Georg Philipp Telemann (1681- 1767)

 

 

Als motto voor onderstaand verhaal wil ik graag de woorden van Telemann zelf citeren:

‘Singen ist das Fundament zur Music in allen Dingen.

Wer die Composition ergreifft, muß in seinen Sätzen singen.

Wer auf Instrumenten spielt, muß des Singens kundig seyn.

Also präge man das Singen jungen Leuten fleißig ein.’

 

Het verhaal geeft redelijk wat informatie, maar Telemann`s betekenis wordt wel véél duidelijker met wat meer inzicht in de politieke en godsdienstige verhoudingen van die tijd. Hiervoor wordt verwezen naar de reeds door mij beschreven (web-) biografieën van o.a. Bach, Handel en Steffani. Belangrijk daarbij is het begrip van de enorme versnippering van het Duitse rijk na 1648, de strijd tussen lutheranisme en katholicisme en de veroveringslust van buren als Zweden en Rusland . Daarnaast wordt verwezen naar het artikel over de Verlichting in de 18de eeuw.

 

Er is veel ‘primair’ bronnenmateriaal, want Telemann schreef zelf drie autobiografieën: 1.  in 1718 op verzoek van Mattheson (1), 2.  in 1729  in de vorm van een brief van Telemann aan Walther voor zijn Lexicon (2), 3.  in 1739 weer voor Mattheson.

Met dit materiaal als basis zijn er inmiddels enorm veel studies verschenen over zijn leven en werken, maar zoals Nowak & Eichhorn ook aangeven in hun bundel over Telemann`s Vocale muziek: er vindt nog steeds heel veel onderzoek plaats, 

bijvoorbeeld naar de juiste chronologie van zijn kerkcantates. Er komen ook steeds meer archiefstukken beschikbaar omdat veel in de 2de Wereldoorlog als oorlogsbuit meegenomen is vanuit Duitsland en nu weer terugkomt/ gekomen is en bestudeerd kan worden. Omdat er ook veel definitief verloren is gegaan tijdens de oorlog zal niet alles meer duidelijk kunnen worden.

Momenteel zijn in ieder geval meer dan 100 cantates (of fragmenten ervan) nog niet gedateerd.

 

 Indeling in (muziek)geschiedenisperiodes:

1450         Renaissance                                           1600                        Barok                               1760             1815     Romantiek           1910

                                                                                    …………….    de Verlichting…………………………..

                                                                                                                                                      1730  Classicisme  1820 (Eerste Weense school)

                                                                                                                                                          1740 -1780 Stile Galante (Telemann)

                                                                                                                                                              1750 Empfindsame stijl (C.P.E. Bach)

                                                                                                                                                                   (1767-1785 Sturm und Drang)

 

                                    1681    Telemann     1767

Verder :Campra;Corelli;Ariosto;Bononcini; Caldara;Lotti;Veracini; Pisandel

tijdgenoten/  inspiratiebronnen:

     1685    Handel   1759

1654 Steffani 1728

 

  Leven van Telemann in periodes:

1681

Magdeburg

1701       1705     1708

Leipzig    Sorau   Eisenach

1712   -----1721

Frankfurt a/M

 1721                 -------------------------           1767

                                 Hamburg

 

Hoofdstukindeling:

  1. Korte biografie van Georg Philipp Telemann aan de hand van de plaatsen waar hij werkzaam was
  2. Waarom was Telemann zo belangrijk in zijn tijd?
  3. Indeling van het werk van Telemann.

 

1. Korte biografie van Georg Philipp Telemann aan de hand van de plaatsen waar hij werkzaam was:

De familie Telemann behoorde tot de ‘bourgeoisie’.  Georg Philipp werd in 1681 in Magdeburg geboren als zoon van de Diaconus van de Heilig-Geist-Kerk, Heinrich Telemann (1646-1685) en zijn vrouw Maria Haltmeier (1642-1711). Hij kreeg zijn muzikale opleiding (viool, fluit, cither, orgel en klavecimbel) van de Magdeburger organist en cantor Benedikt Christiani. Zijn vader was vroeg overleden en zijn moeder wilde zijn muzikale neigingen enigszins onderdrukken. Zij stuurde hem daarom in 1698 naar het gymnasium te Hildesheim, maar daar werd zijn muzikaal talent juist opnieuw gestimuleerd. Telemann mocht – als lutheraan- zelfs de organist en cantor van de (katholieke) Sankt Godehardkerk te Hildesheim vervangen en kon in Braunschweig en Hannover aan opera-uitvoeringen deelnemen. Op verzoek van zijn moeder ging hij in 1701 naar

 

Leipzig om aan de universiteit rechten te studeren. Op weg naar Leipzig kwam hij in Halle in contact met Georg Friedrich Händel en zij werden ‘vrienden voor het leven’. Al snel schreef Telemann cantates voor de Leipziger Thomaskirche en besloot uiteindelijk componist te worden. In 1702 stichtte hij een Collegium musicum met studenten, waarvoor hij openbare concerten organiseerde. In hetzelfde jaar werd hij tot artistiek directeur van de Leipziger Opera benoemd en kon daar studenten als zanger en instrumentalist inzetten. Binnen drie jaar had hij al vier opera's gecomponeerd. In 1704 werd hij ook organist en muziekdirecteur aan de Nieuwe Kerk (Neukirche). Vanwege dit scala aan activiteiten kreeg hij problemen met Johann Kuhnau (3), de toenmalige cantor van de Thomaskirche, die als stads- muziek- directeur verantwoordelijk was voor de muziek in alle kerken. Kuhnau verweet hem teveel ‘operamusicus’ te zijn, was boos dat de studenten achter Telemann aan trokken en hem in de steek lieten en jaloers dat Georg Philipp er wel in slaagde elke week in de Thomaskirche cantates te laten zingen, terwijl hem dat -om financiële redenen-  niet lukte. Belangrijk is te weten in deze kwestie dat men in Leipzig bij uitvoeringen van kerkmuziek  voor de instrumentele bezetting afhankelijk was van ‘vrijwillige burgers’. Blijkbaar kon Telemann die nu makkelijker aantrekken dan Kuhnau. Uiteindelijk verbood het stadsbestuur Telemann op het operatoneel te verschijnen.

 

         Duitsland 17de eeuw

    Heilige roomse rijk in deelstaten

      Kopie (2) van Heilige roomse rijk in deelstaten

         Het ‘Duitse Rijk’ in de 17de eeuw

    Het Heilige Roomse Rijk in de 18de eeuw

       met de woonplaatsen van Telemann

 

In 1705 werd hij kapelmeester in Sorau (= Zary, nu in Polen gelegen) aan het hof van Graaf Erdmann von Primnitz. Het voordeel van Telemann van deze verhuizing was dat hij hier ‘hofervaring’ kon opdoen en kennis kon maken, meer dan in het burgerlijke Leipzig, met de Italiaanse opera en Franse orkestsuites. Graaf Erdmann vroeg hem Franse ouvertures in de stijl van Lully en Campra te componeren. In Piless (een van de hofdomeinen van Erdmann) kwam Telemann in contact met Poolse volksmuziek (muziek van ‘barbaarse’ schoonheid- de ‘Stilo Barbaro’).  In Sorau maakte hij kennis met Erdmann Neumeister (4), van wie hij later teksten als grondslag voor zijn (cantate)composities gebruikte. Verder maakte hij vanuit Sorau diverse reizen naar Berlijn om daar kennis te nemen van de instrumentele muziek en de opera aan het hof aldaar.

 

In 1708 (maar er is veel discussie over het exacte jaartal) werd hij kapelmeester aan het hof van Hertog Johan Willem van Saksen-Eisenach.  Deze verzocht hem ook kerkelijke cantates en muziek voor speciale gelegenheden te componeren. In Eisenach moet hij wel Johann Sebastian Bach hebben leren kennen, want diens neef Johann Bernhard Bach was er stadsorganist. In 1709 huwde hij Louise Eberlin, dochter van de musicus Daniel Eberlin, maar zij stierf in 1711 na de geboorte van hun eerste dochter.

 

In 1712 werd Telemann benoemd tot kapelmeester aan de Barfüßer- und Katharinen-Kirche in de vrije rijksstad Frankfurt aan de Main. In deze stad kwamen burgerlijke, kerkelijke en hofcultuur samen en werden de keizers gekroond. Daar werd hij al spoedig tot stedelijk muziekdirecteur benoemd.  Hij leidde er zes à acht schooljongens op tot koorzangers en componeerde er minstens vijf cantatecycli (zie voor meer info: ‘indeling werk’). Frankfurt had helaas voor Telemann geen eigen operatheater. Vanuit de stad maakte hij regelmatig reizen naar Thűringen en Saksen.

Later dirigeerde hij het Collegium musicum van het gezelschap «Frauenstein», waarvoor hij orkest- en kamermuziek componeerde en wekelijks concerten organiseerde. In 1714 hertrouwde Telemann met Maria Katharina Textor uit Frankfurt die er later vandoor ging met een Zweedse officier, hem achterlatend met acht zonen, twee dochters en grote schulden.

 

In 1721 vertrok hij naar Hamburg (wellicht omdat Frankfurt geen operagebouw had) en werd opvolger van Johann Gerstenbüttel als organist en cantor aan het Johanneum en muziekdirecteur van vier van de vijf hoofdkerken (St. Petri, Jacobi, Nicolai, Katharinen en later ook de Michaeliskirche), uitgezonderd de Domkerk. Hij moest voor iedere zondag twee cantates schrijven, elk jaar een nieuwe Passie, oratoria voor de wijding van kerken en eenmaal per jaar ‘Kapitänsmusik’ (een oratorium en een serenata) voor de gasten van de commandant van de stadsmilitie. Hij herstelde het Collegium musicum en werd in 1722 de artistiek leider van de Hamburgse Opera aan de Gansenmarkt, waarvoor hij 25 opera's gecomponeerd heeft.

 

De Verlichting begon steeds meer invloed te krijgen op de kerkelijke muziekopvoeding (op het Johanneum): men wilde niet meer vrijwillig deelnemen aan kerkmuziekuitvoeringen en liever stiekem naar de opera gaan of naar het (verwarmde) concertgebouw, waar ook nog eens zangeressen optraden, zingend in Stilo Galante (zie onder)! Telemann moest ze naar school zien te krijgen, maar begreep intussen hun drang naar nieuwe soorten liederen wel!

Men wilde ook eigenlijk wel betaald krijgen voor het meewerken aan de uitvoeringen en het ontstaan van solistische concertmuziek deed een nieuw zelfbewustzijn groeien: Men wilde zich ‘zo duur mogelijk verkopen’. Het deed er niet toe of het  in kerk, opera of concert was. In Hamburg waren daar echter minder financiële mogelijkheden voor dan in Frankfurt.

 

In Hamburg publiceerde Telemann tussen 1725 en 1740  in eigen beheer 43 stukken. Hij graveerde hiervoor zelf de (koper)platen, verzorgde de advertenties in de kranten en benaderde inschrijvers. In 1737 ging hij enige maanden naar Parijs, dé stad der Kunsten! Hij ging, naar men zegt, vooral omdat daar toen ‘illegale’ kopieën van zijn werk gedrukt werden.  De strijd daartegen heeft hij niet kunnen winnen!

In 1740 bood hij de platen van al zijn eigen edities te koop aan, omdat hij zich de rest van zijn leven wilde wijden aan boeken over muziektheorie. Vanaf 1755 ging hij, vermoedelijk beïnvloed door Handel, met wie hij voortdurend correspondeerde (ook over onderwerpen als zeldzame planten), zich vooral weer bezighouden met het componeren van oratoria.

Hij stierf ‘in het harnas’, al werkend aan een geestelijke compositie. Zijn petekind Carl Philipp Emanuel Bach volgde hem op als muzikaal directeur van de vijf stadskerken. Zijn kleinzoon Georg Michael Telemann zette zijn muzikale erfenis voort (5).

 

    Steffani

    Erdmann Neumeister

    carl p

      GF Handel

    Telemann

    Kuhnau

           Steffani 

  Erdmann Neumeister

      Carl P. E. Bach

        G. F. Händel

     G.P. Telemann

        J. Kuhnau

 

2. Waarom was Telemann zo belangrijk in zijn tijd?

Telemann was tijdens zijn leven de beroemdste in Duitsland levende componist en musicus. Redenen hiervoor zijn de volgende:

a. Hij doorbrak de scheidslijnen tussen de verschillende disciplines: hij was cantor maar schreef ook opera, er waren voor hem geen grenzen tussen geestelijke en wereldlijke muziek en hij organiseerde veel openbare concerten waarop muziek, oorspronkelijk voor een bepaalde doelgroep gecomponeerd, ook ‘en plein public’ werd uitgevoerd.

Hij schreef ‘unieke stukken, dwz. hij hergebruikte slechts hoogstzelden eerdere composities.

b. Hij verzorgde gedrukte uitgaven van zijn werk waardoor een enorme verspreiding plaats kon vinden, ook naar Frankrijk en Engeland

c. Hij maakte het makkelijker zijn muziek uit te voeren door in de gedrukte versies van zijn cantates de partituur te reduceren -  geschikt voor kleine koren en ‘thuisgebruik’-  en bij zijn kamermuziek alternatieve instrumentatie aan te geven.

d. Hij probeerde zoveel mogelijke technische moeilijkheden te vermijden en legde heel goed uit hoe je bijv. een versiering moest maken op een instrument, een continuo partij moest spelen of een recitatief moest zingen.

e. Hij bevocht de rechten van een componist op de uitvoering van zijn eigen stuk, ook indien het oorspronkelijk voor een speciale gelegenheid was geschreven. Het moest uitgevoerd worden naar de ideeën van zijn schepper!

 

In de 19de eeuw werd Bach ‘herontdekt’ en ging men neerkijken op Telemann: Een cantor die opera`s schreef: een ‘mode’ componist!  Hoewel men zijn werk nauwelijks kende, deed men het af als oppervlakkig. Pas in de 20ste eeuw kwam men tot de conclusie dat Telemann`s ideeën gewoon enorm van die van Bach verschilden en dat ze dus niet vergeleken konden worden. Hij moest als een voorloper van het Classicisme (6) beschouwd worden.

 

3. Indeling van het werk van Telemann:

Telemann schreef ongeveer 1200 kerkcantates, 23 passiemuzieken, 5 passieoratoria, 13 psalmmuzieken, 9 wereldlijke cantates en serenades, 9 kapiteinsmuzieken, 13 motetten en 6 missen, naast zeer veel instrumentele muziek. Van zijn oeuvre is veel verloren gegaan.

Voor de (papieren) indeling van zijn werk wordt verwezen naar de New Grove en voor digitale muziekbronnen naar websites met catalogi.

Mijn focus bij het beschrijven ligt op de vocale muziek voor alt/mezzo en duetten voor SA(M/A of A/A). Solomuziek in de alt/mezzo ligging is ruim voorhanden in de kerkelijke cantates. Voor de seculiere vocale muziek dient nog verder onderzoek gedaan te worden, evenals voor de duetmuziek (het artikel wordt t.z.t. hiermee aangevuld).

 

A. Geestelijke muziek:

Telemann heeft vele soorten kerkelijke muziek geschreven, zoals passies, oratoria, missen en vooral veel cantates.

Kerkelijke cantates werden tot in het begin van de 18de eeuw zelden gepubliceerd. Onder invloed van Erdmann Neumeister (en de Verlichting), gingen ze bij Telemann lijken op operastukken waarin recitatieven en (da capo) aria`s werden gecombineerd. De emoties (affecten zoals bijv. dispositio en elaboratio) konden op deze wijze beter uitgedrukt worden.

Woorden als hel, angst, wraak en kwelling werden ‘dramatisch’ behandeld; ‘vertrouwen’ en ‘vreugde’ werden lekker lopende vocale lijnen met eenvoudige begeleiding. In grootschalige werken werd het middendeel ook ‘prettig’ gehouden: geen overdreven versieringen en overdadige dissonanten. Belangrijk was dat de melodie ‘duidelijk’ was, d.w.z. helder en begrijpelijk.

De ‘da capo’ aria werd gezien als een middel om bepaalde stukken tekst goed duidelijk te maken en niet als een zondige, wereldse truc.

Het recitatief mocht niet te lang zijn en ook niet te snel worden voorgedragen. Ritme en melodische lijn waren - in tegenstelling tot bij Bach-  ondergeschikt aan de declamatie.

 

Alle kerkelijke cantates hebben wel een nummer gekregen, maar dat is slechts een alfabetische ordening op de eerste zin. Het nummer zegt dus niets over de ontstaansperiode. Zeker honderd cantates zijn nog niet qua tijd te plaatsen (zie ook noot 8).

Er zijn minstens 13, met name genoemde, jaarcycli waarbij in elke jaargang de 72 cantates een zeker aantal stilistische elementen gemeenschappelijk hebben. Maar ook blijkt dat een cantate voor een bepaalde zondag meer overeenkomsten kon hebben met die van dezelfde zondag in een andere cyclus, dan met de overige zondagen in de ‘eigen’ cyclus.

Tussen 1710 en 1714 – dus reeds in Eisenach-  begon Telemann met deze cyclus opzet:  Een Französische Jahrgang ontstond o.a. in 1714/ 1715, met -bewust of onbewust toevoegen van- elementen uit de Franse opera en een Concertirende- en Sicilianischen- Jahrgang, met Italiaanse stijlelementen (o.a. in 1716 / 1717, 1719 / 1720, 1727 / 1728)  (7).

Tijdens zijn verblijf in Frankfurt voltooide hij zeker vijf cycli, maar ook na zijn verhuizing naar Hamburg bleef hij jarenlang nieuwe jaargangen schrijven voor Frankfurt om het burgerschap van die stad te kunnen behouden. In het archief van Frankfurt bevinden zich dus heel veel cantates, maar het is soms onduidelijk bij welke cyclus die behoren (8).

Der Harmonische Gottesdienst, een Hamburgse cantatecyclus uit 1725-26, waarin veel cantates zijn opgenomen voor ’mittlere Stimme’ werd door Telemann zelf uitgegeven (9).

Volg deze link voor een overzicht van Telemann`s sacrale vocale muziek.

 

B. Seculiere vocale muziek:

Naast opera schreef Telemann zoals al eerder vermeld, serenades, liederen en seculiere cantates.

Sommige kleine seculiere cantates (van voor 1740) vereisen opera virtuositeit, anderen zijn simpel en lijken meer op volksmuziek. Telemann vond dat een lied ‘comfortabel zingbaar moest zijn, zonder extremiteiten en virtuositeit, bij de tekst moest passen en bij alle verzen’. Verschillende teksten eisten dus bijpassende soorten melodie en begeleiding.

Naar geschikte cantates, liederen of opera-aria`s voor de mezzo/ alt stem moet, zoals gezegd, nog onderzoek gedaan worden.

Volg deze link voor een overzicht van Telemann`s seculiere vocale muziek.

 

C. Instrumentele muziek:

Hij werd daar vooral geprezen als brenger van ‘een nieuwe wind’ en vanwege zijn bijdrage op het gebied van het uitgeven van instrumentele muziek voor de amateur. Voor veel instrumenten was tot die tijd nog geen ‘eigen’ solomuziek geschreven. Altviool, contrabas en cello - nu ‘gelijkberechtigd’ aan fluit en viool- , maar ook andere instrumenten werden flink door hem bedeeld! Alleen het orgel kreeg relatief weinig aandacht. Daarnaast schreef Telemann de eerste strijkkwartetten.

Hij gebruikte vaak ritmes uit de Poolse en Moravische volksmuziek.

De ‘galante’ stijl (Stile Galante) ( 10) kreeg, dank zij hem, vorm: een simpele melodie met duidelijke verdelingen en een transparante structuur, waarin de begeleiding een ondergeschikte rol speelt.

 

Onderstaand ‘chronologisch’ overzichtje (van blokfluit- muziek in mijn bezit) zal in de toekomst zeker nog aangevuld worden

 

Jaar:

 

Opgedragen aan:

Solomuziek + klavecimbel:

Soort

fluit

niv.

Commentaar:

Uitgever/uitgeverij:

Nr.

Mijn mening

1716

TWV

41

 

Die kleine Kammermusik- 6 Partiten

(1)B1;(2)G2;(3)c1;(4)g2;(5)e1;(6)Es1

S of T

B+

Gedrukt in Frankfurt

W. Hess; Amadeus

BP2400

 

1716?

 

 

TWV

41

 

 

 

Sechs neue Sonaten 1-3 (g-moll TWV 41: e11;B-durr TWV 41: G11; g-moll TWV 41: e10)

A

B+

Uit ongedateerd manuscript; oorspr. voor dwarsfluit;Franse invloed; wellicht ook ca. 1716

M. Nitz; Amadeus

BP932

x

1728-

1729

 

TWV

41

 

 

 

Hortus Musicus : Vier Sonaten: F-dur TWV 41: F2; B-dur TWV 41: B3; f-moll TWV 41: f 1; C-dur TWV 41: C2

(Getreue Musikmeister: 1, 36, 56)

A

B+

 

J. Dietz Degen; Bärenreiter

1963

 

1728+

1730

TWV

34

 

Ausgewählte Menuette

S

B

 

W. Woehl, Bärenreiter

B977

 

vóór

1735

TWV

55:a2

 

 

Suite A moll (no. 1- 7)

A

B+

Oorspr.:fluitsolo met strijkorkest en klavecimbel

L. Salter; Peters &

Hinrichsen

882a en b

x

1740

(of

eerder

TWV

41

 

 

Zwei Sonaten (aus den ‘essercizii musici’) :

d-Moll 41: d4

C-Dur:41: C5

A

B+

 

W.Woehl; Rieter- Biedermann

Peters (4551)

11323

x

 

 

.

 

 

 

Solomuziek +(alt)viool +klavecimbel (of cello)

 

1728-

1729

 

 

 

 

TWV

42:C1

 

 

 

 

 

 

Triosonate C- dur : 2 blokfluiten (violen) + b.c. (Der getreue Musikmeister -34)

A

G

(cf. Fr.klavecinisten en m.n. Rameau; ) delen met vrouwennamen: óf een opdracht of weergave van

karakteristieken

D.Degen; Bärenreiter

HM 10

x

1739-

1740

TWV

42:a4

 

 

Triosonate a moll aus den ‘essercizii musici’, blokfl, viool + b.c.

A

G

 

W.Woehl; Rieter-Biedermann

(Peters: )

11382

 

(4560)

(x)

 

 

 

 

 

Duetmuziek (zonder klavecimbel)

 

1727

TWV

40

101-106

G. Behrmann & P.D. Toennies (amateur-musici te Hamburg)

Six Duets for Two Alto Recorders, First Book: 1-3 ((1)F; (2)Bb;(3)C)= gelijk aan:

AA

B+

 

Hargail Music Press

EN106

Sechs Sonaten für zwei Altblockflöten ohne Bass, I: 1-3

+Sonata IV

AA

 

AA

B+

 

W.Michel; Amadeus

Amadeus

BP2426

 

BP2427

 

 

x

?

 

Sonate B-Dur

AA

B+

 

Schott

mooi

 

 

 Niveau: B= beginner; B+=moeilijker; G=gevorderd                    x: nog doen ;           ‘zonder mening’:  reeds gespeeld; gewoon goede muziek

 

D. Theoretische verhandelingen:

Hij schreef deze voor de amateur om compositie en uitvoering meer toegankelijk te maken ( bijv. Singe- Spiel- und Generalbass-Űbungen). Verder gaf hij het eerste Duitse muziektijdschrift uit, de Getreue Musik  Meister.

 

Noten:

1.Johan Mattheson (Hamburg, 28 september 1681 - aldaar, 17 april 1764) was een Duits musicus, componist van en schrijver over barokmuziek.

Hij wordt wel de vader van het Duitse recitatief genoemd (zie verder: http://nl.wikipedia.org/wiki/Johann_Mattheson)

2. Johann Gottfried Walther (Erfurt, 18 september 1684 - Weimar, 23 maart 1748) was een Duits componist, muziektheoreticus en organist; via moederskant

een neef van J.S. Bach ( zie verder: http://nl.wikipedia.org/wiki/Johann_Gottfried_Walther )

3. J. Kuhnau (Geising, 6 april 1660 - Leipzig, 5 juni 1722) was een Duits componist, organist en klavecinist. Hij was de voorganger van Bach als Thomascantor,

dat wil zeggen cantor van de Thomasschule en de Thomaskirche (Leipzig) (zie verder: http://nl.wikipedia.org/wiki/Johann_Kuhnau)

4. http://en.wikipedia.org/wiki/Erdmann_Neumeister

5. Geen enkel kind van GPT heeft op muzikaal gebied geëxcelleerd

6. Classiscisme: http://nl.wikipedia.org/wiki/Classicisme_(muziek); Het Classicisme rekent af met de barokperiode door afnemend gebruik van

contrapuntische technieken en door de opkomst van de homofone zetting, waarin een melodie voornamelijk door akkoorden wordt begeleid.

7. Noot: de onderscheiden jaargangen zijn te vinden in Nowak/ Eichhorn p. 403 ev.

8. Dat is dus ook het geval met de cantate Erquicktes Herz sei voller Freuden . Deze cantate ( voor Alt of Bas) op ‘anonieme’ tekst  (TWV 1 : 470)  is moeilijk

te dateren. De meeste uitgeverijen noemen het  een ‘Kantate zum 1ste Weihnachtsfeiertag’, elders is ook gevonden: Solokantate zum Stephanustag

( i.e. 26 december!) uit zijn Frankfurter tijd; Answers.com geeft voor het gemak slechts aan: vóór 1768 (d.w.z. voor zijn dood geschreven!).

Deze cantate heeft qua tekst in ieder geval verwantschap met TWV  1: 469 Erquickendes Wunder der ewigen Gnade (zum 1ste Weihnachtsfeiertag),

opgenomen in de Harmonische Gottesdienst. , zie noot 9

9. Der Harmonische Gottesdienst is in de oorspronkelijke ligging voor zangstem te downloaden

via: http://www.kb.dk/da/nb/samling/ma/digmus/telemann_hg_index.html  en via: http://imslp.org/wiki/Harmonischer_Gottesdienst_(Telemann,_Georg_Philipp)

In moderne uitgave te verkrijgen bij Bärenreiter (in hoge en lage ligging). De uitgaven voor alt/ mezzo zijn de volgende nummers:

Der Harmonische Gottesdienst - Weihnachtsfestkreis (mittel) (Partitur mit Stimmen)  : BA5894, 979- 0 - 006-53354 - 1

Der Harmonische Gottesdienst – Osterfestkreis (mittel)(Partitur mit Stimmen) : BA5895 , 979 -0- 006 - 53355 - 8

Der Harmonische Gottesdienst - Trinitatiszeit (mittel) (Partitur mit Stimmen) : BA5896 , 979 – 0 – 006 – 53356 - 5

Vor des Lichten Tages Schein (Adventskantate) en Jauchzet Frohlocket (Weihnachtskantate)  vor Mittlere Stimme , zijn ook los verschenen bij Thomi-Berg

(V 6122-V6121)

De inhoud van de 3 uitgaves is o.a. te bekijken via deze link: http://www.bodensee-musikversand.de/product_info.php?products_id=147230

Op CD zijn ze  uitgebracht door Toccata Classics:  Telemann: Harmonischer Gottes-Dienst, Vol. 2: The Cantatas for Middle Voice, Violin and Basso Continuo I;

Franz Vitzthum (Performer), Bergen Barokk (Performer), Hans Knut Sveen (Performer)

10. http://nl.wikipedia.org/wiki/Galante_stijl : Tezamen met de empfindsame stijl vormt deze periode de muzikale rococo. Kenmerken van de galante stijl zijn:

Kleine vormen ; Veel motiefherhalingen ; De melodie, die veelal zangerig is, is belangrijk;  Spaarzame en eenvoudige harmonieën in de begeleiding ; In de galante

stijl wordt het esthetisch ideaal van die tijd weerspiegeld, waarin sierlijkheid, bekoorlijkheid, begrijpelijkheid en natuurlijkheid van de uitgedrukte gevoelsinhoud belangrijker is dan complexiteit en contrapunt, zoals die in de laat-barokke periode werd toegepast.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Empfindsame_stijl

 

 

 

Bronnen:

 

Websites:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Georg_Philipp_Telemann

http://imslp.org/wiki/List_of_works_by_Georg_Philipp_Telemann

http://www.telemann-magdeburg.de/pages/3_1_1.html

http://www.klassika.info/Komponisten/Telemann/index.html

http://www.charlottehansson.nl/Georg%20Friedrich%20Handel.htm (over Handel)

http://www.charlottehansson.nl/Nieuwsbrief%2020.htm  (over Bach)

http://www.charlottehansson.nl/Steffani.htm (over Steffani)

http://www.charlottehansson.nl/Steffani%20%20plaats%20in%20de%20muziekgeschiedenis;%20verhouding%20met%20Handel.htm

(de plaats van Steffani, Handel en Telemann in de muziekgeschiedenis)

http://www.charlottehansson.nl/Christina%20van%20Zweden%20in%20Rome.htm     dreigende buurman Zweden

http://www.charlottehansson.nl/Catharina%20de%20Grote.htm       buurman Rusland

http://www.charlottehansson.nl/Catharina%20de%20Grote_Verlichting%2018de%20eeuw.htm

 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Classicisme_(muziek)

 

 

Boeken:

G.P. Telemann, Singen ist das Fundament zur Music in allen Dingen (Dokumentensammlung) Wilhelmshaven, 1981

The New Grove Dictionary of Music & Musicians, London 1980

K. Grebe, Telemann (Rowohlt Taschenbuch Verlag) , 1987

A. Novak& A. Eichhorn, Telemanns Vokalmusik- Über Texte, Formen und Werke, Hildesheim, Georg Olms Verlag 2008.

Westermanns Atlas zur Weltgeschichte, Berlin etc. 1967

Putzger Historischer Weltatlas, Berlin 2001

 

Catalogus: http://homepages.hs-bremen.de/~hartmann/KATALOGE/telemg.kat

                     http://imslp.org/wiki/List_of_compositions_by_Georg_Philipp_Telemann

 

Partituren:

(gratis): http://icking-music-archive.org/ByComposer/Telemann.php

               http://imslp.org/wiki/Category:Telemann%2C_Georg_Philipp

 

 

 

  Terug naar de  Homepage