LUIGI ROSSI (ca.1597- 1653)
Luigi Rossi (Aloigi de Rossi, Aloysius de Rubeis)
werd ca. 1597, misschien in Torremaggiore
(1) geboren, een klein plaatsje in de buurt van Foggia in
het koninkrijk Napels. Zijn vader zou Donato
geheten hebben. De documenten aangaande Luigi`s geboorte en zijn familie
gingen verloren door de aardbevingen van 1627 en 1638, die de archieven van
de twee parochiekerken in Torremaggiore
vernietigden.
Volgens
een autografisch manuscript was hij –vermoedelijk van 1608- 1614- leerling van de Frans- Vlaamse
componist Jean (Giovanni) de Macque (2). Deze gaf Luigi orgel-, luit-,
zang- en compositieles.
Luigi Rossi
zou 14 jaar aan het Napolitaanse
hof hebben doorgebracht, wellicht aanvankelijk als page in dienst van Prins
Paolo de (di) Sangro, wiens familie Torremaggiore bestuurde (3). Later zou hij in dienst
zijn geweest, of onder bescherming hebben gestaan (4) van Luigi Gaetani, hertog van Traetto
(overleden in 1612).
Vermoedelijk
in 1621 (na de dood van Filips III van Spanje op 31 maart ?) vertrok Luigi
naar Rome, waar hij wellicht op
uitnodiging van Marc`Antonio Borghese, prins van Sulmona, als ‘sonatore’ in
dienst kwam van de diens familie. Op 3 juli 1627 trouwde hij met Costanza de Ponte, een beroemde harpiste in
dienst van Camilla Orsini,
de vrouw van zijn beschermheer.
Op 1 april
1633 werd hij (tot zijn dood) organist van de S. Luigi de Francesi in Rome, waar
ook De Macque als zodanig had gewerkt. Luigi en Costanza kregen verlof van de Borghese`s
om van mei tot november 1635 te verblijven aan het hof van Ferdinand II de`
Medici in Florence, die hen had uitgenodigd.
|
|
|
|
|
|
|
|
Jean
de Macque (ca. 1550-1614)
|
Palazzo Reale
Napels
|
Camilla Orsini
|
St.
Luigi de
Francesi in Rome
|
Antonio
Barberini
|
Il Palazzo
incantato
|
Palazzo Barberini
|
Marc`Antonio
Pasqualini, door
Apollo gelouwerd
|
In
1641 (5) gold Luigi als een van de beroemdste componisten. Hij vertrok hij
bij de Borghese`s (6) en kwam in dienst van Kardinaal Antonio
Barberini. Deze vroeg hem in 1642 een ‘klapstuk’ te componeren, op
te voeren tijdens Carnaval. Dit
stuk, Il palazzo incantato,
op een libretto van Giulio Rospigliosi
(de latere paus Clemens IX), met een lengte van zeven uur, werd opgevoerd
in Palazzo Barberini op 22
februari 1642 en veroorzaakte veel opwinding bij (bijna) iedereen.
Eind
1642 kreeg Luigi weer vrij van zijn verplichtingen in de S. Luigi de Francesi om een jaar in Bologna te zijn, in dienst van Antonio Barberini. In 1644 was hij weer in diens dienst voor
een aantal weken. In Luigi`s huis werd toen een academie gehouden waar alle
beroemdheden van Rome (Marc`Antonio Pasqualini (sopraan-castraat), Mario Savioni, Loreto Vittori, Filippo Vitali,
Antonio Francesco Tenaglia enz.), aanwezig waren.
Zij beïnvloedden elkaar waardoor hun cantates stilistisch op elkaar gingen
lijken.
Luigi`s band
met Antonio Barberini eindigde in 1645 (7), toen diens familie in
ballingschap (tot 1653) naar Frankrijk vertrok.
Op
verzoek van kardinaal Jules Mazarin kwam Luigi juni 1646 –gedurende één jaar-
naar Parijs omdat het Franse hof ook zo`n opera à la Barberini wilde. Hij
componeerde er de opera Orfeo, op een libretto van Francesco Buti,
en hielp er beroemde zangers voor aan te trekken. Daarnaast schreef hij cantates voor koningin Anne van Oostenrijk voor de privéconcerten in haar salon
en begeleidde Italiaanse en Franse
zangers op het klavecimbel aan het hof in Fontainebleau.
Onverwacht
overleed zijn echtgenote op 27 november 1646, waardoor het werken aan Orfeo vertraging opliep, maar uiteindelijk werd het
–zes uur durende- spektakel op 2 maart 1647 zeer succesvol opgevoerd (8).
De Engelse koningin Henrietta Maria, in 1644 gevlucht vanwege de
burgeroorlog en nu te gast aan het Franse hof, was aanwezig bij een latere
uitvoering.
Luigi
was opnieuw in Parijs, op uitnodiging van Mazarin,
van begin 1648 tot september 1649, maar er kwamen geen Italiaanse
theaterstukken aan het Franse hof meer tot stand. Het Franse volk kwam
namelijk in opstand (La Fronde) tegen de enorme uitgaven van het hof aan
vermaak en eind 1648 was de situatie in Parijs zo verslechterd dat koningin
Anne, Mazarin, Lodewijk XIV en het hele hof naar
St. Germain- en Laye vluchtten.
Luigi
en andere Italiaanse musici waren wellicht ook bij hen. Uiteindelijk vertrok
Luigi –na allerlei omzwervingen- september 1649 uit Parijs en ging op bezoek bij Antonio Barberini
in Lyons. Misschien was hij in 1650 (9) weer in Italië. Hij stierf in ieder
geval op 19 of 20 februari (10) 1653 in Rome en werd begraven in de S. Maria in de Via Lata, waar de grafsteen die zijn
broer Giovan Carlo voor hem liet aanbrengen, zich
nog steeds bevindt.
|
|
|
|
|
|
|
|
Mario Savioni
|
Jules
Mazarin
(1602-61)
|
Orfeo
|
Anna
van Oostenrijk
(1601-
1666)
|
Lodewijk
XIV
in
zijn jeugd
|
St. Germain- en Laye
|
S.
Maria in de
Via
Lata
|
Giacomo
Antonio
Perti
|
Giacomo
Antonio Perti noemde Rossi samen
met Carissimi en Cesti ‘de drie grootste lichten van ons beroep’.
Luigi schreef
307 vocale kamercomposities. Tijdens zijn leven verschenen twee collecties,
die in Rome werden gepromoot door Vincenzo Bianchi (Raccolta
d’arie spirituali,
1640) en Florido de Silvestris
(Ariette di musica,
1646). Tussen 1656 en 1708 werd een tiental ‘collectieve’ edities in
Rotterdam, Londen en Parijs gepubliceerd. Een aanzienlijk deel van zijn
werk bevindt zich in manuscriptvorm in de British
Library en in de Christ Church Library te Oxford. De New Grove vermeldt een goed overzicht
van zijn werken.
Meer
dan de helft van Rossi`s cantates zijn ariette corte: korte stukken. Zijn arie di più parti –een vijfde deel van zijn cantates- zijn
zettingen van langere complexere teksten die aria, recitatief en arioso
‘vermengen’. Hij schreef –net als zijn tijdgenoten Carissimi,
Tenaglia e.a. slechts weinig klaagzangen (lamentatio`s).
Veel
cantates zijn voor solo (meestal sopraan)-stem met b.c.,
maar er zijn er ook voor twee of meer stemmen. Een paar ervan staan op
IMSLP.
Bij
Sheet Music Plus zijn bewerkingen door Sergei Leonov
in getransponeerde versies (alt/
bariton) van de cantates Che sventura (11) en Non la volete intendere
verkrijgbaar. Mio ben, teco il tormento
(Lamento Euridice uit Orfeo),
wederom van de hand van Leonov, is
in getransponeerde versie
verkrijgbaar via Really Good
Music. De cantates zijn erg prettig om te zingen en het is eigenlijk
niet te begrijpen dat er maar zo weinig werk van Rossi uitgegeven is (en
voor alt nog veel minder!)!
Aan
deze tekst is het laatst gewerkt op 20 november 2019
|