en men weet niet precies wanneer M. het lied heeft gecomponeerd (maart 1833 volgens Peters, tussen 1837 en 1839 volgens anderen). Wenn ich auf dem Lager liege is ook gecomponeerd op een tekst van Heine en heeft ook geen opusnummer.

Gruss’ is een duet uit 1844 (opus 63 nr. 3) op een tekst van Eichendorff uit 1826 met de titel ‘Der Gärtner’. M. heeft enige woorden hierin veranderd en de laatste strofe geheel weggelaten.

Na 1840 liet M. zich uit Leipzig naar Berlijn lokken door de nieuwe koning van Pruisen (Fr. Wilhelm IV) , met de belofte dat hij aan de nieuwe Academie voor Kunsten mooie dingen zou kunnen doen, maar ten gevolge van de slechte sociale omstandigheden in Pruisen kwamen alle beloofde hervormingen niet van de grond en hij brak in 1845 definitief met de koning. In de Elias  zijn volgens kenners zijn frustraties hierover duidelijk te horen!

M. kreeg in 1845 van het Birmingham Music Festival de opdracht bovengenoemd werk te componeren, dat hij zelf zou mogen dirigeren.

Er was een zeer prominente rol voor het koor, want omdat het Festival door zangverenigingen werd georganiseerd, moesten zij worden tevredengesteld. Weer terug in Duitsland herzag M. het oratorium grondig, m.n. haalde hij alle teksten uit het Nieuwe Testament eruit en vertaalde het ook in het Duits.  -Voor uitleg van het begrip Oratorium wordt verwezen naar Nieuwsbrief  13.

 

Elias (1 Koningen 17, 18 en 19) verhaalt hoe Israël op een dieptepunt zit, en de koningen doen alles wat kwaad lijkt in Gods ogen, zoals goud vergaren en zich omringen met vele vrouwen. Achab trouwt om economische redenen met een Fenicische prinses en dient voortaan de Baäl , gesymboliseerd door een gouden kalf. Elia komt en waarschuwt de koning. Hieronder volgen enige belangrijke episodes uit het verhaal:

-voorspelling van de droogte: Het duet ‘Zion streckt ihre Hände aus gaat over de  klacht   van het volk dat de oogst is mislukt , de rivieren zijn uitgedroogd: Heer, hoor ons gebed !

-oordeel van God op de Carmel, het regenwonder

-terdoodveroordeling van de profeet Elia door de   koningin , zijn vlucht in de woestijn en  hemelvaart.

 

 

Johannes Brahms (1833-1897) gebruikte lang niet altijd grote dichters voor zijn liederen. Hij baseerde zich vooral op Zuccalmaglio`s Deutsche Volkslieder, die voor een deel zeker niet authentiek zijn, maar door Z. zelf geschreven. Brahms gebruikte de teksten meer als inspiratiebron en citeerde niet altijd exact. Tot 1860 componeerde hij strofische liederen , meestal zonder voor- en naspel, net als ‘echte’ volksmuziek; daarna schreef hij vooral doorgecomponeerde liederen.

Da unten im Tale is één van de bovengenoemde Duitse volksliederen  die Brahms in verschillende samenstellingen (SSA/ SATB enz.) op muziek heeft gezet.                      

 

Literatuur: The New Grove, Internet

 

 

Bijlage 1 : de teksten van alle liederen

We the spirits of the air
That of human things take care,
Out
of pity now descend
To forewarn what woes attend.

Greatness clogg'd with scorn decays,
With
the slave no empire stays.
We the spirits of the air
That of human things take care,
Out
of pity now descend
To forewarn what woes attend.
Cease to languish the in vain
Since never to be loved again.

We the spirits of the air
That of human things take care,
Out
of pity now descend
To forewarn what woes attend.

Two daughters of this aged stream are we

And both our sea-green locks have combed for ye

Come bathe with us an hour or two

Come naked in for we are so

What danger from a naked foe?

Come bathe with us

Come bathe and share pleasures in the floods appear

We’ll beat the waters till they bound and

Circle round and circle round

 

What can we poor females do

When pressing, teasing lovers sue?

What can we poor females do?

Fate affords no other way,

But denying or complying,

And relenting, or consenting,

Does alike our hopes betray

 

Lost is my quiet for ever,

Lost is life's happiest part;

Lost all my tender endeavours,

To touch an insensible heart.

But tho' my Despair is past curing,

And much undeserv'd is my fate,

I'll show by a patient enduring

My love is unmov'd as her hate.

 

My dearest, my fairest, I languish for you.

They kindness has won me, thy charm has undone me,

I ne`er, no ne`er shall be free.

I faint with the pleasure , I fain would repeat

Ah why are love’s raptures so short and so sweet.

Thus pressing and kissing, fresh joys we``ll pursue

And ever be happy and ever be free

But alas should you change , ah tell me not so,

No never my dearest, no never my fairest, no, no etc.

My dearest/fairest no no.

 

Surrexit pastor bonus (oorspr. tekst van guter Hirt)

qui animam suam posuit pro ovibus suis.

Et pro grege suo mori dignatus est.

Alleluja!

Tulerunt Dominum meum,

et nescio ubi posuerunt eum.

Si tu sustulisti eum,

dicito mihi et ego tollam.

Surrexit Christus spes mea!

Praecedet vos in Galilaeam.

Alleluja!

 

 

The good shepherd has arisen

who gave his life for his sheep.

And was deemed worthy to die for his flock.

Alleluia!

They have taken away my Lord

and I know not where they have placed him.

If you have taken him away,

tell me and I will take him away.

Christ my hope has arisen!

He will go before you into Galilee.

Alleluia!

 

(onderstaande teksten geven de oorspronkelijke gedichten weer

en aangegeven is waar de wijzigingen zitten door de componist

aangebracht)

 

Ich stand gelehnet an den Mast,

Und zählte jede Welle.

[Ade!]1 mein schönes Vaterland!

Mein Schiff, das segelt schnelle!

 

Ich kam schön Liebchens Haus vorbei,

Die Fensterscheiben blinken;

Ich [guck']2 mir fast die Augen aus,

Doch will mir niemand winken.

 

Ihr Tränen, bleibt mir aus dem Aug',

Daß ich nicht dunkel sehe.

[Mein krankes]3 Herze brich mir nicht

Vor allzugroßem Wehe.

 

Wenn ich auf dem Lager liege

in Nacht [und Kissen]1 gehüllt,

So schwebt mir vor ein süßes,

anmutig liebes Bild!

 

Wenn mir der stille Schlummer

geschlossen die Augen kaum,

So schleicht das liebe Bild

hinein in meinen Traum!

 

[Und]2 mit dem Traum des Morgens

zerrinnt es nimmermehr:

Dann trag' ich es im Herzen

den ganzen Tag umher.

 

 

Wohin ich geh' und schaue,

In Feld und Wald und Tal,

[Vom Berg hinab in]1 die Aue;   

[Viel schöne, hohe Fraue]2,

Grüß ich dich tausendmal.

 

In meinem Garten find' ich

Viel' [Blumen]3 schön und fein,

Viel' Kränze wohl draus wind' ich

Und tausend Gedanken bind' ich

Und Grüße mit darein.

 

[Ihr]4 darf ich keinen reichen,

[Sie ist]5 zu hoch und schön,

Die müssen [alle]6 verbleichen,

Die Liebe nur ohnegleichen

Bleibt ewig im Herzen stehn.

 

[ Ich schein' wohl froher Dinge

Und schaffe auf und ab,

Und, ob das Herz zerspringe,

Ich grabe fort und singe,

Und grab mir bald mein Grab.]7

 

 

Zion streckt ihre Hände aus

Und da ist niemand der sie tröste

 

 

Da unten im Tale

Läuft's Wasser so trüb,

Und i kann dir's net sagen,

I hab' di so lieb.

 

Sprichst allweil von Liebe,

Sprichst allweil von Treu',

Und a bissele Falschheit

Is auch wohl dabei.

 

Und wenn i dir's zehnmal sag,

Daß i di lieb und mag,

Und du willst nit verstehn,

Muß i halt weitergehn.

 

Für die Zeit, wo du gliebt mi hast,

Da dank i dir schön,

Und i wünsch, daß dir's anderswo

Besser mag gehn.

 

 Terug naar de  pagina      Muziek        óf    de       Homepage   van  Charlotte Anna Hansson