Algemene kenmerken van de
gehele periode van de Romantiek (zie tijdbalk):
Focus op: het Lied; ontwikkeling van de piano;
grote aandacht voor de Koormuziek
Veel opera en muziekdrama
ten gevolge van ontstaan grotere middenklasse (1850-1880)
Nationale muziek m.n. in
Duitsland en op zoek naar eigen nationaal karakter in: Noorwegen,
Bohemen/ Tsjechië, Rusland,
Frankrijk en Engeland:
De eerste vier hieronder
genoemde componisten behoren tot de ‘stamvaders’ van het Engelse
Romantische Lied* :
Hubert Parry is de grondlegger van de Engelse
Lyrische Song traditie. Hij moest zijn inspiratie uit Duitsland
halen,omdat Dowland en Purcell
voor hem nog ‘onbekend’ waren. Schubert, Mendelssohn,
Schumann en Brahms waren
zijn grote voorbeeld en ook de gedichten op Duitse tekst. Zelfs de teksten
van Shakespeare gebruikte hij aanvankelijk via vertalingen
uit het Duits. Hij schreef veel - heel serieuze- liederen, maar Trevor Hold vindt ze te vaak
een ‘niet memorabele’ melodie hebben.
Charles Villiers Stanford zette
naast Engelse teksten, vooral dichtwerk uit zijn geboorteland Ierland op
muziek. Ook hij haalde zijn inspiratie Schubert, Schumann
en Brahms, maar zijn gedichtenkeus ontbeerde de
‘Serieusheid’ van Parry.
Frederick Delius schreef heel veel solo liederen op
originele Noorse, Duitse, Franse en Deense teksten. De achtergrond hiervan
is dat hij van jongsaf veel landen heeft bereisd.
Grieg was aanvankelijk zijn grote inspirator. Pas
later keerde hij terug tot de Engelse dichtkunst. Zijn bijdrage aan de
ontwikkeling van het Engelse lied is ‘perifeer’ geweest, maar als componist
heeft hij enorme invloed gehad op Quilter, Ireland, Bridge, Grainger,
Bax, Gibbs, Orr, Moeran en Warlock.
Charles Wood is wat
minder bekend, maar niet minder belangrijk. Hij studeerde bij Parry en Stanford en volgde
deze laatste na zijn dood op.
Roger Quilter streefde niet als Parry,
Stanford en Somervell,
naar een Engelse liedtraditie gebaseerd op het Duitse Lied. Hij verkoos de
‘ballade’ uit te bouwen .Zijn studie aan het Hoch
Conservatorium in Frankfurt a/M. is belangrijk geweest voor zijn totale
ontwikkeling.
In het boek van Trevor Hold staat
gedetailleerd de muzikale ontwikkeling van twintig componisten
beschreven, alsmede hun belangrijkste liederen en de dichters van wie zij
de teksten gebruikten. In dit overzicht wordt op hen, behalve Finzi, nu niet dieper ingegaan, maar dat gaat zeker
gebeuren als in de toekomst andere componisten uit deze periode nader bekeken
worden.
De kenmerken van het Engelse
Romantische Lied zijn:
1. het duurt 2,5 à 3 minuten
2. het heeft een tekst
ontleend aan een 19de of vroeg 20ste eeuwse dichter of aan een 16de of 17de
eeuwse gedicht, met name van Shakespeare.
3. er is grote zorg voor de
‘juiste noot en accent’. Het gedicht is syllabisch gezet en de melisma`s horen bij speciale woorden of cadensen.
4. de vocale lijn is lyrisch
en zeer goed ‘zingbaar’’ zonder bel canto virtuositeit.
5. de pianobegeleiding is
zeer ‘discreet’ en alleen op de voorgrond bij preludes, tussenspelen en
coda`s
6. het lied volgt de regels
van het gedicht (gevarieerd strofisch vooral)
7. de harmonische taal is
rijk en expressief
8. en hoewel in principe
lyrisch, is het onderwerp serieus en eerder tragisch dan komisch