De Tweede Wereldoorlog
begon met allerlei schermutselingen en in 1941 werd Joegoslavië gedwongen
tot te treden tot de Asmogendheden.
Na een putsch van
Servische generaals werd dit ‘pact’ weer opgezegd en vervolgens overviel
Duitsland het land in een Blitzkrieg (april 1941). De 17jarige koning
Petar en de regering vluchtten en gingen uiteindelijk in ballingschap in
Londen. Het koningshuis deed (ook later)nooit troonsafstand
De Asmogendheden o.l.v.
Duitsland riepen in 1941 de onafhankelijke staat Kroatië uit, die
verder bestond uit Bosnië en Herzegovina. De Kroaten waren vooral onder
de Italiaanse, Slovenië en delen van Bosnië onder de Duitse
invloedssfeer.
Servie kwam volledig onder Duits militair bestuur, met
een marionettenregering.
Veel orthodoxe Serven,
Roma en Joden kwamen om het leven in het Kroatische concentratiekamp
Jasenovac, dat een tijd werd geleid door een
Franciscaanse pater. De
orthodoxe patriarch werd door de Duitsers naar Mauthausen afgevoerd.
Vojvodina werd
opgedeeld, net als veel andere gebieden en de Serven ten Noorden van de
Sava werden naar het Zuiden verdreven.
Twee verzetsbewegingen
ontstonden: de Četniks (aanhangers van de koning) en de
communistisch geleide (Partizanen) volksbeweging van Josip Broz/
Tito, wiens doel uiteindelijk een federatief Joegoslavië met gelijkberechtigde
autonome republieken was.. In 1945 kwam dit ideaal inderdaad tot stand:
Servië, Kroatië, Slovenië, Bosnië en Herzegovina, Macedonië en Montenegro
werden gelijkberechtigd, terwijl het Servische gebied ook de autonome
provincies Vojvodina, Kosovo en Metohija (Kosmet) omvatte.
Tito slaagde erin,
zoals bekend wordt verondersteld, een koers onafhankelijk van Rusland te
volgen.
De Četniks
werden door Tito c.s. vervolgd en vermoord, maar pas ná zijn dood in 1980 kon hierover
gesproken worden. Onlangs zijn de veteranen uit beide groeperingen
‘wettelijk’ gelijkgesteld door het Servische parlement.
Na Tito`s dood zouden
de zes deelrepublieken om de beurt voorzitter zijn van het
Staatspresidium. Joegoslavië werd
zwaar getroffen door de oliecrisis, de levensstandaard daalde en er kwam
geen hulp, noch uit het Oosten, noch uit het Westen. Vooral de Slovenen wilden meer
zelfstandigheid en minder betalingen aan de regering in Belgrado doen,
waarna een oorlog tegen hen ontstond.
Slobodan Milošević
werd partijchef en later president van Servië en onder zijn bewind werden
de autonome provincies Vojvodina en Kosovo in 1989 weer ‘onderhorig’
gemaakt aan Servië. Zijn doel was
alle Serven te verenigen, ook zij die in grote getale in Bosnië,
Montenegro én Kosovo woonden.
In 1991 vertrokken
Slovenen en Kroaten uit de Statenbond. De Servische minderheden in
Kroatië en Bosnië verklaarden hun gebieden tot autonome republieken en
riepen Belgrado ‘te hulp’. Dit leidde tot de oorlog tussen de Kroaten en
Serven en later in Bosnië- Herzegovina.
Vanwege het trauma van
de massaslachting op meer dan 7000 Bosniakken (Islamitische Bosniërs) na
de val van Srebrenica in 1995, besloten de Westerse leiders toen Milošević in 1999 probeerde KOSOVO
(VI) te veroveren , wel tot actie over te gaan. ( Albanië was net in
anarchie geraakt door een enorm piramidespel en overal waren nu wapens beschikbaar
voor de Albanezen, m.n. in Kosovo waardoor allerlei bloedige aanvallen
plaatsvonden van Albanezen op Serviërs én andersom) . De NAVO
bombardeerde78 dagen lang Servië, Kosovo en doelen in Montenegro.
Milošević die
aanvankelijk had gedacht steun van Rusland te zullen krijgen, moest zich
terugtrekken en KFOR nam het bewind in Kosovo over.
In 2000 werd de UNMIK
(interim regering van de UN) ingesteld die de KPS (Kosovo Police Service)
trainde, paspoorten gaf aan mensen en vele problemen oploste, maar ook
veel niet. In 2004 liepen de spanningen in Kosovo enorm op mede door
toedoen van de KLA (Kosovo Liberation Army) en Albanezen betichtten de
Serviërs van moordpartijen. UNMIK
en KFOR reageerden nauwelijks en 29 Servische kerken en kloosters werden
vernietigd en velen (waaronder ook veel Roma) werden gedood of verjaagd..
Ondertussen werd in
2003 de in 1992 ‘gestichte’
Bondsrepubliek Joegoslavië omgezet
in een losse “statenbond Servië en Montenegro’, maar in 2006 besloot ook
Montenegro tot onafhankelijkheid.
Op 17 februari 2008
verklaarde Kosovo zich eenzijdig onafhankelijk, waarna het werd erkend
door 43 landen waaronder de VS en 20 van de 27 EU landen (niet door
Duitsland!) . Rusland, China, Brazilië en India en veel Moslimlanden
deden dat niet. (Albanië was wel
islamitisch maar ‘te
seculier’ en veel
te ‘pro-Amerikaans’ ). Op dit moment (2010) is ongeveer 6% van de Kosovaren van Servische en meer dan 90% van
Albanese afkomst. Er zijn geen exacte getallen omdat beide partijen bang zijn voor ‘de
waarheid’.
De stad Mitrovica is
door zijn (nieuwe) brug in tweeën
verdeeld: in het noorden wonen Servische, in het zuiden Albanese Kosovaren.
Er zijn problemen met alledaagse zaken als mobiel bellen(gescheiden
netwerken) en nummerbordgebruik, maar ook op het gebied van de
rechtspraak: de Serven hebben in 1999 alle dossiers meegenomen naar
Belgrado en alles moest opnieuw opgebouwd. Echter velen vinden een zwakke
rechtspraak prettiger want dan lopen ‘de eigen zaakjes’ wat
makkelijker. Ook zijn de adviezen
van de Europese en Amerikaanse toezichthouders vaak tegenstrijdig. Voor recente (kranten) informatie zie
*.
|