Nieuwsbrief DUET-SALON nr. 11 (febr. 2007)

 

                                                                   HET OPERA-DUET

 

Het eerste gedeelte van deze Nieuwsbrief is een enigszins aangepaste versie van brief nr. 7 (febr. 2006):

 

De term ‘Opera’ is een afkorting van ‘Opera in Musica’, een meervoudsvorm die iets enkelvoudigs aanduidt. In theorie zou deze benaming op ieder muziekwerk van toepassing kunnen zijn. Met de enkelvoudige terminologie ‘Opera’ wordt een toneelstuk bedoeld waarin de tekst wordt gezongen in plaats van gesproken, met begeleiding door een orkest. Het toneel-element is fundamenteel; indien dat ontbreekt, is het een Oratorium.

 

Een heel gedetailleerde geschiedenis van de Opera is in zo`n kort bestek als deze Nieuwsbrief eigenlijk niet mogelijk. De ontwikkelingen worden zeer globaal geschetst en dieper wordt slechts ingegaan op die componisten wier duetten in de DUET-SALON ter sprake komen. Voor meer informatie wordt verwezen naar de literatuurlijst. Soms wordt bij een stroming of componist verwezen naar eerdere Nieuwsbrieven (Nws.br.nr…). Zie hiervoor ook de Index daarop.

 

Tijdbalk met enige essentiële begrippen en data:

 

1600                                                                   1800                                                  1900

                                                                      (Franse revolutie)

        Renaissance-Barok                            Classicisme   Romantiek/groei    Verismo

                                                                                                           nationalisme

        Intermedii/Masque-   Opera Seria-Intermezzi(Buffa)                  Reddingsopera

                                                                                                               Belcanto

 

 

De Opera ontstond aan het begin van de 17de eeuw tijdens de Renaissance. De liturgische (=kerk) drama`s die muziek en theater in zich verenigden hebben daarin een belangrijk aandeel gehad evenals de Intermedii. Dat waren in de 16de eeuw muzikale tussenspelen al dan niet met ballet met scenische vaak mythologische taferelen, tussen de bedrijven bij toneelvoorstellingen. In Florence groeiden deze uit tot grootste gebeurtenissen m.n. bij de Medici-huwelijken. De Camerata (Nws.br. 6) kwam met haar monodische opvatting en van Monteverdi (1567-1643) is de eerste opera afkomstig die bewaard bleef en die regelmatig werd opgevoerd (La Favola d`Orfeo). Hij koos voor menselijke personages en situaties in plaats van de mythische allegorieën uit de intriges van de eerste opera`s.

 

Passie vormde steeds meer het onderwerp van de operacomponisten en opera werd ontspanning voor het grote publiek. Er was een onverzadigbare vraag naar nieuw werk en het werd het uitgevoerd en meestal snel weer vergeten. Alleen de libretti (teksten) bleven bewaard en deze werden opnieuw gebruikt. De muziek verdween of werd bewerkt in andere partituren.

De Italiaanse opera kende aanvankelijk declamatorische vocale muziek, waarvan de lange teksten afgewisseld werden met koren en dansen. Later werden de lange teksten ingedeeld in: Recitatief (soort gezongen tekst met eenvoudige begeleiding bedoeld om in korte tijd veel informatie te verschaffen) en Aria (liedachtige melodie die gezongen wordt als de actie stilvalt en er tijd is voor de zanger voor reflectie op het gebeurde, zijn gevoelens en zijn prachtige stem!). Castraten zongen de hoge zangpartijen.

 

In Frankrijk ontstond aan het hof van Lodewijk de XIV een versmelting tussen de Italiaanse stijlen en de Franse traditie van groots opgezette, op dans gebaseerde evenementen (Lully en Rameau; zie ook DVD: Le Roi danse). Als reactie op de extravagante klank-en-lichtspektakels in Versailles ontwikkelde zich echter ook een nieuw genre, de opéra comique, dat lichter, korter en eenvoudiger was en gesproken tekst en aria`s aan elkaar verbond zonder gezongen recitatief .

In Engeland bleef het hoofse maskerspel (Masque), hoewel onder Karel II, die tijdens zijn ballingschap

kennis had gemaakt met Versailles, een eerste stap werd gedaan richting opera (Blow:Venus en Adonis -1682 ). Purcell (1659-1695)zie nwsbr.1,4,6,7en vooral 8 schreef zijn door Frankrijk beïnvloede Dido en Aeneas in 1689  met veel dans, maar…keerde daarna terug naar de semi-opera, een gesproken drama met veel muzikale interludia (tussenspelen).

In Duitsland bleef de basis van de autochtone muziek in de 17de eeuw religieus en instrumentaal, hoewel er wel Italiaanse operahuizen waren. Rond 1700 ontstond er het Singspiel, een populair, bewust eenvoudig, mengsel van komische tekst en zang. G.F. Händel (1685-1759) vertrok als jongen naar Italië om theatercomponist te worden, maar hij vestigde zich hierna in Londen (Rinaldo-1711) en Purcell heeft veel invloed op hem gehad. Omdat de meeste ‘ster’-zangers Italianen waren werd opera vaak nog geschreven in hun taal ook al traden ze op in Engeland, Duitsland of Oostenrijk. Dit veranderde wel onder Händel.

 

In de Barok van de 18de eeuw zongen nog steeds de castraten de grote helden- of fantastische minnaarrollen, hoewel vrouwen nu ook belangrijke rollen en zelfs mannenrollen, konden krijgen.

De ultieme bedoeling van de opera was de zangers te vleien met stukken die hun alle mogelijkheden boden hun vocale talenten te demonstreren. De soloaria`s werden achter elkaar geplaatst om van het hele spektakel een gekostumeerd concert te maken. Elke aria illustreerde een bepaalde stemming (woede, spijt jaloezie etc.)en bestond uit deel A, deel B en een opgesierde herhaling (da capo) van deel A. Na de aria verliet de zanger het toneel, zijn miniconcert was afgelopen en men mocht heel hard applaudisseren. De absurditeit en lengte van de plots van een opera seria zijn grotendeels toe te schrijven aan deze vereiste eindeloze monologen-met-exit.

In Italië ontwikkelde zich een nieuw soort komisch theater: de intermezzi(cf. intermedii).  Dit werd uiteindelijk de commedia dell’arte, waarin stereotype platvloerse personen en situaties voorkwamen (Pergolesi verfijnde dit genre). Wegens de grove humor kreeg het genre de naam opera buffa.

De excessen van de opera seria riepen in allerlei landen reacties op. De grootste hervormer in de Duitstalige gebieden was Christoph Willibald von Gluck (1714-1787). Hij publiceerde een manifest tegen m.n. Metastasio in Wenen waarin hij wilde afrekenen met de wantoestanden binnen de opera en hij streefde naar het ideaal van ‘bekoorlijke ongekunsteldheid’. (Metastasio, eigenlijk Antonio Domenico Bonaventura Trapassi, 1698-1782, schreef veel libretti waarin hij het absolutistische koningschap verheerlijkte; zijn werken zijn wel 800 keer bewerkt tot opera`s; en enige populaire stukken wel 70 keer).Gluck wilde geen overversierde da capo aria`s meer. Elegantie en soberheid telden alleen nog en zijn latere opera`s zitten vol menselijke wezens die in hun doen en laten ook als zodanig herkenbaar zijn. Toen Gluck in Parijs woonde stond hij onder bescherming van Marie Antoinette en versloeg hij de pro-Italiaanse stijl, maar toen hij terugkeerde naar Wenen, kwam Parijs weer onder Italiaanse (sentimentele)betovering.

J. Christian Bach  (1735 -1782) was het 18de kind van J.S. Bach en hij staat bekend als de Engelse Bach. Hij studeerde aanvankelijk in Italië, werd Rooms Katholiek, schreef o.a. in Londen veel opera`s (als laatste: La Clemenza di Tito) en hij heeft behalve op Haydn en Beethoven veel invloed gehad op het werk van Mozart (Nws.br.2 en vooral 10 ) Deze schreef op 12-jarige leeftijd zijn eerste opera en schikte zich toen nog naar alle voorschriften van de opera seria, maar snel daarna brak hij hiermee. Hij schiep mensen van vlees en bloed wier acties niet geleid werden door kunstmatige regels maar op een natuurlijke manier voorkwamen uit de situaties waarin ze verkeerden. Zijn personen gaan gewoon met elkaar om en hoewel het nog steeds ‘nummer’-opera`s waren (aria`s, recitatieven, koren enz.) gaan de nummers vaak naadloos in elkaar over. Mozart heeft veel ontleend aan de opera buffa.

 

In het Frankrijk t.t.v. de Revolutie moest de opera die van de ‘oude orde’ was, radicale en politiek zeer correcte termen bevatten, als ze nog een rol van betekenis wilde spelen. Reddingsopera`s waarin het kwade werd gewroken en vrijheidsgezinde onderwerpen werden de mode in Parijs (Cherubini)

Italië keerde weer terug tot de top van de 19de eeuwse opera dankzij Rossini. Zijn beste opera`s zijn komedies en zij worden gezongen in de belcantostijl.  (grote decoratieve virtuositeit waarbij de spontane emotie vaak wijkt voor technische bravoure). Zijn navolgers waren Donizetti en Bellini. Deze laatste schreef een groot oeuvre(geen komedies), vond een middenweg tussen virtuositeit en expressie en beïnvloedde op zijn beurt Verdi en Puccini (zie wellicht ook: Nws.br. 8: het Mediterrane Duet).

De Parijse trends bleven in de 19de eeuw nog steeds zeer belangrijk. Berlioz bracht de ‘grand opéra’ (opera met balletscènes) op een hoger niveau, maar Bizet werd de meest vooraanstaande Franse operacomponist. In zijn ‘Carmen’ zit al dát realisme (verismo) dat de Italianen pas vijftien jaar later uitvinden.  Léo Delibes (1836-1891) is de geschiedenis ingegaan als meester van de traditionele Franse romantische muziek: licht en melodieus. Hij schreef operettes, vaudevilles, maar met name balletten en enige opera`s.

In Duitsland richtte Wagner zijn pijlen op de Franse opera (m.n. Meyerbeer) omdat hij vond dat daar de opera was gedegradeerd van hoge kunstvorm tot populair entertainment. Hij gaf de opera zijn ‘nobele, zuivere’ status weer terug, rekende af met de ‘nummer’-opera en schreef ‘doorlopend gecomponeerde’ partituren. De vocale delen werden gedeclameerd op een manier die een kruising was tussen de aria en het recitatief. De zangers moesten vaak inzingen tegen een groot orkest dat soms belangrijker was dan de stemmen op het toneel. Dankzij Wagner werd het Duits voor het eerst een belangrijke operataal. Zijn operawerk heet ook Gesamtkunstwerk, omdat alles erin samenwerkte.

Verdere belangrijke nationalistische activiteiten waren het werk van Smetana en Dvořák (Nws.br.4) in Bohemen (het latere Tsjechië). Zij hadden een schrijfstijl voortkomend uit de volksmuziek.

Het voornaamste nationalistische centrum in de 19de eeuw was Rusland dat een eigen muzikale cultuur begon te ontwikkelen, los van de Franse en Italiaanse invloeden. Glinka schiep een verheven soort opera waarin geschiedenis en sprookjes met elkaar vermengd werden, maar hij en Moessorgski vonden dat compositie meer iets was voor semi-amateurs. Peter Iljitsj Tsjaikovski (Nws.br. 6) (1840-1893) verfijnde de Russische opera naar een West-Europese stijl.

 

In de 20ste eeuw was in Italië vooral belangrijk G. Puccini (1858-1925) vanwege zijn krachtige melodieën (Madame Butterfly). Richard Strauss (1848-1949) was in Duitsland de opvolger van Wagner. Als reactie op de grote dure producties van Wagner en Strauss gingen Kurt Weil en Bertolt Brecht experimenteren met een nieuw soort muziektheater dat populair wilde zijn en met cabaretachtige nummers, bevrijd van de hoge C`s en glamour van de operahuizen waar de sterren vooral zongen maar zeer slecht konden acteren.

Hitler, de grootste bewonderaar van Wagner, zorgde ervoor dat Duitsland zijn leidinggevende wagneriaanse overwicht in de operawereld verloor: De meeste belangrijke Duits-Oostenrijkse componisten gingen in ballingschap vooral in de Verenigde Staten en zij leverden daar hun eigen bijdrage aan de muzikale ‘melting-pot’. Belangrijke autochtone componisten in de VS waren Gershwin, Menotti, Barber, Bernstein (zie ook Musical: Nws.br. 6) en Glass.

Verder dient bij de ontwikkeling van de opera de verdienste van Maria Callas vermeld te worden: Zij was na de 2de Wereldoorlog de eerste die behalve zingen vooral ook kon acteren en zij verdreef daarmee Renata Tebaldi van wie men wel eens boosaardig zegt dat de decors beter waren –meer bewogen- dan zij)

                            ------------------

 

De duetten van de workshop (zie voor tekst en vertaling de bijlage):

 

Purcell’s duet ‘My dearest, my fearest ( uit 1695 of 1696) is  naast  de aria ‘Sweeter than roses’, de enige bijdrage van Purcell aanPausanias, the Betrayer of His Country’, van Richard Norton. Pausanias is de Spartaanse leider uit de 5de eeuw v. Chr.  ‘My dearest’  behoort tot de zgn. incidentele muziek en het is onzeker of Henry dan wel Daniel het oorspronkelijk Italiaanse duet componeerde. De driedelige maat is typisch voor de Bel Canto stijl.

 

Purcell`s enige echte opera Dido & Aeneas (ca. 1689) heeft een tekst van Nahun Tate, naar het Vierde Boek uit Vergilius Aeneis. Dido & Aeneas behoort tot de oudste werken van het operarepertoire, des te opmerkelijker omdat het Engelse opera is op Engelse tekst en geschreven voor een schooluitvoering op een kostschool voor jongedames. Vermoedelijk heeft de eigenaar van de school, de dansmeester Josias Priest , de rol van Aeneas gezongen; de verdere rollen zijn bijna allemaal vrouwelijke. De opera werd nooit in het publieke theater opgevoerd, maar was erg populair in privé kringen. Hij is enorm veel gekopieerd maar slechts één lied eruit is door Purcells weduwe afgedrukt in Orpheus Britannicus, en het hele werk bleef een manuscript tot 1840.    De opera bezingt  (eerste akte) de liefde tussen Aeneas die uit Troje is gevlucht en bij Dido in Carthago  landt. De tovenares en haar heksen willen echter dat Aeneas Carthago direct verlaat (hij moet Rome gaan stichten). In de tweede akte zitten Dido en Aeneas tijdens de jacht met hun gezelschap in een woud, een storm steekt op en de vrouwen gaan schuilen in een grot. De tovenares, als Mercurius verkleed, beveelt Aeneas te vertrekken en hij doet dat vol droefenis en de heksen vieren hun overwinning met een woeste dans (heksenduet). De muziek van deze dans is verloren gegaan, maar de woorden kent men uit een oud tekstboek. Later heeft men hiervoor twee passages uit andere werken van Purcell aangepast.

Uiteindelijk pleegt Dido in de derde akte zelfmoord, na het beroemde lied: When I am laid in earth.

   

Uit Gluck`s Orfeo ed Euridice wordt het duet uit de  3de acte gezongen  Het libretto is van R.  de  Calzabigi (eerste uitvoering:1762).       Samenvatting:

1e acte: Orfeo rouwt om de dood van zijn vrouw Euridice.  Zeus heeft medelijden gekregen en stuur                                                                     Amor naar Orfeo met de mededeling dat hij naar de onderwereld mag afdalen en Orfeo doet dat.

2de acte: Bij de ingang van de onderwereld ontmoet O furiën en demonen die door hem gekalmeerd, de  aftocht blazen. O.betreedt de Elyseese velden en Euridice wordt bij hem gebracht.

3de acte: Vieni appaga il tuo consorte, o cara; maar Euridice snapt niet waarom O. haar niet wil aankijken en denkt dat hij niet meer van haar houdt. Zij verzekert dan niet meer te willen leven:  Che fiero momento, che barbara sorte.

Uiteindelijk neemt O. zijn vrouw in zijn armen en dan zakt ze dood in elkaar. O. wil zichzelf doden, maar Amor komt tussenbeide, zegt dat de liefde heeft gewonnen en E. wordt weer tot leven gewekt.

 

In zijn Italiaanse vorm lijkt Orfeo helemaal niet op een   Italiaanse opera uit die tijd, het is bijna een kameropera, maar het is Frans door het koorgebruik, de balletmuziek en de instrumentele tussenspelen. Het publiek vond Orfeo erg saai, het begon met een begrafenis en er kwamen geen zwierige liederen in voor. In Londen werden in 1770 verschillende voorstellingen gegeven met toevoegingen van J. Chr. Bach. Uiteindelijk heeft Gluck in 1774 in Parijs een nieuwe bewerking gemaakt. Deze ‘Franse versie’ (tragédie-ballet) ‘Orphée et Euridyce’ bevat vele veranderingen, extra nummers en werd niet meer door een castraat gezongen.

 

Mozart (zie vooral nwsbr. 10) schreef hetdramma giocosoCosì fan tutte of La scuola degli amanti -KV 588- op een libretto van Lorenzo da Ponte, voor de Keizerlijke Opera van Wenen waar het stuk in 1790 voor het eerst werd opgevoerd. Na vijf voorstellingen stierf keizer Josef II, waarop de theaters uit rouw gesloten werden; later volgden nog eens vijf opvoeringen en daarna verdween het van het  toneel. In 1794 dook Così weer op in Wenen in een Duitse vertaling. In de 19de eeuw heeft men een aantal keer geprobeerd het stuk te bewerken want blijkbaar vond men in deze preutse tijd het libretto te wuft!

Ook begin 20ste eeuw heeft men nog geprobeerd de opera  van een geheel nieuw tekstboek te voorzien. Pas in 1922 was de eerste internationale herontdekking aan de Metropolitan Opera.

Eerste bedrijf : De officieren Ferrando en Guglielmo hemelen hun vriendinnen, de zusjes Dorabella  en Fiordiligi op en denken dat ze hen voor het leven trouw zullen blijven. Don Alfonso noemt hen naïef. Volgens hem bestaan er geen standvastige vrouwen Omdat hij merkt dat hij de jongens hiermee beledigt, gaat hij een weddenschap met hen aan: Binnen vierentwintig uur zal hij ze laten zien dat hun vriendinnen geen uitzondering vormen. Voorwaarde is wel dat ze alles doen wat hij van ze vraagt. Ferrando en Guglielmo gaan akkoord. Dorabella en Fiordiligi praten verliefd over hun vriendjes, als Alfonso hen slecht nieuws komt brengen: Ferrando en Guglielmo vertrekken (zogenaamd) naar het slagveld! Met pijn in het hart zien deze hoe verdrietig Dorabella en Fiordiligi zijn maar ze spelen  het spel mee.

Dorabella vertelt het dienstmeisje Despina van hun verdriet maar deze snapt niet waarom de zussen zo treurig zijn. Nu kunnen ze toch op zoek naar nieuwe minnaars?! Mannen blijven je toch ook niet trouw !

Alfonso besluit Despina gedeeltelijk bij zijn plan te betrekken. Op zijn verzoek hebben Ferrando en Guglielmo zich verkleed als exotische vreemdelingen. Alfonso stelt hen aan Despina voor. Hij zegt dat ze verliefd zijn op de zusters en vraagt Despina te helpen om ze met de vrouwen in contact te brengen. Met de vermomming zit het wel goed: zelfs Despina herkent Ferrando en Guglielmo niet. Maar Dorabella en Fiordiligi zijn niet blij met de komst van de vreemdelingen en laten dit merken ook .Despina raadt de mannen aan om te doen of ze uit liefdesverdriet zelfmoord plegen. Zelf verkleedt ze zich als dokter en redt ze hen zogenaamd op het nippertje van de dood. Dorabella en Fiordiligi zijn onder de indruk, maar als voor een volledige genezing van beiden een kus verlangd wordt, reageren ze woedend. Ferrando en Guglielmo zijn tevreden: Hun vriendinnen blijven hen trouw!

Tweede bedrijf : Volgens Despina is er niets mis met een vrijblijvende flirt. Eigenlijk lijkt het Dorabella en Fiordiligi inderdaad best leuk. Dorabella wil de donkere (Guglielmo) wel beter leren kennen en Fiordiligi kiest voor de blonde (Ferrando) Op een door Alfonso georganiseerd tuinfeest heeft Guglielmo heeft al snel succes bij Dorabella (Il core vi dono). Ferrando moet meer moeite doen. Dorabella gaat helemaal op in haar nieuwe liefde. Ze is Ferrando al bijna vergeten. Fiordiligi probeert haar verliefdheid te onderdrukken. Ze wil zich verkleden als soldaat en Guglielmo achterna reizen. Terwijl ze zich verkleedt komt Ferrando binnen, vastberaden om haar nu ook overstag te laten gaan. Fiordiligi verzet zich niet langer en valt hem in de armen. Alfonso heeft de weddenschap gewonnen. “Zo zijn alle vrouwen”, laat hij de bedrukte Ferrando en Guglielmo nog maar eens weten. Tot overmaat van ramp komt Despina vertellen dat de zussen willen trouwen. De notaris is al ter plekke. Als Dorabella en Fiordiligi hun handtekening onder het huwelijkscontract zetten, wordt plotseling de terugkomst van Ferrando en Guglielmo aangekondigd. De vermomde bruidegoms verstoppen zich snel in een kamertje en komen daar even later als zichzelf weer uit tevoorschijn. Dorabella en Fiordiligi schrikken zich een ongeluk. Alfonso lacht om de verbijstering en de woede die volgen. Hij heeft hen de ogen geopend voor de werkelijkheid. “Lach er vooral zelf ook om”, raadt hij hen aan, “en omhels elkaar.” 


Bijna gelijktijdig met de Zauberflőte (1791) schreef Mozart zijn laatste opera La Clemenza di Tito (De goedheid van Tito) (KV 621) op bestelling voor de kroning van keizer Leopold II tot koning van Bohemen. Het libretto van C. Mazzolà was gebaseerd op een toneelstuk van Metastasio met dezelfde titel en het verhaal speelt zich af in Rome tijdens de regering van Titus (79-81).

1e acte: Vitellia, de dochter van de vorige keizer Vitellio, is razend op Titus omdat hij niet met haar maar met een buitenlandse prinses wil trouwen, waardoor zij geen keizerin va Rome kan worden. Ze stookt Sesto (die haar bemint) op om Titus te doden.

Annio vraagt Sesto te helpen keizerlijke toestemming te krijgen voor een huwelijk met Servilia de zus van Sesto. Sesto belooft Annio direct de hand van zijn zus  Deh prendi un dolce amplesso.

Titus verandert intussen van mening en wil toch met een Romeinse trouwen, nl. Servilia en Annio, haar geliefde, moet haar die boodschap brengen. Servilia schrikt enorm (Ah, perdona al primo affetto) en zegt tegen Titus verliefd te zijn op Annio, maar dat ze, als Titus dat wil, haar liefde op zal geven. Titus besluit haar geluk niet in de weg te staan. Vitellia belooft Sesto te trouwen als hij Titus heeft vermoord. Iets later hoort ze dat Titus toch met haar (=V) zal huwen. Sesto is inmiddels al onderweg om de moord te plegen, vol innerlijke tweestrijd omdat T. een goede vriend van hem is. Maar: het Capitool staat al in brand, hij is te laat!

2e acte: Annio vertelt Sesto dat Titus de aanslag heeft overleefd en raadt hem aan alles op te biechten, terwijl Vitellia hem de raad geeft te vluchten, maar Sesto wordt gearresteerd en bekent, maar vertelt niets over het aandeel van Vitellia. V. weet dat ze met een schuldig geweten nooit keizerin kan worden en biecht alles op. Titus vergeeft iedereen want beseft dat wraak nergens toe leidt.

 

Lakmé van Léo Delibes is gebaseerd op een Frans libretto van E. Gondinet en P. Gille, naar het verhaal uit 1880 van Pierre Loti: Rarahu ou Le Mariage de Loti. Zoals vele ander Franse opera`s eind 19de eeuw is het verhaal gesitueerd in het Verre Oosten:

Lakmé is de dochter van Nikalantha een fanatieke Brahmaanse priester, die de Britten haat omdat ze hem verboden hebben zijn functie uit te oefenen.

Zij verblijft met haar slavin Mallika in de idyllische tempeltuin en zingt met haar de barcarolle Dôme épais, (Bloemenduet). Gérald is een luitenant in het Britse leger die nieuwsgierig is naar de prachtige priesteres naar wie niemand mag kijken. Zodra hij haar ziet, is hij ‘verkocht’ en vergeet zijn Engelse verloofde. Nikalantha zweert wraak voor de ontheiliging van zijn tempelgrond. In de tweede akte staat o.a. de beroemde Klokjesaria en beschrijft verder hoe Gérald wordt neergestoken door Nikalantha. Lakmé snelt op hem af en laat hem naar een in het woud verborgen bamboehut vervoeren. Een mede-officier vindt Gérald en herinnert hem aan zijn eer als soldaat. Lakmé drinkt uiteindelijk samen met hem van het heilige water dat eeuwige liefde schenkt en zegt dat hij niet het risico loopt zijn soldaten gelofte te breken, want zij zal snel sterven. Nikilantha ontdekt hen, Lakmé sterft, Gérald is wanhopig en Nikilantha is verheugd want zijn dochter is tot het eeuwige leven verheven.

              ------------------------------------

 

Teksten / vertalingen:

 

De tekst van Purcell `s My dearest is in het Engels en derhalve niet weergegeven.

 

Het Hesenduet luidt : But ere we this perform, we`ll conjure for a storm, to mar their hunting sport and drive `em back to court.

 

      Gluck : Vieni appaga il tuo consorte

       (N.B. deze tekst wijkt iets af van de gebruikte uitgave)

ORFEO

Vieni, appaga il tuo consorte!

Come, do your husband's bidding!

EURIDICE

No, più cara è a me la morte,

Che di vivere con te!

 

No, death is dearer to me

than life with you!

O.

Ah, crudel!

 

Cruel one!

E.

Lasciami in pace!

 

Leave me in peace!

O.

No, mia vita, ombra seguace

Verrò sempre intorno a te!

 

No, my life, I will always come after you

like a haunting shadow.

E.

Ma perché sei tiranno?

 

Then why are you so harsh?

O.

Ben potrò morir d'affanno,

Ma giammai dirò perché!

 

I well could die of sorrow,

but I will never tell you why.

E. ed O.

Grande, o Numi è il dono vostro!

Lo conosco e grata/grato io sono!

Ma il dolor, che unite al dono,

È insoffribile per me!

 

 

Great is your gift, ye gods!

I recognise it and am grateful!

But the grief which accompanies

your gift is past all bearing!

 

 

Che fiero momento!
Che barbara sorte!                              What a terrible moment
Passar dalla morte                              What a harsh fate it is
A tanto dolor!                                   
To pass from death into such suffering.

                                                           
Avvezza al contento                          Imbued with the bliss of a
D'un placido oblio,                            calm oblivion, among these
Fra queste tempeste                           storms my heart is lost
Si parade li mio cor.                           I reel, I quake.

 

 

 

         Mozart:

        

         Deh prendi un dolce amplesso:      Neem (haar) in zoete omarming

         amico mio fede! E ognor per me    mijn trouwe vriend! En moge

          lo stesso,ti serbi amico il ciel         de hemel jou altijd en voor

                                                                 eeuwig voor mij als vriend bewaren

                                                                   

        Annio:                                

Ah perdona al primo affetto            Ah forgive,my former love

Questo accento sconsigliato:            that thoughtless word

Colpa fu del labbro usato                 it was the fault of lips

A così chiamarti ognor                     accustomed always to call you so

Servilia :                                                                                       

Ah, tu fosti il primo oggetto             Ah you were the first person

Che finor fedel amai                         whom I ever truly loved

E tu l`ultimo sarai                             and you will be the last

Ch`abbia nido in questo cor.             to be sheltered in my heart.

Annio:

Cari accenti del mio bene                 Dear words of my beloved

Servilia:

Oh mia dolce, cara speme                O my sweat, dear hope!

Servilia, Annio:

Più che ascolto i sensi tuoi               The more I hear your words

In me cresce più l àrdor                    the greater grows my passion

Quando un`alma è all`altra unita     when one soul unites with an-

qual piacere un cor risente!              what joy a heart feels !    other 

Ah, si tronchi dalla vita                    Ah eliminate from life

Tutto quel che non è amor                all that is not love!



Il core vi dono                                      


G: Il core vi dono,                                                       
Bell'idolo mio;
Ma il vostro vo' anch'io,
Via, datelo a me.
D: Mel date, lo prendo,
Ma il mio non vi rendo:
Invan mel chiedete,
Più meco ei non è.
G: Se teco non l'hai,
Perché batte qui?
D: Se a me tu lo dai,
Che mai balza ?

D en G: È il mio coricino
Che più non è meco:
Ei venne a star teco,
Ei batte così.

G: Vuol metterle il core dov'ha

il ritratto dell'amante
Qui lascia che il metta.

D: Ei qui non può star.
G: T'intendo, furbetta.
Le torce dolcemente

la faccia dall'altra parte,

le cava il ritratto e vi mette il core
D: Che fai?
G: Non guardar.
D: (Nel petto un Vesuvio
D'avere mi par.)
G: (Ferrando meschino!
Possibil non par.)
L'occhietto a me gira.
D: Che brami?
G: Rimira
Se meglio può andar.

D en G: Oh cambio felice
Di cori e d'affetti!
Che nuovi diletti,
Che dolce penar!

----------------------

(Engelse vertaling:)

G: This heart I give you,
my adored one;
but I want yours in return;
come, give it to me.

D: You've given it and I take it,
but mine I cannot give;
in vain you ask it of me,
it is no longer mine.

G: If you no longer own it,
Why does it beat here?
D: If you gave me it,
what is still beating there?

D en G: It is my own dear heart
that is no longer mine;
it’s come to lodge with you,
and that’s what’s beating so.


G: Trying to put the heart where she has Ferrando’s miniature.
Let me put it there.
D: There it cannot stay.
G: I understand, you little rogue.
He gently turns her face away, takes out the miniature and puts it in the heart.
D: What are you doing?
G: You’re not to look.

D: (I feel I have
a volcano in my bosom.)
G: (Poor Ferrando!
It doesn’t seem possible!)
Now turn your pretty eyes on me.
D: What do you want?
G: See, doesn’t that look better?

D en G:: Oh happy exchange
of hearts and affections!
What new delights!
What sweet pain!

 

Literatuur:

Oxford Concise Dictionary of Music; L. Riemens: Groot Opera Boek; M.White&E.Henderson, Opera & Operette; E. Vreuls, Muziekgeschiedenis 1400-heden; Sesam atlas van de Muziek; CD boekje/La Clemenza di Tito, New Grove en Internet                                                        

 

 Terug naar de  pagina      Muziek        óf    de       Homepage   van  Charlotte Anna Hansson