JEAN SIBELIUS (1865- 1957)
1860
|
1870
|
1880
|
1890
|
1900
|
1910
|
1920
|
1930
|
1940
|
1950
|
|
|
|
studietijd
|
huwelijk
|
|
WO I
|
|
|
WO II
|
|
|
|
National.
romantisch
|
neoclassicistisch
|
Stilte
van Järvenpää
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Johan
Julius Christian Sibelius werd op 8
december 1865 in Hämeenlinna geboren, in het (toenmalige) Groothertogdom Finland
- een autonoom deel van het Russische rijk- , als tweede van drie kinderen,
van de Zweeds sprekende dokter Christian Gustaf Sibelius en Maria Charlotta Sibelius
(née Borg). Zijn vader stierf in juli 1868 aan buiktyfus, met achterlating
van grote schulden, met als gevolg dat zijn, wederom zwangere, moeder hun
bezittingen moest verkopen en moest intrekken bij haar moeder die ook
weduwe was. Zijn tante Julia gaf hem, toen hij zeven was, pianoles. De enige ‘manlijke’ invloed kwam van zijn
oom Pehr Ferdinand Sibelius,
die geïnteresseerd was in muziek. Deze gaf hem een viool toen hij tien jaar
was.
Hoewel zijn moedertaal Zweeds was, ging hij in 1874 naar een
‘Finse’ lagere school, waarna hij in 1876 naar het ‘Finse’ lyceum in Hämeenlinna kon, waar hij in 1885 zijn eindexamen
behaalde. Op de universiteit wilde hij voortaan in plaats van Janne
(afgeleid van Johan), Jean genoemd worden.
Trio`s
speelde hij ondertussen op zijn viool met zijn oudere zus Linda aan de
piano en zijn jongere broer Christian op de cello. Met buurfamilies speelde
hij ‘kwartet’ en hij componeerde daar ook voor.
|
|
|
|
|
|
|
Hämeenlinna
|
Jean Sibelius
|
Jean met Linda en Christian
|
Robert Kajanus
|
Ferruccio Busoni en Jean Sibelius
|
De familie Järnefelt met Jean Sibelius
|
Aino Järnefelt
|
Jean
begon aanvankelijk aan een rechten studie, maar switchte al gauw naar een
muziekstudie in Helsinki (1885- 1889). Daar kreeg hij van de ‘Wagneriaan’ Martin Wegelius
zijn eerste echte compositielessen. Ferruccio
Busoni, pianist en componist, had ook veel
invloed op hem. Verdere vrienden waren de pianist en schrijver Adolf Paul
en de (latere) dirigent Armas Järnefelt, die zijn ogen opende voor de
Finse geschiedenis. Jean studeerde van 1889- 1890 verder in Berlijn,
waar hij muziek hoorde van Richard Strauss en de Finse componist Robert Kajanus, en in Wenen van 1890-1891, waar hij zich
vooral voor Anton Bruckner interesseerde. Hij
begon er ook te werken aan Kullervo, een
orkestwerk geïnspireerd door het epische gedicht Kalevala,
dat een geweldig succes werd na de première er van in 1892. Rond deze tijd
liet hij zijn ambitie varen een groot violist te worden en richtte hij zich
vooral op het componeren.
In 1892 trouwde Jean met Aino, de
17 jarige zus van Armas Järnefelt, en zij brachten hun huwelijksreis
door in Karelia, de basis van de Kalevala en ‘de thuishaven van authentieke Finse muziek
en poëzie’. Jeans muziek werd steeds meer gespeeld in de concertzalen van
Helsinki en Turku. Hij werkte ook een tijdlang aan een opera, Veneen luominen (Het
bouwen van de boot), weer gebaseerd op de Kalevala,
waarbij hij beïnvloed werd door Wagner en vervolgens door Liszt.
Vanaf 1892 had hij noodgedwongen muziekles gegeven, waardoor hij weinig
tijd overhield om te componeren. Maar De zwaan van Tuonela, de 'Lemminkäinen'-suite en het symfonisch
gedicht Finlandia (1899)
maakten hem in korte tijd populair in zijn vaderland. Als
‘nationale componist’ kreeg hij vanaf 1897 een jaarlijks (uiteindelijk levenslang) staatsstipendium.. Hij verwierf de status van
nationale held, want hij verzette zich met zijn werk tegen de Russische
tsaar Nicolaas II die de macht van Finland wilde inperken. In 1900
werd Finlandia gespeeld op de
wereldtentoonstelling in Parijs. Hiermee kwam de Fins- Russische zaak onder
de aandacht van de buitenwereld.
In februari 1900 stierf zijn jongste dochter, maar
desondanks ging hij op tournee naar o.a. Praag (ontmoeting met Dvořák), Stockholm,
Kopenhagen, Hamburg, Berlijn en Parijs. Op een reis in 1901 met zijn
familie naar het Italiaanse Rapallo, begon hij
aan zijn Tweede Symfonie. In Tvärminne , bij Hanko, werkte hij aan het lied Var det en dröm (Was het een droom)
en een nieuwe versie van En saga. De uitvoering hiervan in 1902 in
Berlijn, vestigde zijn reputatie In Duitsland.
Inmiddels was hij begonnen aan
de bouw van zijn nieuwe huis, Ainola, bij Järvenpää, ten noorden van Helsinki. Ter bekostiging
hiervan gaf hij in Helsinki, Estland en Letland concerten. In 1903 bracht
hij veel tijd door in Helsinki, waar hij zich bovenmate te goed deed aan
eten en drinken, wat enorme restaurantrekeningen tot gevolg had. Aino
smeekte hem vaak naar huis te komen, maar tevergeefs! Zelfs na de geboorte
van hun vierde dochter (van de zes), Katarina,
bleef hij ‘buitenshuis’ werken. Hij was ook lid van de Vrijmetselaarsloge,
waar hij verschillende stukken voor componeerde. Zijn stijl werd minder
‘nationaal romantisch’ en meer ‘neoclassicistisch’.
Eind
1905 bezocht hij voor het eerst Engeland, waar hij Henry Wood ontmoette.
Hij ontving nu steeds meer bewijzen van internationale erkenning, waaronder
in 1906 het Légion d`honneur.
Toen hij in 1907 weer excessief begon te eten en drinken in Helsinki en
Aino van uitputting werd opgenomen in een sanatorium, besloot hij zich
geheel op de compositie van zijn Derde Symfonie te concentreren. Kort
daarna ontmoette hij Gustav Mahler in Helsinki. Toen zijn gezondheid
ten gevolge van zijn levenswijze steeds verder achteruit ging en keelkanker
dreigde, stopte hij met het roken en drinken. In 1909 werd hij succesvol
geopereerd aan zijn keel.
Hierna begon hij aan zijn Vierde Symfonie,
maar vanwege geldgebrek moest hij ook een aantal kleinere stukken en
liederen schrijven.
In 1914 verbleef hij een maand
in Berlijn waar hij zich speciaal aangetrokken voelde tot Arnold
Schönberg. Tijdens zijn verblijf
in Amerika kreeg hij een eredoctoraat van de Yale University, en
tegelijkertijd een van de Universiteit van Helsinki, die Aino voor hem in
ontvangst nam. Ten gevolge van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kon
hij nog maar weinig royalties uit het buitenland
(o.a. van Breitkopf & Härtel)
ontvangen en daarom componeerde hij kleinere werken om in Finland te
publiceren. In 1917 begon hij weer te drinken, tot ongenoegen van Aino. Finland
verklaarde zich na de Russische revolutie van 1917 onafhankelijk, maar
tijdens de daaropvolgende Finse Burgeroorlog, waarin Jean voor de ‘Witten’
en Aino meer ‘Rood’ dacht, slaagde Robert Kajanus
er in Jeans hele familie naar Helsinki te krijgen. Kort hierna bezetten
Duitse troepen de stad en was de ‘Rode periode’ voorbij. Vanaf 1919
ging Jean met een kaalgeschoren hoofd door het leven, om zijn koele, sfinx-
achtige imago te benadrukken.
In 1920 componeerde hij, ondanks een toenemende tremor in
zijn handen, de Hymn of the Earth en in december kreeg hij een schenking
van 63.000 mark, door toedoen van de tenor Wäinö
Sola. Jean betaalde er enige schulden mee af,
maar ging er vooral van feestvieren.
Hij kocht een bril in 1922 omdat hij veel hoofdpijn had,
maar droeg die nooit als er foto`s gemaakt werden. Hij gaf concerten in
Stockholm, Rome en -nogal aangeschoten- in Kopenhagen. In 1925 vroegen de
Deense uitgever Wilhelm Hansen en het Deense Koninklijke Theater hem
‘incidentele’ muziek te componeren voor Shakespeare's The
Tempest, wat hij deed. Vanaf 1926 produceerde
Jean, na zijn Zevende Symfonie, nog maar een paar grote werken. Van het
Nazi- regime kreeg hij in 1935, op zijn 70ste verjaardag, de
Goethe medaille.
Nadat Rusland in 1939 Finland had veroverd, keerde de hele
familie in 1941 voorgoed terug naar Ainola.
De laatste dertig levensjaren wilde hij eigenlijk niet meer
in het openbaar over zijn muziek spreken (de Stilte van Järvenpää).
Dat kwam mede omdat hij zich, artistiek gezien, geïsoleerd voelde: hij had
weinig op met Les Six, Schoenberg en Stravinsky. Hij verbrandde een aantal
manuscripten waaronder (een opzet voor) zijn Achtste Symfonie, waarna hij
-volgens Aino- een stuk kalmer werd. In privé gesprekken liet hij zich wel
uit over andere componisten, waaruit bleek dat hij Richard Strauss
bewonderde en Béla Bartók en Dmitri Sjostakovitsj
als zeer getalenteerde jonge componisten zag. In de jaren `50 promootte hij
Einojuhani Rautavaara.
Jean
Sibelius was een van de eerste componisten die
voor zijn populariteit enorm profiteerde van de grammofoon.
Op
20 september 1957 stierf hij op 91-
jarige leeftijd in Ainola aan een hersenbloeding.
Op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties herdacht men hem met een
stiltemoment en de opmerking ‘dat Sibelius de
hele wereld toebehoorde en met zijn muziek het gehele mensdom had
verrijkt’. Hij kreeg een
staatsbegrafenis en werd te ruste gelegd onder een appelboom in de tuin van
Ainola. Aino leefde nog 12 jaar in Ainola en stierf op 8 juni 1969, 97 jaar oud. Zij werd
naast haar man begraven.
In 1972
verkochten Sibelius' nog levende dochters Ainola aan de Finse staat en het Ministerie van
Onderwijs en de Sibelius Society of
Finland openden het als museum in 1974.
|
|
|
|
|
|
|
Karelia
|
De Kalevala
|
Ainola
|
Gustav
Mahler
|
Einojuhani Rautavaara
|
Finlandia
|
Sibelius`graf met
Stravinsky
|
In
Sibelius` vroege werk is invloed van Tsjaikovski
te vinden, later van Wagner en vooral van Ferruccio
Busoni en Anton Bruckner
(koperwerk en langzame tempo). In zijn symfonische gedichten werd hij
vooral door Liszt geïnspireerd.
Hij heeft zelf
veel invloed uitgeoefend op Ralph Vaughan
Williams, Arnold Bax, Ernest Moeran, William Walton , Arthur Butterworth en Samuel Barber.
Sibelius schreef naast
orkest- , koor- en pianowerken meer dan 100 liederen, die helaas voor velen
vanwege de taal (Zweeds en Fins) moeilijk toegankelijk zijn. The New Grove
roemt vooral de liederen uit de periode 1909-1910.
Op
IMSLP zijn veel van zijn (solo)liederen te vinden, maar vooral in ‘hoge
ligging’. Breitkopf heeft uitgegeven in tiefe Stimme:
15
Ausgewählte Lieder met naast de Zweedse
ook de Duitse en Engelse tekst, bevattend liederen uit opus 13 (1891-2), 17
(1894-8), 36 (1899), 37 (1898- 1902) en 60 (1909). Deze zijn erg mooi en
behoorlijk goed ‘zingbaar’.
Bij
Sheet Music Plus is veel werk van hem verkrijgbaar, waaronder een
soloversie (A) en een duet SA met viool of fluit en piano van Be stil, my soul (dé nationale hymne).
Aan
dit artikel is het laatst gewerkt op 21 maart 2020
|