Biografie Paul Verlaine (1844- 1896)

Voor de inhoud van de hieronder vermelde werken van Paul wordt verwezen naar het hoofdstukje: ŒUVRES COMPLÈTES.
  

1840

1850

1860

1870

1880

1890

 

                       realisme en naturalisme ; reactie hierop: Parnassianen                                               

expliciet symbolisme (Baudelaire: poètes maudits)

  estheticisme  neigend naar decadentisme

                                           Fin du siècle: escapisme, neoromantiek

 

               1848 ‘revolutie’ en uitroepen Tweede Republiek (1852- 70)

Frans- Duitse oorlog

(1870-71); Parijse Commune; Verlaine is daar persofficier

 

 

 

1844 Verlaine geboren

1862: diploma ‘VWO’

-Studie rechten

-Contacten met de

 Parnassianen

Huwelijk met Mathilde Mauté  (1870- 1885); zoon Georges

Relatie met Rimbaud (1871- 1875/ gevangenschap)

Relatie met Lucien Létinois (1877- 83 )

 

 

 

 

1863:Poèmes

         saturniens

   1869 Fêtes galantes

1870 La bonne chanson (voor MM)

1874 Romance sans

paroles

1880 Sagesse

 1884 Jadis et naguère

 1884 Poètes maudits

    1888 Amour

     1889 Parallèlement

 

 

 

Paul Marie Verlaine  werd op 30 maart 1844 in Metz geboren, als enig kind van de katholieke Nicolas- Auguste Verlaine, officier in het Napoleontische leger, en Elisa Dehée de Fampoux. In hun huis woonde ook zijn nichtje Élisa, die wees was. Toen Nicolas- Auguste met pensioen ging, trok de familie in 1851 naar Parijs, waar Paul het Lycée Bonaparte bezocht. Op 14- jarige leeftijd stuurde hij zijn eerste grote gedicht (La Mort) naar Victor Hugo.  In 1862 behaalde hij zijn middelbare schooldiploma (baccalauréat).

De jaren 1863 – 1873 worden ook zijn crisisjaren genoemd:

    Hij studeerde nu rechten en werd klerk bij een verzekeringsmaatschappij. Omdat de literatuur hem meer trok, stopte hij al snel met zijn studie, ging werken op het gemeentehuis en besteedde de rest van zijn tijd aan de poëzie. Hij bezocht literaire cafés en salons, met name die van de Marquise de Ricard, waar hij Mallarmé, Anatole France, Emmanuel Chabrier, Catulle Mendès en veel Parnassianen ontmoette.

Leconte de Lisle was, samen met Théophile Gautier, hun leider (1). In 1866 bevatte ‘Le Parnasse contemporain’ acht bijdragen van Verlaine.

     In 1866 verscheen ook zijn eerste gedichtenbundel, Poèmes saturniens, vol liefdesuitingen en melancholie, vermoedelijk gericht op Élisa. Hij zegt hierin deel uit te maken van: ‘Zij die geboren zijn onder het teken van Saturnus, dat wil zeggen, bestemd voor het ongeluk door de fataliteit (dodelijkheid) (2).

Élisa trouwde helaas met iemand anders en stierf in 1867 tijdens een bevalling, maar ze had wel meebetaald aan de publicatie van zijn bundel. Haar overlijden deed hem in een diepe – gewelddadige en alcoholische – crisis belanden.

In zijn Fêtes galantes uit 1869 wordt een feestwereld beschreven die nauwelijks de droefheid maskeert, ‘voortgekomen uit de niet te onderdrukken inspanning van de geest naar een steeds terugwijkend ideaal’;  ‘een soort vaderland uit een vroeger leven, dat nu verloren is gegaan’ (2). Het ‘persoonlijke’ wordt gemaskeerd door beschrijvingen van scènes en karakters uit de commedia dell’arte en herderstafrelen van schilders als Watteau   

Maar in hetzelfde jaar werd Verlaine verliefd op de 16- jarige Mathilde Mauté de Fleurville, met wie hij in 1870 trouwde. In La bonne chanson  - dat hij aan haar opdroeg - beschreef hij haar als redder voor zijn dwalingen. ‘De eenheid van lichaam en ziel was door haar weer hervonden’ (2). Maar 1870 werd ook beheerst door zijn angst voor wraakacties vanwege zijn werk voor de Parijse Commune. Hij werd een enorme absintdrinker en hierdoor was hij vaak gewelddadig tegen zijn moeder en zijn vrouw.

     In 1871 begon hij een relatie met de 17-jarige dichter Arthur Rimbaud, die aanvankelijk bij het gezin inwoonde, maar later elders verbleef. Verlaine verliet Mathilde en zoon Georges in 1872 en trok samen met Rimbaud naar Londen om ‘impressionistische’ schetsjes voor zijn volgende bundel te maken.

Later gingen ze naar Brussel, waar Verlaine in 1873  -in dronken toestand- Rimbaud, die hem dreigde te verlaten, probeerde neer te schieten. Hij raakte hem in zijn pols en werd hierom veroordeeld tot een gevangenisstraf, uit te zitten in de gevangenis van Mons. Daar werd hij opnieuw Rooms- katholiek, wat zijn werk beïnvloedde en scherpe kritiek van Rimbaud uitlokte. Romances sans paroles, geschreven tussen 1872 en 1873, zit vol nostalgische herinneringen aan zijn leven met Mathilde én zijn escapades met Rimbaud. Verlaine zat nog gevangen toen de bundel in 1874 werd gepubliceerd door zijn vriend Edmond Lepelletier.

    

   Na zijn vrijlating in januari 1875 ging hij in retraite bij de Trappisten en zocht Rimbaud op in Stuttgart. Deze wilde niets meer van hem weten en Verlaine zocht zijn heil in Engeland, waar hij enige jaren als leraar Frans, Latijn, Grieks en tekenen werkte.

Uit de periode 1873- 1878 dateren de meeste van zijn gedichten, die oorspronkelijk waren bedoeld voor een bundel getiteld Cellulairement, die in mei 1875 was aangekondigd. Deze kwam echter niet en de gedichten verschenen grotendeels in Sagesse (m.n. in deel 3), dat in 1880 uitkwam en uitingen bevatte van ‘eenvoudig katholiek christendom’ en zijn emotionele ‘odyssee’: Hij wilde met de kracht van zijn christelijke geloof zijn ‘homo duplex’ instincten overwinnen (2).

 

Verlaine keerde in 1877 terug naar Frankrijk en ging daar Engelse les geven. Hij werd verliefd op een van zijn leerlingen, Lucien Létinois, die hij zijn adoptiefzoon noemde. Met hem en diens ouders probeerde hij - zonder succes  -  een boerenbestaan op te bouwen. Tot zijn grote verdriet stierf Lucien in 1883 aan tyfus.

    Zijn bundel Jadis et naguère (1884) bevatte ook het gedicht Art poétique (uit 1874), waarin hij duidelijk maakte dat hij de klank van een gedicht belangrijker vond dan de inhoud: 'De la musique avant toute chose'. Het gedicht werd in 1882 geadopteerd door de jonge Symbolisten (3).

In 1884 stelde hij eveneens de bundel les poètes maudits samen, waarin hij werken van Corbière, Rimbaud, Mallarmé en Pauvre Lelian (anagram van Paul Verlaine) bijeenbracht. Veelvoorkomende thema’s in hun werk waren: ongezonde levenswijzen, drank- en drugsgebruik, misdaad, zondig leven, ziekte, decadentie, perversies, satanisme en voortijdig overlijden (een echte 'poète maudit' richt zichzelf te gronde). Men experimenteerde ook met het ‘prozagedicht’. Typerend was de tweestrijd tussen de vrijheid van de dichter en de eisen van de maatschappij, waaraan vele dichters ten onder gaan.

    Na de dood van Lucien en die van zijn eigen moeder (in 1886), die hem regelmatig van geld had voorzien, en zijn mislukte pogingen tot verzoening met zijn vrouw, verviel Verlaine weer tot dronkenschap en bordeelbezoek. Hij schreef nog wel om wat geld te verdienen, maar zelden met zijn vroegere inspiratie, zoals Amour (1888) dat wel nieuwe gedichten bevatte, ‘ouderwets goed’ vooral wanneer gaand over Lucien Létinois. Parallèlement (1889) bevat naast ‘bohemian’ en erotische stukken ook ‘respectabele’.

Ondanks wat financiële steun van bewonderaars en de staat, stierf Verlaine verarmd en eenzaam op 8 januari 1896 in een onderkomen van de prostituee Eugénie Krantz. Hij werd begraven op het Cimetière des Batignolles bij Parijs.

 

Noten:

(1) Hij gaf de aanzet tot de 'onpersoonlijke' poëzie en verwierp de persoonlijke lyriek van Alfred de Musset en Alphonse de Lamartine en de humanitaire verzen van Victor Hugo. Voor Leconte was kunst een intellectuele luxe voor een elite en die had ‘de schoonheid’ tot doel. Alleen voortdurende aandacht voor de vorm kon die bewerkstelligen.

(2) https://cotentinghislaine.wixsite.com/website-3/verlaine-sagesse . Zie deze site ook voor veel meer informatie over de andere bundels, maar met name over Sagesse (Sapitientia)

(3) Verlaine wilde later niets meer van de Symbolisten weten omdat ze veel verder dan hij gingen in het afschaffen van traditionele vormen: voor hem was rijm in een vers bijvoorbeeld echt noodzakelijk. Met zijn morbide erotiek en religieus gefundeerde mystiek beïnvloedde hij de neoromantische  beweging. Deze kenmerkte zich vooral door sterk escapisme: de neiging de alledaagse werkelijkheid te ontvluchten. Dat komt vooral tot uiting in de beschrijving van het bovennatuurlijke en geheimzinnige en van exotische streken.

 

Bronnen:

Gedrukte:

New Grove Dictionary of Music and Musicians, London, 1980.

 

Websites:

https://www.britannica.com/biography/Verlaine-Paul             

https://cotentinghislaine.wixsite.com/website-3/verlaine-sagesse  

 

Terug naar de pagina ‘Muziek